Optimale groenteteelt dankzij de Agriplanter

Ingenieuze robot

“Om de kiemplantjes van gewassen zoals kolen, selder, venkel, uien, tomaten, zoete aardappel en oregano te beschermen, vindt de eerste groeifase in serres plaats”, vertelt Bart Parrein, zaakvoerder van Agriplant. “Wanneer de zaailingen 10 à 15 cm groot zijn, worden ze verplant in volle grond, buiten op het veld dus. Dankzij de Agriplanter hoeft dat niet handmatig te gebeuren. In 1998 ontwikkelden we onze eerste plantrobot. Ondertussen bieden we twaalf verschillende modellen aan, die één tot zes rijen tegelijkertijd kunnen planten.”

In de serres worden de zaadjes in trays geplant, schalen met gaatjes in. Wanneer de plantjes klaar zijn voor de volle grond, plaatst de landbouwer de trays in de plantmachine. Daarna stelt hij of zij de afstand tussen de plantenrijen en de diepte in de bodem in. De robot grijpt de individuele plantjes en plaatst ze in de grond. De machine is modulair opgebouwd en kan dus aangepast worden aan verschillende teelten. Ze kan 80% van de verschillende soorten trays die vandaag op de markt zijn verwerken. 

Tijdswinst

“De makkelijke verplanting naar het veld maakt de korte groeifase in serres verantwoord”, aldus Bart. “Dat betekent tijdswinst. Daarnaast brengt de gecontroleerde omgeving in de serre minder onkruid en ziektes met zich mee. Dankzij de plantrobot moet de landbouwer ook geen beroep doen op tijdelijke werkkrachten. Dat betekent een lagere loonkost en geen zorgen over een onvoorspelbare planning, omdat het verplanten van groenten naar het veld weersonafhankelijk is.”

“Bovendien wordt dankzij de plantmachine het landoppervlak maximaal benut. Niet alle zaadjes komen uit. De robot selecteert alleen de kluiten waar wel een zaailing is gegroeid. Zo is elk plekje op het veld benut en kan de landbouwer ook optimaal bemesten.”

Aanpassen aan klimaatverandering

Niet alleen Belgen vinden de weg tot bij Agriplant. Landbouwers uit Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Hongarije en zelfs Canada en de VS genieten van de voordelen van de plantmachine. Het gaat om zowel grote landbouwers die 1000 hectare bewerken, als kleinere spelers die zich toespitsen op biologische teelt. “We kregen ook al vragen uit Nieuw-Zeeland, Australië en Brazilië”, voegt Bart toe. “Maar zo ver zijn we nog niet. Elke regio heeft specifieke noden waaraan we onze machines moeten aanpassen.”

Zo ontwikkelde Agriplant een nieuw model op vraag van de VS. “Daar ondervinden landbouwers al een grote impact van de klimaatverandering. In Californië en de Midwest komen steeds meer periodes van aanhoudende droogte voor. Daardoor moeten de groentezaailingen dieper in de bodem geplant worden. Het gaat dus ook om grotere kluitplanten, van 20 tot 25 cm hoog. We hebben onze plantmachine voorzien van een grotere ploeg. Ook is de robot aangepast om grotere trays te verwerken, die standaard zijn in de VS.”

Om die aanpassingen te kunnen realiseren, kreeg Agriplant steun van VLAIO via een ontwikkelingsproject. “De financiële steun is mooi”, zegt Bart. “Maar ook de samenwerking is me goed bevallen. VLAIO was een kritisch klankbord voor ons. Dat we een vooropgestelde planning moesten aanhouden was ook een extra stimulans om het onderzoeks- en ontwikkelingstraject snel af te werken. Ik kan het andere ondernemers alleen maar aanraden.” 

Zelfrijdende machine

Bart: “Uniek zijn is belangrijk om onze concurrenten voor te blijven. Daarom willen we blijven innoveren. We spelen met heel wat ideeën: onze machines nog groter maar ook lichter maken bijvoorbeeld. We denken ook aan zelfrijdende plantmachines op zonne-energie of een elektrische batterij. Vandaag worden ze nog getrokken door een tractor. Digitalisering is een derde piste. We willen een digitaal platform ontwikkelen om het aantal plantjes, de diepte om te planten, de vochtigheidsgraad van de bodem … op te volgen.”