Eerste oproepen nieuwe EFRO programma geopend
De oproepen situeren zich zowel in de beleidsdoelstelling Slim als Duurzaam Vlaanderen. Voor Slim Vlaanderen zetten we in op 'het ontwikkelen van vaardigheden voor slimme specialisatie, industriële transitie en ondernemerschap' en op 'het versterken van onderzoeks- en innovatiecapaciteit. Voor Duurzaam Vlaanderen zijn we met de eerste oproepen opzoek naar projecten die passen binnen de specifieke doelstelling 'Hernieuwbare energie' en 'Duurzame multimodale stedelijke mobiliteit'. Voor elk van deze 4 oproepen is er ook steeds een tegenhanger specifiek voor projecten die inpasbaar zijn binnen de GTI Limburg en zodoende ook in het SALKturbo plan.
De oproepen sluiten af op 31 januari 2023. Voor elk van de oproepen werken we met een 2-staps procedure waarbij eerst een vooraanmelding ingediend wordt met een korte samenvatting van het projectidee. Hiervoor heb je tijd tot 18 november 2022. Op basis hiervan geeft de beheersautoriteit feedback waarna je een volledig uitgewerkt projectvoorstel kan indienen. Hiervoor heb je tijd tot 31 januari 2023.
De eerste 2 weken van oktober organiseren we 5 provinciale infosessies waar de oproepen in detail toegelicht zullen worden.
Versterken onderzoeks- en innovatiecapaciteit
Binnen deze oproep zijn we op zoek naar projecten die een bedrage kunnen leveren aan het versterken van onderzoeks- en innovatiecapaciteit. We focussen daarbij vooral op investeringsprojecten. Flankerende werkingsactiviteiten (bij uitbouw / exploitatie van infrastructuur) zijn niet uitgesloten, indien het staatssteunregime dit toelaat, maar moeten hoe dan ook beperkt zijn (zowel inhoudelijk als financieel). Louter werkingsprojecten komen voor deze projectoproep niet in aanmerking.
Er is in Vlaanderen bijkomende nood aan gerichte investeringen in (gedeelde) O&O-infrastructuren, die aansluiten bij de Vlaamse kenniscentra en speerpuntclusters. De ontwikkeling en creatie van nieuwe, praktische toepassingen op basis van geavanceerde technologieën vereist samenwerking tussen kenniscentra, clusterorganisaties en ondernemingen.
Vanuit deze vaststellingen blijkt de nood aan bijkomende onderzoeks- en innovatiecapaciteit die voldoet aan de volgende kenmerken:
- Investeringen in (gedeelde) infrastructuur, i.c. state of the art installaties, machines, hardware en de behuizing ervan. Deze infrastructuur ondersteunt innovatie-ecosystemen van meerdere organisaties en is toegankelijk voor een breed spectrum van (potentiële) actoren (kennisinstellingen en private ondernemingen).
- Onderzoek en ontwikkeling op een hoog TRL-niveau die zodoende de marktintroductie van innovatieve toepassingen kan stimuleren en faciliteren.
- Vraaggedreven karakter, inspelend op opportuniteiten die voor Vlaamse ondernemingen relevant zijn.
- Beheer en uitvoering volgens een triple of zelfs quadruple helixmodel. Naast de ondernemingen en de kennisinstellingen kunnen ook overheden en eindgebruikers of burgers een relevante rol hebben.
- Gericht op het remediëren van bestaande maatschappelijke noden (gezondheid, vergrijzing, mobiliteit, klimaatsverandering, energie-efficiëntie,…), naast een economische toegevoegde waarde.
- Duurzaam karakter: de blijvende impact van investeringen moet verzekerd zijn, met voldoende verzekering van de benutting van de infrastructuur op lange termijn, gebaseerd op een duurzaam business model.
- Gericht op sectoren met een groot potentieel voor Vlaamse ondernemingen, in het bijzonder de 10 prioritaire domeinen van de Vlaamse Slimme Specialisatie Strategie , alsook (sectoroverstijgende) niches met aangetoond groeipotentieel voor Vlaanderen (digitalisering, databeheer). Er moet daarbij ook wel ruimte blijven voor nieuwe trends in het snel evoluerende innovatielandschap.
Concreet kan zich dit vertalen in volgende acties:
- Uitbreiding van investeringen bij de bestaande kenniscentra, op voorwaarde dat deze voldoen aan bovenstaande kenmerken.
- Uitbreiding van investeringen bij de bestaande clusterorganisaties (waaronder de erkende speerpuntclusters). Clusterorganisaties beschikken reeds over een sterk draagvlak. Bijkomende investeringen in technologische innovaties moeten de sector die de clusterorganisatie vertegenwoordigen naar een hoger niveau tillen.
- Uitbreiding van capaciteit bij ondernemingen, met als expliciet doelstelling om deze infrastructuur te delen op non-discriminatoire basis en tegen marktconforme prijzen.
- Voorzien van collectieve energie-efficiënte bedrijfshuisvesting voor ondernemingen die actief zijn in het ontwikkelen van innovatieve toepassingen, mogelijk in de nabijheid van (strategische) onderzoekscentra. Dit met de bedoeling om kruisbestuiving te realiseren, zodat nieuwe producten en diensten, op basis van een werkbaar business model, gerealiseerd kunnen worden (incubatoren).
- Uitbouw van kenniscentra waar co-creatie tussen ondernemingen en kennisinstellingen een expliciete doelstelling is, met de bedoeling om nieuwe producten en diensten te creëren.
- Realisatie van innovatie-ecosystemen tussen meerdere organisaties binnen samenwerkingsverbanden op basis van een duurzaam en innovatief businessmodel.
- De (fysieke) uitbouw van living labs en proeftuinen waar innovatieve toepassingen ontwikkeld en getest worden met oog op overdraagbaarheid naar ondernemingen, met voldoende mechanismen voor verspreiding van kennis. Het moet daarbij gaan om kennis die breed toepasbaar is en individuele cases overstijgt.
- De uitbouw van pilootlijnen en demonstratiecapaciteit, vaak de laatste stap in de richting van vermarkting. In de praktijk kan dit aanleiding geven tot de uitbouw van pilootfabrieken die een boost betekenen voor de gehele sector waarin de pilootfabriek opereert.
Voor deze oproep is een enveloppe van €19 miljoen voorzien. Kilk hier voor uitgebreide informatie over deze oproep.
Ontwikkelen vaardigheden voor slimme specialisatie, industriële transitie en ondernemerschap
Met deze oproep zoeken we projecten die een bijdrage leveren aan het versterken van vaardigheden via onder meer opleiding en demonstratie. De focus ligt daarbij vooral op investeringsprojecten. Flankerende werkingsactiviteiten, bij uitbouw of exploitatie van infrastructuur) zijn echter niet uitgesloten, indien het staatssteunregime dit toelaat, maar moeten zowel inhoudelijk als financieel beperkt zijn. Louter werkingsprojecten komen voor deze projectoproep niet in aanmerking.
We beogen volgende specifieke investeringen:
- Demonstratie- / belevingsruimtes waar binnen bepaalde sectoren technologische innovaties gedemonstreerd worden. Dergelijke belevingsruimtes moeten op een laagdrempelige manier de ondernemingen wegwijs maken in de technologische mogelijkheden binnen de sector.
- Mobiele demonstratoren als laagdrempelige methode om innovatieve toepassingen te demonstreren aan een beperkte groep van (micro-)ondernemingen. Dergelijke mobiele opstellingen bieden ook vaak mogelijkheden inzake upgraden van apparatuur, wat de duurzaamheid van het project ten goede komt.
- Opleidings- en digitale onderwijsinfrastructuur voor (hoog)technologische profielen, zowel voor professionele opleiding (beroepsgericht) als volwassenenonderwijs. Door technologische evoluties die ondernemingen doormaken, ontstaan er vaak takenpakketten / profielen waarvoor nog geen adequate, maatgerichte opleidingen bestaan. Vaak wordt enkel een segment van een profiel aangeboden op de bestaande opleidingsmarkt. Een state-of-the-art opleidingsinfrastructuur moet hierop beter kunnen inspelen. Dit behelst opleidingsinfrastructuur die an sich vaak ook al hoogtechnologisch is (simulatoren, virtual reality beleving,…). Het betreft opleidings- en digitale onderwijsinfrastructuur die inherent innovatief is en dit zowel qua finaliteit (gericht op hoogtechnologische profielen) als qua methodologie (state-of-the-art apparatuur). Deze apparatuur moet toelaten om via de toepassing van innovatieve applicaties op een efficiënte manier competenties en vaardigheden aan te brengen.
