Betere medische beeldvorming met minder radioactieve stoffen

In de nucleaire geneeskunde worden patiënten kleine hoeveelheden radioactieve stoffen toegediend, zogenaamde radiotracers, om probleemgebieden in het lichaam zichtbaar te maken. Een gammacamera of externe scanner analyseert de verspreiding van deze stoffen, zodat artsen een diagnose kunnen stellen. Hoewel de toegediende hoeveelheid veilig is, blijft het werken met radioactieve stoffen onvermijdelijk gepaard gaan met risico's. Het Gentse softwarebedrijf Nuclivision wil dit proces veiliger maken door de hoeveelheid benodigde radiotracers te verlagen, zonder dat de kwaliteit van de medische beeldvorming eronder lijdt. De sleutel? Artificiële intelligentie. 

Nuclivision streeft naar een optimalisatie van kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid in nucleaire geneeskunde door het gebruik van radioactieve stoffen te minimaliseren. Dit biedt bijkomende voordelen, zoals een lagere milieu-impact en kostenbesparing voor ziekenhuizen, omdat radiotracers duur zijn in zowel aanschaf als transport. Een win-win dus, voor zowel patiënt als ziekenhuis.

Hoe het Gentse softwarebedrijf dat allemaal concreet maakt, laten we liever uitleggen door co-founder Maarten Larmuseau. “Wij hebben software voor nucleaire geneeskunde ontwikkeld die ziekenhuizen toelaat om met behulp van minder radiotracer medische beeldvorming van dezelfde kwaliteit te genereren. Want hoewel de radioactieve vloeistof die gebruikt wordt heel beperkt is, blijft het in zekere zin schadelijk voor de patiënt. Hoewel minder radiotracer voor ruizige beeldkwaliteit zorgt, waardeert onze software die op.” 

Elke spikkel een tumor

Momenteel krijgen patiënten gemiddeld 1 tot 2 millisievert (mSv) aan radioactieve vloeistof toegediend, aanzienlijk meer dan de dagelijkse natuurlijke stralingsdosis van 0,004 mSv. Hoewel deze dosis veilig is, blijft de straling niet zonder risico's. Maarten: “Als je minder tracer gebruikt, krijg je meer ruis in de beelden, wat kan leiden tot foutieve interpretaties. Onze software analyseert en verbetert die beelden zodat artsen dezelfde nauwkeurige diagnoses kunnen stellen.”

De uitdaging bij dit alles is dat het om medische software gaat. Om de patiëntveiligheid honderd procent te garanderen moet die vanzelfsprekend tot in de allerkleinste details correct en betrouwbaar zijn. Ze moet m.a.w. aan heel strenge veiligheidseisen voldoen. Zo’n medical device regulation (MDR) ofte medische keuring duurt minstens twee jaar. “Zo lang duurt het dus voor je je product naar de markt kan brengen”, gaat Maarten verder. “Momenteel lijkt het erop dat we zeker tegen maart 2025 onze C-certificatie hebben en vanaf het tweede kwartaal echt commercieel actief kunnen zijn in ziekenhuizen. Maar om die periode van twee jaar financieel te overbruggen, hadden wij levensbelangrijke financiële ondersteuning nodig. En daarbij kwam VLAIO in beeld.” 

“Toen Maarten en Tomas kwamen aankloppen met hun project was ik meteen enthousiast. Een toepassing van AI in de medische sector, dat zowel voor patiënt als ziekenhuis voordelen bood, kon ik alleen maar toejuichen. De twee co-founders zijn naast heel knappe koppen ook nog eens fijne mensen om mee samen te werken. Ze gingen met alle feedback aan de slag en maakten gerichte keuzes qua partners en technologie. Ik kijk met grote ogen en vol verwachting naar de volgende stappen die ze gaan zetten.” 

Celina Buyle
VLAIO bedrijfsadviseur

Handen tekort

De samenwerking met VLAIO loopt overigens al een tijdje en startte met innovatieve starterssteun (ISS). “Daarmee onderzochten we hoe breed onze software inzetbaar was”, licht Maarten toe. “We hadden op dat moment al een proof of concept, maar wilden de scope van ons product verfijnen. Dat is mede dankzij die ISS gelukt. Noem dat gerust het voorbereidende werk, want vervolgens hebben we een onderzoeksproject ingediend om gericht data te verzamelen om ons algoritme te verrijken. Daarvoor moesten we bij ziekenhuizen aankloppen, waar we de resultaten uit ons ISS konden presenteren. Met de finale versie van ons algoritme – finaal is een groot woord, want we zullen het ook in de toekomst updaten, natuurlijk – konden we dan opnieuw naar de ziekenhuizen stappen. Daar hebben we nu meerdere pilots met ons werkend prototype lopen, terwijl we ook een nieuw ontwikkelingsproject aan het schrijven zijn, onder meer met het oog op het aantrekken van extra medewerkers. Want het is zeker zo dat we momenteel handen tekortkomen: niet alleen omdat we op meerdere fronten tegelijk bezig zijn, maar ook omdat de wereld van nucleaire geneeskunde en AI razendsnel verandert.” 

Ziekenhuizen in Frankrijk en Italië

Over meerdere fronten gesproken: Nuclivision kijkt momenteel ook voorbij de landsgrenzen. Het bedrijf heeft contacten met Flanders Investment & Trade (FIT) én werkt actief samen met Franse, Nederlandse en binnenkort nog andere Europese ziekenhuizen. “De medische goedkeuring zal ons toelaten ons product in heel Europa te verdelen. Logisch ook, want onze software draait even goed in een Belgisch als Frans of Italiaans ziekenhuis. Maar daarvoor moeten we eerst het financiële plaatje van die ziekenhuizen leren kennen. Dat verschilt per land, denk dan bv. aan terugbetalingssystemen. We willen goed begrijpen wat de financiële incentive van die instellingen is om ons product te gebruiken.”

VLAIO en FIT bieden uiteraard meer dan louter financiële ondersteuning: gerichte begeleiding bij het uitschrijven van de aanvraagdossiers of het connecteren met externe expertise. Of Maarten dat als waardevol heeft ervaren, willen we nog weten. “Dankzij mijn doctoraat had ik al redelijk veel ervaring met het schrijven van projectaanvragen”, antwoordt hij. “Maar de input van VLAIO bedrijfsadviseur Celina Buyle was desondanks van goudwaarde. Niet alleen was het niveau van de feedback kwalitatief hoog, we werden ook vormelijk en inhoudelijk gechallenged. Zo word je gedwongen tot een optimaal document te komen, dat bovendien als leidraad kan dienen voor je onderzoek in de komende jaren.”