Mag je cashbetalingen weigeren?
Sinds juli 2022 moet elke onderneming die met consumenten in aanraking komt verplicht minstens één elektronisch betaalmiddel aanbieden aan hun klanten. Dit kan onder de vorm van een betaalterminal, betalingen via een app of overschrijving. Maar betekent dit dat je cashbetalingen mag weigeren?
Algemeen uitgangspunt
De algemene regel is dat je cashbetalingen in eurobankbiljetten- en munten niet mag weigeren op voorwaarde dat de transactie plaatsvindt in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming. Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld automatenshops of e-commerce niet verplicht zijn om cashbetalingen te aanvaarden. Ook contante betalingen in een andere munteenheid mag je weigeren.
Op 8 februari 2024 werd een wet gestemd die deze verplichting nu verankert in de Belgische wetgeving en afdwingbaar maakt. Het Belgisch Staatsblad zal deze aanpassing nog publiceren in het Wetboek Economisch Recht. Stelt de economische inspectie tot twee keer toe vast dat je een cashbetaling weigert, dan zijn er sancties voorzien.
Uitzonderingen
Een onderneming mag een contante betaling wel weigeren in deze vier scenario’s.
Vermoeden van valse biljetten
Uiteraard kan een weigering wanneer de handelaar een gegrond vermoeden heeft dat de aangeboden biljetten vals zijn.
Cashbetalingen beperkt tot 3000 euro
Verder is er ook vastgelegd dat cashbetalingen beperkt zijn tot 3000 euro. Ook bij betaling in schijven, mogen consumenten maximaal 3000 euro van het totaal contant betalen. Voor bepaalde goederen zoals edele metalen gelden strengere regels.
Veiligheidsprobleem
Kan je als handelaar aantonen dat er een acuut veiligheidsprobleem is met het aanvaarden van cash, bijvoorbeeld door een recente inbraakgolf? Dan kan je tijdelijk cash weigeren. Je moet wel op een zichtbare plaats aangeven dat je tijdelijk geen contante betalingen kan aanvaarden.
Onevenredigheid
Ten slotte kan je een cashbetaling weigeren op basis van onevenredigheid. Dit is van toepassing wanneer de waarde van het biljet niet in verhouding staat tot het aankoopbedrag, bijvoorbeeld wanneer iemand een aankoop van 20 euro wil betalen met een biljet van 500 euro.
De afrondingsregels
Je moet het totaalbedrag van cashaankopen afronden. Ook hier geldt de voorwaarde dat de betaling gebeurt in fysieke aanwezigheid van de klant én de onderneming, en bovendien meer dan 5 cent bedraagt.
Het totaalbedrag rond je af naar het dichtste veelvoud van 5 cent, ofwel het lagere ofwel het hogere.
- Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 1 of 2 cent, rond je af naar het lagere bedrag, eindigend op 0 cent. Voorbeeld: van 12,91 euro naar 12,90 euro.
- Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 3, 4, 6 of 7 cent, rond je af naar het bedrag eindigend op 5 cent. Voorbeeld: van 12,94 euro naar 12,95 euro.
- Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 8 of 9 cent, rond je af naar het hogere bedrag, eindigend op 0 cent. Voorbeeld: van 12,98 euro naar 13,00 euro.
Ondernemingen mogen de muntjes van 1 en 2 cent niet weigeren als betaalmiddel voor zover consumenten ze in een redelijke hoeveelheid gebruiken, namelijk maximaal 50 muntstukken per betaling. Net zo goed mag een consument de muntjes van 1 en 2 cent niet weigeren als wisselgeld.