Vlaanderen blijft koploper EU op vlak van investeringen in O&O
Koploper in Europa
Met een uitgave van 3,65% van het BBP blijft Vlaanderen de absolute Europese koploper voor investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling. Dat is een groei van 0,05 procentpunt ten opzichte van 2020 en 0,3 procentpunt ten opzichte van 2019. Net als vorig jaar staan we daarmee op de eerste plaats in Europa, net voor Zweden. Onze regio scoort 0,30 procentpunt hoger dan Zweden (3,35%). Alleen Oostenrijk (3,19%) en Duitsland (3,13%) halen de O&O-norm van 3%. Het Europees gemiddelde ligt aanzienlijk lager, met 2,15% van het BBP.
O&O-intensiteit
Eén van de meest gebruikte indicatoren om de O&O-activiteit van een regio weer te geven, is de O&O-intensiteit (i.e., het percentage van het bruto binnenlands product per regio dat besteed wordt aan O&O). Het bbpr wordt gebaseerd op het ESR2010-rekeningenstelsel.
De totale uitgaven die vanuit de overheid, private instellingen en publieke kennisinstellingen naar Onderzoek & Ontwikkeling gaan, stijgt van 9,6 miljard euro (2021) naar 10,8 miljard euro (2022). Voor 2021 zien we dat 2,83% van het BBPR gefinancierd wordt door de private sector, en 0,82% door de publieke sector. In vergelijking met de cijfers gepubliceerd in voorgaande 3% nota’s, zien we dat het percentage GERD/BBPR voor de private sector steeds toeneemt. Het percentage GERD/BBPR dat publiek gefinancierd wordt, steeg van 0,58% in 2011 tot 0,82% in 2021
O&O-personeel
In het Vlaamse Gewest waren in 2021 66.365 voltijds equivalenten tewerkgesteld in onderzoek en ontwikkeling (O&O-personeel). Dat waren er 7,8% meer dan in 2020. Tussen 2011 en 2021 nam het aantal toe met 69%.
De bedrijven leveren het grootste deel van het personeel werkzaam in onderzoek en ontwikkeling. In 2021 waren zij goed voor 65% van de voltijds equivalenten in O&O. Het hoger onderwijs kwam op de 2de plaats (25% in 2021).