Studie: hoe vergroenen we de niet-energie-intensieve industrie in Vlaanderen?
Vlaanderen wil tegen 2030 10% van de energie in de niet-ETS industrie vergroend hebben. De meeste CO2-uitstoot binnen deze sectoren is te wijten aan hun warmtevraag. Welke technologieën hebben het meeste potentieel om die warmtevraag te vergroenen? Dat ontdek je in deze studie, die op vraag van VLAIO werd uitgevoerd.
Europees en regionaal niveau voor aanpak CO2-uitstoot in de industrie
Om de klimaatuitdaging aan te pakken, moet de uitstoot van CO2 drastisch omlaag, ook in de industrie.
- Voor een eerste groep van bedrijven die grote hoeveelheden CO2-uitstoten (zoals de zware industrie en de energieproductie) zijn op Europees niveau reductiedoelstellingen opgelegd in het zogenaamde ETS of emission trading system. Die bedrijven moeten betalen voor de overmaat aan CO2 die ze uitstoten.
- Voor de minder energie-intensieve industrie (niet-ETS sectoren) heeft Vlaanderen reductiedoelstellingen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan. De CO2-uitstoot van deze bedrijven ontstaat hoofdzakelijk door de warmtevraag.
Studie naar vergroening van warmtevraag
De Vlaamse doelstelling voor de niet-ETS industrie is om tegen 2030 10% van de energiedragers vergroend te hebben. Vergroening van de energiedragers voor de warmtevraag zal daar een bepalende rol in spelen.
Om de CO2-uitstoot bij niet-ETS sectoren in Vlaanderen in kaart te krijgen, heeft VLAIO een studie laten uitvoeren onder de noemer: ‘Economische potentieelstudie vergroening van warmtevraag (energetische emissie) van de niet-ETS industrie in Vlaanderen’. Deze studie werd uitgevoerd door Technopolis Group en VITO en geeft een overzicht van:
- mogelijke technologieën die de warmtevraag kunnen vergroenen
- enkele concrete business cases uit.
- de noden die onze bedrijven hebben, en welke barrières ze zien.
Het potentieel van technologieën zoals industriële warmtepompen, elektrische boilers, zonnethermie, biomassaketels, biogas wkk, restwarmtegebruik, warmtenetten, ondiepe geothermie, diepe geothermie, de waterstof boiler en thermische opslag, werd in dit onderzoek bekeken.