Gewijzigde maatregelen

Een meerwaarde die een onderneming op een investering realiseert, wordt in principe in één keer belast. Bij herinvestering van een bedrag gelijk aan de verkoopwaarde van die activa, kan in bepaalde gevallen het fiscaal regime van gespreide belasting op deze meerwaarde worden toegepast.

Dit fiscaal stelstel kan zowel worden toegepast door zelfstandigen, vrije beroepen als vennootschappen.

Ook op provinciaal niveau bestaan er specifieke maatregelen om de sociale economie te ondersteunen. Op deze pagina kan je een overzicht per provincie terugvinden.

De provincie Limburg wil de doorstroomkansen van de meest zwakke werkzoekenden verbeteren en hen een kans geven om zich te ontplooien in een arbeidszorginitiatief. Op deze werkvloeren in de sociale economie kunnen zij (opnieuw) kennismaken met gestructureerde arbeidsmatige activiteiten in een realistische werkomgeving. Arbeidszorgmedewerkers behouden tijdens de activiteiten hun uitkering. Limburgse ondernemingen die een Vlaamse erkenning hebben als begeleider Arbeidsmatige Activiteiten in de Sociale Economie (AMA WSE), hetzij als maatwerkbedrijf, hetzij als erkende partner in een samenwerkingsverband AMA WSE komen in aanmerking voor deze steunmaatregel. De aanvraag moet ten laatste op 30 april van ieder werkingsjaar ingediend worden. Meer informatie op de website van de provincie www.limburg.be: Subsidies > Arbeidsmatige activiteiten gericht op doorstroom naar werk - projectsubsidie.
 

Ondernemingen kunnen voor de uitvoering van bepaalde investeringen een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen aftrekken van de belastbare winst. Vooral de verhoogde aftrekken zijn belangrijk: onder andere voor energiebesparende investeringen, beveiliging, digitale investeringen en milieuvriendelijke investeringen in O&O.

Ondernemingen kunnen in 2022 een verhoogde investeringsaftrek toepassen voor investeringen in CO2-vrije vrachtwagens, de installatie van tankinfrastructuur voor waterstof alsook voor investeringen in elektrische laadinfrastructuur voor CO2-vrije vrachtwagens. Het tarief wordt verhoogd met 21,5% tot 35% en daalt vervolgens geleidelijk om uiteindelijk 18,5 % te bedragen voor investeringen in 2026. Deze aftrek wordt voorzien in het 'Wetsontwerp houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit', dat je kan raadplegen op de kamer.be

De culturele en creatieve sectoren (kunstenaars, ontwerpers, kunstenorganisaties enz.) kunnen in het kader van het kunstendecreet verschillende subsidies bekomen waaronder beurzen voor kunstenaars, projectsubsidies voor kunstenaars en organisaties alsook tussenkomsten voor buitenlandse publieke presentatiemomenten.

1. De subsidie 'Tussenkomsten voor buitenlandse publieke presentatiemomenten' wordt vanaf 1 januari 2022 vervangen door de Tegemoetkoming voor internationale presentatiemomenten (TIP). Deze subsidie richt zich tot actoren in het kunstenveld om deel te nemen aan buitenlandse activiteiten waaraan een presentatiemoment gekoppeld is. Ook de expositie van Vlaamse kunstenaars op internationale kunstbeurzen door promotiegaleries komt in aanmerking voor deze steun. Aanvragen kunnen vanaf 1 december 2021 worden ingediend. 2. De subsidie 'Residentietoelagen' wordt vanaf 1 januari 2022 vervangen door de Residentiebeurs. Dit is een financiële tussenkomst in de leef- en reiskosten voor kunstenaars die voor een residentie geselecteerd zijn. Een verblijf in een residentie biedt je als kunstenaar tijd en ruimte om buiten je vertrouwde geografische context te werken aan de ontwikkeling van je oeuvre.

Deze lastenverlaging wordt toegekend aan werkgevers die oudere werknemers (min. 58 jaar) met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zittende oudere werknemers en oudere niet-werkende werkzoekenden.

De doelgroepvermindering voor oudere werknemers die reeds in dienst zijn (zittende oudere werknemers) wordt vanaf 1 januari 2022 aangepast. De Vlaamse Regering keurde volgende wijzigingen op 12 november 2021 principieel goed. Over dit besluit wordt het advies ingewonnen van de SERV en daarna van de Raad van State: 1. Vanaf 1 januari 2022 zullen werkgevers voor een zittende werknemer die de leeftijd van 60 jaar bereikt de forfaitaire vermindering van maximaal € 600 per kwartaal ontvangen. Voor werknemers die op dat moment al 60 jaar zijn wijzigt het bedrag niet. Vanaf 1 januari 2023 wordt de vermindering van maximaal € 600 doorgetrokken naar de leeftijdsgroep van 61-jarigen. 2. Voor de forfaitaire vermindering van maximaal € 1.500 per kwartaal wordt de leeftijd vanaf 1 januari 2022 opgetrokken naar 61 jaar en vanaf 1 januari 2024 naar 62 jaar.