Veenherstel in Vallei van de Zwarte Beek als oplossing voor koolstofopslag

Publicatiedatum
Met het Interreg Noordwest Europa project Care-Peat slaan kennisinstellingen en natuurorganisaties uit België, Frankrijk, Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk de handen in elkaar om de CO2-uitstoot te verminderen en de koolstofopslagcapaciteit van verschillende soorten veengebieden in Noordwest Europa te herstellen. Samen ontwikkelen en testen ze nieuwe technieken en sociaal economische strategieën voor koolstof reductie.
veengebied

Waarom focussen op veengebieden?

Veengrond ontstaat als plantenresten niet vergaan, maar onder water, ­afgesloten van zuurstof, dikke lagen vormen. Een traag proces wat eeuwen duurt. Veengebieden zijn niet alleen habitats met een zeer gespecialiseerde flora en fauna, ze spelen ook een belangrijke rol in de wereldwijde klimaatregulering. Veengebieden op het noordelijk halfrond tellen 3 tot 5% van het totale landoppervlak en bevatten ongeveer 33% van de wereldwijde bodemkoolstof. Daarom hebben veengebieden een sterk natuurlijk potentieel om koolstof te besparen en spelen ze een belangrijke rol in de op de natuur gebaseerde oplossingen voor klimaatverandering.

Wanneer veengebieden droog komen te staan, komt de goed bewaarde koolstof vrij als broeikasgassen in de atmosfeer. Daarom is het belangrijk om veengebieden nat te houden. Al sinds de middeleeuwen worden ­venen echter ontwaterd, om er weiden van te maken. Of de grond wordt opgegraven voor turf, die als brandstof kan dienen. De drooglegging van de venen werd na de Tweede Wereldoorlog versneld toen er zware machines ingezet konden worden om beken en grachten te graven. Sinds halfweg de twintigste eeuw is liefst 92 procent van de Vlaamse ­venen zo verloren gegaan. Het gevolg hiervan veel veengebieden nu vooral koolstof uitstoten i.p.v. op te slaan. De wereldwijde jaarlijkse broeikasgasemissies van gedraineerde organische bodems zijn twee keer zo hoog als die van de luchtvaart. Een verdere degradatie moet daarom voorkomen worden en meer herstel van resterende veengebieden moet aangemoedigd worden.

Wat doet Care-Peat?

Het belangrijkste doel van Care-Peat is het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe technieken om venen te herstellen en koolstofwaarden te meten. Door zoveel mogelijk lokale en regionale belanghebbenden te betrekken willen ze het belang van veengebieden extra in de kijker zetten.

Via het project herstellen natuurorganisaties en  lokale grondeigenaren veengebieden van vijf verschillende proeflocaties variërend van 10 tot 250 hectare, en demonstreren ze dekoolstofbesparingen van het herstel. Voor elke proeflocatie worden verschillende hersteltechnieken gebruikt - van handarbeid tot het kweken van extra veenmos. Gedurende het hele project worden de organisaties ondersteund door de kennisinstituten die samenwerken om nieuwe apparatuur, methoden en modellen te ontwikkelen en te testen om koolstofstromen te voorspellen, bijvoorbeeld door het gebruik van drones en satellieten. 

Hoeveel koolstof kan worden bespaard?

Care-Peat is ambitieus. Tegen het einde van het project in 2022 verwachten de projectpartners dat ongeveer 7800 ton CO2-uitstoot per jaar wordt voorkomen en opgeslagen in de vijf proeflocaties (in totaal ongeveer 630 hectare). Dit is vergelijkbaar met de broeikasgasemissies van 6072 personenauto's die een jaar lang rijden (bron: EPA).

Na 2022 hopen ze dat natuurbehoud en andere organisaties in de regio Noordwest-Europa (verdere) maatregelen zullen nemen, wat zal leiden tot het herstel van nog veel meer veengebieden. En hoe meer veengebieden worden hersteld, hoe meer koolstof wordt bespaard. Op deze manier kunnen veengebieden een belangrijke natuurlijke partner worden in het klimaatbeleid in heel Noordwest-Europa.

Natuuronderzoekers

Vallei van de Zwarte Beek als testomgeving

Eén van de 5 proeflocaties is de Vallei van de Zwarte Beek in het Limburgse Koersel, één van de laatste overblijvende veengebieden in Vlaanderen. In deze vallei werkt natuurpunt al jaren aan het herstel van het veengebied, met als resultaat dat ze erin geslaagd zijn om het veenmos te doen terugkeren. Doordat veenmos en veengrond in staat zijn om veel water vast kan houden, vormen ze een ideale buffer tegen droogte én tegen overstromingen. De klimaatdiscussie heeft veen opnieuw in het middelpunt van de belangstelling gezet. Het slaat namelijk een berg koolstof op. Onderzoekers van de KU Leuven hebben becijferd dat de helft tot driekwart van de 230 miljoen ton koolstof in de Vlaamse valleibodems in veenpakketten opgeslagen zit.

Dit heeft heeft echter ook een keerzijde vermits dat veen dat droog komt te liggen – door drainage of ­klimaatverandering ­­– niet langer koolstof opslaat, maar schadelijke broeikasgassen als CO2 en N2O uitstoot. Een daling van het waterpeil in alle Vlaamse valleigebieden met een meter zou een uitstoot van 11 miljoen ton CO2-equivalenten veroorzaken.

In de Vallei van de Zwarte Beek wil men dit voorkomen door er voor te zorgen dat de veengebieden nat blijven. Zo werden beken ondieper gemaakt zodat waterplanten het water langer zouden vasthouden en werden er 35 meanders gecreëerd om de afvoer van het water te vertragen.  

Met de steun van Europa

Het Care-Peat project wordt gerealiseerd met de steun van het Interreg Noordwest Europa programma en ontvangt 3.74 miljoen euro voor de uitvoering van de projectacties. Het project startte in 2019 en loopt nog 2022. Naast Natuurpunt zijn het Nationaal Centrum Wetenschappelijk Onderzoek, de Franse Geologische Enquête, het Lancashire Wildlife Trust, De Metropolitaanse Universiteit van Manchester, de Nationale Universiteit van Ierland, Galway, Eurosite, Natuurmonumenten
en de Universiteit van Orleans partners in het project.

Meer informatie over Care-Peat kan je terugvinden via de EFRO-projectendatabank of via de website van Care-Peat.

Delen: