Gewijzigde maatregelen

De VOP is bedoeld ter compensatie van de extra kosten of de lagere productiviteit die samengaan met een arbeidsbeperking voor zowel een werknemer als een zelfstandige. Dit om de integratie van die persoon in het arbeidscircuit te bevorderen. Zowel zelfstandigen in hoofdberoep als bijberoep kunnen een VOP aanvragen.

Het bedrag van de VOP voor zelfstandigen wordt bepaald op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI). Sinds 1 augustus 2022 bedraagt dit GGMMI € 1.806,16.

Werkgevers kunnen in bepaalde gevallen gedeeltelijk worden vrijgesteld om de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van bepaalde werknemers door te storten aan de fiscus. Deze maatregel geeft een overzicht van de meeste mogelijkheden: investeren in een steunzone, onderzoek en ontwikkeling, opleiding, ploegen- en nachtarbeid, starters, enz...

1. FOD Financiën publiceerde midden juli een Circulaire 2022/C/69 over de vrijstelling doorstorting van de bedrijfsvoorheffing Opleiding werknemers. 2. De Wet houdende diverse fiscale bepalingen (1) (BS 15 juli 2022) heeft de definitie van kleine vennootschap aangepast. De ondernemingen moeten niet noodzakelijk meer een kleine vennootschap zijn op basis van artikel 1:24 §§ 1 tot 6, het volstaat dat zij “op overeenkomstige wijze” beantwoorden aan de criteria die werden opgenomen in dit wetsartikel. Alle fiscale maatregelen waarin deze definitie van kleine vennootschap van belang is werden bijgevolg aangepast in de Subsidiedatabank.

Een kleine vennootschap moet 10% van de bedrijfsvoorheffing die ze inhoudt op bezoldigingen die ze betaalt of toekent aan haar werknemers niet langer doorstorten aan de fiscus. Dit wordt verhoogd tot 20% voor microvennootschappen. Ook natuurlijke personen die voldoen aan deze definitie komen in aanmerking. De vrijstelling geldt enkel tijdens de 48 maanden na de opstart.

De Wet houdende diverse fiscale bepalingen (1), verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 juli 2022 heeft de definitie van kleine vennootschap aangepast. De ondernemingen moeten niet noodzakelijk meer een kleine vennootschap zijn op basis van artikel 1:24 §§ 1 tot 6, het volstaat dat zij “op overeenkomstige wijze” beantwoorden aan de criteria die werden opgenomen in dit wetsartikel.

Kmo's en grote ondernemingen met rechtspersoonlijkheid kunnen een subsidie bekomen van 25% tot 50% (op de aanvaarde kosten met een minimum steun van € 25.000) voor de uitvoering van bepaalde innovatieve ontwikkelingsprojecten.

Voor projecten ingediend vanaf 1 oktober 2022 dient bij de steunaanvraag een toelichting van het klimaatplan gevoegd te worden wanneer de (mede)aanvrager een grote onderneming is volgens de Europese kmo-definitie OF een energie-intensieve onderneming is d.w.z. een finaal energieverbruik heeft van meer dan 0,1 PJ (petajoule) op vestigingsniveau. Hierbij wordt gekeken naar de vestiging in Vlaanderen waar het grootste gedeelte van de valorisatie van de gevraagde steun zal plaatsvinden. Dit geldt ook voor deze VLAIO instrumenten: Onderzoeksproject, Innovatiemandaten, Baekeland-mandaten, ICON projecten, Thematische ICON - projecten en de O&O O&O Haalbaarheidsstudie.

Bedrijven die investeren in een afgebakende steunzone kunnen een vrijstelling van 25% van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing bekomen, voor een periode van 2 jaar per extra arbeidsplaats die als gevolg van deze investering werd gecreëerd en die gedurende een aantal jaren behouden blijft. Vlaanderen heeft steunzones afgebakend rond Genk, Turnhout en Zaventem-Vilvoorde.

Grote ondernemingen kunnen deze maatregel enkel toepassen indien de vestiging waarin ze investeren ook gelegen is in een gemeente die is opgenomen op de 'Regionale Steunkaart' die door Europa wordt vastgelegd. Na afloop van de voorgaande steunkaart op 31 december 2021 konden grote ondernemingen tijdelijk geen beroep doen op deze maatregel. De nieuwe 'Belgische Regionale Steunkaart 2022-2027' werd op 18 juli 2022 goedgekeurd door Europa, zodat er ook terug steun kan worden aangevraagd door grote ondernemingen.