- Ontwikkelen en implementeren van (hoog)technologische applicaties met een maatschappelijke meerwaarde. Technologische evolutie leidt tot een sterk gewijzigd takenpakket en profiel op de werkvloer. Van werknemers wordt dan ook steeds meer technologische kennis en efficiëntie gevraagd. Dit zorgt ervoor dat een deel van de (toekomstige) werknemers uit de boot dreigt te vallen. Het is in deze context dat technologische innovaties eveneens aangewend worden voor werknemers die fysieke (bijvoorbeeld exoskeletten, automatisch geleide voertuigen – AGV’s) of cognitieve (bijvoorbeeld pick to light systemen) ondersteuning nodig hebben. Ook hier mikken we op de ontwikkeling van producten en diensten die inherent innovatief zijn en niet nog uitgerold zijn in Vlaanderen.
Het is belangrijk dat bovenstaande acties gericht zijn op de 10 prioritaire domeinen van de Vlaamse Slimme Specialisatie Strategie ( duurzame chemie, geavanceerde materialen, slimme maakindustrie, gezondheid, gespecialiseerde logistiek, agro food industrie, elektronische systemen, Internet of Things, photonica, energie, cleantech, blauwe economie) en de voorziene transities rond industrie, klimaat en circulaire economie. Deze domeinen zijn gekenmerkt door een aanzienlijk draagvlak en hebben een groot groeipotentieel. Dit potentieel betekent eveneens dat grote technologische evoluties zullen plaats vinden waarbij ondersteuning van ondernemingen bij het implementeren van deze innovaties noodzakelijk zal zijn.
Raadpleeg de laatste versie van de Vlaamse Slimme Specialisatie Strategie.
Voor deze oproep is een enveloppe van €9,5 miljoen voorzien. Klik hier voor uitgebreide informatie over de oproep.
Hernieuwbare energie
Met deze oproep zijn we op zoek naar projecten die inzetten op een versnelde verhoging van hernieuwbare energie in Vlaanderen. De nadruk ligt daarbij vooral op innovatieve piloot- en demonstratieprojecten. We focussen daarbij vooral op investeringsprojecten. Flankerende werkingsactiviteiten (bij uitbouw / exploitatie van infrastructuur) zijn niet uitgesloten, indien het staatssteunregime dit toelaat, maar moeten hoe dan ook beperkt zijn (zowel inhoudelijk als financieel). Louter werkingsprojecten komen voor deze projectoproep niet in aanmerking.
Bij succesvolle pilots moet vervolgens voldoende aandacht besteed worden aan disseminatie van de projectresultaten.
Projecten moeten additioneel zijn aan bestaande steunkaders, deze omvatten o.a. de Ecologiepremie en de Call groene warmte, restwarmte en energie-efficiënte stadsverwarming.
Naast het verhogen van de energie-efficiëntie zet Vlaanderen in op een snellere verhoging van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix, met een totale reorganisatie van het energiesysteem (van productie over levering en opslag tot consumptie) als ultiem doel.
Dit kan zich vertalen in volgende acties:
- Testcases/pilootprojecten op vlak van hernieuwbare energie die hun potentieel hebben bewezen in eerdere kleinschaligere projecten en/of projecten waarbij hun potentieel theoretisch werd aangetoond, maar nog niet in de praktijk
- Verdere uitrol van technologieën waarvan reeds in pilootprojecten het potentieel werd bewezen, zoals technologieën voor energieopslag en koppeling van energiesystemen, zoals bijvoorbeeld waterstof of CCU (CO2-opvang en hergebruik). EFRO zal worden ingezet om deze projecten waarvan de realisatie aan een hoog risico blijft onderworpen, en waarvan de financiële terugverdientijd onzeker is, en/of zich spreidt over verschillenden tientallen jaren
- Wegwerken van knelpunten zodat een transitie naar een energiesysteem op basis van hernieuwbare energiebronnen mogelijk wordt gemaakt
- De aanleg van warmtenetten tussen hernieuwbare energiebronnen en warmtevragers
- Projecten die de recuperatie van restwarmte mogelijk maken
- Innovatie hernieuwbare energie op piloot- en demoschaal: Naast bovenstaande technologieën die min of meer ingang hebben gevonden, zijn er ook nog andere technologieën waarvan het potentieel nog onvoldoende werd aangetoond of onderzocht. Voor deze technologieën zal EFRO-steun worden ingezet om het financiële risico meer te spreiden, en hun potentiële haalbaarheid na te gaan. EFRO kan worden ingezet om demo’s of pilots te ondersteunen
- Circulaire hernieuwbare energie: Windmolens, zonnepanelen, gaan gemiddeld 20 à 25 jaar mee. De bouw en afbraak van deze installaties vraagt veel energie. Bovendien zijn deze vaak opgebouwd uit kostbare materialen. EFRO-steun is mogelijk voor innovatieve demonstratieprojecten die de circulariteit van deze installaties bevordert.
Voor deze oproep is een enveloppe van € 6,5 miljoen voorzien. Klik hier voor uitgebreide informatie over de oproep.
Duurzame multimodale stedelijke mobiliteit
Binnen deze projectoproep zijn we op zoek naar projecten die inzetten op het bevorderen van duurzame multimodale stedelijke mobiliteit in Vlaanderen. We focussen daarbij vooral op investeringsprojecten. Flankerende werkingsactiviteiten (bij uitbouw / exploitatie van infrastructuur) zijn niet uitgesloten, indien het staatssteunregime dit toelaat, maar moeten hoe dan ook beperkt zijn (zowel inhoudelijk als financieel). Louter werkingsprojecten komen voor deze projectoproep niet in aanmerking.
Projecten moeten additioneel zijn aan bestaande steunkaders, deze omvatten o.a. het Fietsfonds, het Vlaamse Kaaienprogramma, Hoppinpunten
Het bevorderen van een duurzame multimodale stedelijke mobiliteit vormt één van de grootste uitdagingen. Op vlak van personenvervoer blijft de auto het dominante vervoersmiddel en kent Vlaanderen een gebrekkige aansluiting tussen vervoersmodi. Voor goederenverkeer is binnen de beschikbare infrastructuur, waterwegen in het bijzonder, nog veel potentieel om de congestie en CO2-uitstoot terug te dringen door multimodaliteit.
Concreet kan zich dit vertalen in volgende acties:
- Verdere uitrol van mobipunten als bijdrage aan de modal shift en ontwikkeling van alternatieve / duurzame mobiliteitsmodi, o.m. via het voorzien van aangepaste overstapinfrastructuur, fietsenstallingen, laadpalen, …
- Verdere uitrol fietssnelwegen (fietsinfrastrucuur). EFRO zal zich specifiek richten op het wegwerken van knelpunten op deze fietssnelwegen d.m.v. zogenaamde ‘kunstwerken’
- Multimodale infrastructuurprojecten specifiek gericht op de omslag van de vrachtwagen naar meer duurzame infrastructuur zoals spoor en binnenvaart
- Lokale distributieprojecten
- Projecten die de randvoorwaarden voor groene mobiliteit verbeteren
- Wegwerken van de barrières die de overstap naar duurzame transportmodi in de weg staan
Voor deze oproep is een enveloppe van €9,5 miljoen euro voorzien. Klik hier voor meer informatie over deze oproep.
GTI Limburg
De Europese erkenning van de provincie Limburg als transitieregio heeft tot gevolg dat er een apart budget voor Limburg voorzien werd binnen het programma, waarbij we met oproepen werken die specifiek gericht zijn op de provincie Limburg. projecten die binnen deze oproepen ingediend worden moeten inpasbaar zijn in het Limburgse SALKturbo plan, een stevig actieplan met concrete prioriteiten en ambities. De duidelijke focus in dit plan ligt op de ontwikkeling van een competitief, duurzaam, digitaal en inclusief Limburg. Daarmee schrijft Limburg zich in op de Europese, federale en Vlaamse beleidsprogramma’s.
Tijdens de eerste oproep ronde voorzien we 4 oproepen voor GTI Limburg, die inhoudelijk volledig in lijn liggen met de eerder genoemde 4 generieke oproepen:
- Versterken onderzoeks- en innovatiecapaciteit (GTI Limburg). Enveloppe van €13 miljoen.
- Ontwikkelen van vaardigheden voor slimme specialisatie, industriële transitie en ondernemerschap (GTI Limburg). Enveloppe van €6,5 miljoen.
- Hernieuwbare Energie (GTI Limburg). Enveloppe van €4,5 miljoen.
- Duurzame multimodale stedelijke mobiliteit (GTI Limburg). Enveloppe van €4,5 miljoen.
Oproepkalender
Tijdens de programmaperiode 2021-2027 volgen we een vaste oproepkalender waarbij telkens in september en februari nieuwe oproepen gelanceerd zullen worden. De oproep van februari 2023 zal focussen op digitalisering, energie-efficiëntie en klimaatadaptatie liggen. In september 2023 zetten we opnieuw in op innovatiecapaciteit, vaardigheden, hernieuwbare energie en duurzame stedelijke mobiliteit.
Indien jouw projectidee momenteel nog onvoldoende rijp is om in de eerste oproepronde in te dienen, kan je steeds tijdens een volgende oproepronde indienen.