Wat en voor wie?

Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is één van de structuurfondsen die de Europese Unie in het leven heeft geroepen om doelstellingen van het regionaal beleid te kunnen verwezenlijken. Met dit regionaal beleid wil de Europese Unie de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van regio’s verkleinen.

Het Vlaamse EFRO-programma subsidieert projecten die de duurzame groei en concurrentiekracht van Vlaanderen versterken en tegelijkertijd de transitie naar een koolstofarme, circulaire en energie-efficiënte economie versnelt. Zo draagt het bij aan een sterke reductie van de Vlaamse CO2-emissies, en de realisatie van de Europese Green Deal. Het beheer van EFRO is in handen van de Afdeling Europese programma's van het Agentschap Innoveren & Ondernemen (Managementautoriteit). Naast het centraal programmasecretariaat te Brussel, werden zeven EFRO-contactpunten – 1 per provincie en 1 in de grootsteden Antwerpen en Gent - opgericht voor de projectwerving, begeleiding van (potentiële) projectpromotoren en voor de opvolging van de goedgekeurde projecten.

Waarover gaat het?

Het programma kiest voor een sterke thematische concentratie, in lijn met de vereisten vanuit de EC. Zo verzekeren we een optimale focus van de investeringen vanuit de relatief beperkte middelen. De programmastrategie is volledig opgebouwd uit dus volledig rond de beleidsdoelstellingen (hierna ‘BD’) 1 en 2 rond een Slimmer en Groener Europa.

Als gevolg van COVID-19 komt het programma ook in het teken te staan van economische relance en herstel, met bijzondere aandacht voor digitalisering en duurzame stedelijke ontwikkeling,in lijn met de priorihet Vlaamse Post-COVID relanceplan). Ook de gevolgen van de Brexit zullen de komende periode voelbaar zijn in Vlaanderen, met name in gebieden en sectoren met een sterkte handelsrelatie met Groot-Brittanië (bv. Haven- en visserijsector West-Vlaanderen).De erkenning van de provincie Limburg als transitieregio heeft tot gevolg dat er een apart budget voor Limburg voorzien wordt binnen het programma. Naast een geïntegreerde territoriale investeringsstrategie (GTI) voor Limburg voorzien we binnen het programma nog een GTI voor de provincie West-Vlaanderen, de regio Kempen, en een GTI voor de grootsteden Gent en Antwerpen om in te spelen op uitdagingen inzake slimme steden, klimaat en energie, en de transitie naar industrie 4.0.We gaan hieronder in op de Vlaamse socio-economische situatie, evenals de Vlaamse en Europese  beleidscontext om een beeld te schetsen van de Vlaamse uitdagingen en investeringsnoden. Dit vormt de basis voor de keuzes en invulling van de Specifieke Doelstellingen (SDs) binnen de twee BDs. Daarnaast noemen we onze uitgangspunten in de strategische aanpak voor de uitvoering en beheer van het programma.

Onze programmastrategie is opgebouwd langs 3 strategische lijnen, namelijk 2 inhoudelijke 
prioriteiten en 1 met betrekking tot de aanpak:

  1. Slim Vlaanderen
  2. Duurzaam Vlaanderen
  3. Vlaanderen investeert

Voor de periode 2021-2027 zal EFRO beschikken over een bedrag van 276 miljoen euro.

Geïntegreerde territoriale ontwikkeling

Voor de programmaperiode 2021-2027 werken we opnieuw met een aantal GTI’s (Geïntegreerde Territoriale Investeringen), een concept dat in de periode 2014-2020 door de Europese Commissie gelanceerd werd. Binnen een GTI kunnen lidstaten een specifieke geïntegreerde strategie voor een bepaald gebied ontwikkelen en hiervoor middelen bundelen uit verschillende assen, operationele programma’s en fondsen.

In het Vlaams EFRO-programma wordt in 3 gebieden een dergelijke strategie toegepast, waarbij op een complementaire manier, middelen uit verschillende fondsen (EFRO en ESF) worden ingezet:

  • GTI Limburg: inspelend op de specifieke reconversieproblematiek in de provincie, als gevolg van de sluiting van Ford Genk, met als basis, het SALK Turbo-plan;
  • GTI West-Vlaanderen: gebaseerd op het strategisch plan ‘West Deal’ voor een toekomstgerichte transformatie van de provincie West-Vlaanderen;
  • GTI Kempen: inspelend op de socio-economische en territoriale uitdagingen van dit gebied, met als basis, het ‘Dynamisch Actieplan Kempen–Dynak’;
  • GTI Grootsteden

Acties in een GTI-gebied moeten beantwoorden aan een dubbel criterium: aansluiten bij de eigen regionale strategie en passen binnen de specifieke doelstellingen van het OP.