Overleven door te innoveren 

Over dochters en zonen 

Flocart, Masureel, Basaltex en Verlimas. Het zijn de vier dochters van de moedermaatschappij Fin-col met elk een specifieke textielactiviteit. De garenververij Masureel is de oudste van de groep. Verlimas is een stukververij waar stof (eenmaal geweven) wordt ingeverfd. Het coatingbedrijf Flocart brengt chemicaliën op geweven textiel aan om de karakteristieken ervan te veranderen of verbeteren, zoals ze waterafstotend of brandvertragend te maken. Basaltex, tot slot, is actief in de composietwereld en produceert textiel op basis van basaltgesteente.  

De geschiedenis van het familiebedrijf gaat terug tot 1860. Vandaag staat Francis Verstraete aan het roer en ook zijn twee zonen, de vijfde generatie, zijn actief in het bedrijf: Charles Verstraete neemt de administratieve en financiële kant van de groep voor zijn rekening en Denis Verstraete trekt de commercieel-operationele kant van Flocart.    

Denis Verstraete (General Manager Flocart): “In de jaren 90 heeft onze vader heel wat overnames gedaan. Elk bedrijf heeft zijn eigen kenmerkende activiteiten, maar toch is er een rode draad. Onze toegevoegde waarde is telkens van chemische aard. Door chemicaliën veranderen we de textiel. We baseren ons telkens op activiteiten voor en na het weven, het weven zelf doen we niet.” 

Groene draad 

Een andere rode – of eerder groene – draad die door de groep loopt, is ecologie en duurzaamheid. Denis: “Dat is deels uit noodzaak, maar we zien het vooral als een sterkte. Textiel en chemie hebben nooit een groen imago gehad. En net die twee domeinen combineren wij. Daarom innoveren we zowel op product- als procesniveau om ecologisch en energetisch een verschil te maken.” 

Een voorbeeld hiervan is het waterzuiveringssysteem. Denis: “We hebben ontzettend veel water nodig voor onze ververijactiviteiten. De textielindustrie innoveert daarom vandaag in het productieproces om zo veel mogelijk grondwater te besparen. Wij sloegen een andere weg in. Omdat onze site langs de Leie is gebouwd, halen we daar het water uit. We verwerken het tot productiewater door het op te warmen en pigmenten toe te voegen. De warmte van het productiewater recupereren we en we gebruiken het water nog eens als koelwater. Vervolgens vloeit het water via een zuiveringsstation terug in de Leie. We verbruiken geen water, we lenen en gebruiken het. Voor elke 100 liter water die we uit de Leie halen, geven we 95 liter terug.” 

Ook Basaltex illustreert de ecologische visie van de familie. Denis: “Basaltsteen werkt brandvertragend en is chemisch bestendig. Dé reden waarom wij in basalt investeren is het feit dat dit product 100% natuurlijk is. We produceren toepassingen voor onder andere de jachtbouw en visserij, bijvoorbeeld mosselkoorden. Wanneer basaltstukken verloren gaan in de oceaan is het geen vreemd element dat daar terechtkomt.” 

Charles Verstraete (CFO van de groep): “Die ecologische ingesteldheid is doorheen heel de groep aanwezig, maar tegelijkertijd zitten we in een sterk prijsgedreven markt. Je businessmodel daar volledig op afstemmen is niet mogelijk. Je moet ernaar streven maar je er 100% op inzetten lukt nog niet want dan word je uit de markt geprijsd. Een gezond evenwicht vinden is belangrijk om te evolueren naar een duurzamer beleid in de toekomst.” 

Een sterke Europese maakindustrie 

De concurrentie vanuit landen als China, de coronacrisis, de Brexit, de hogere producteisen vanuit Europa,… het zijn allemaal zaken die de sector pijn doen. Desondanks zien Charles en Denis nog veel groeimogelijkheden. 

Denis: “De laatste decennia is er veel textielactiviteit uit Europa verdwenen. Maar de overblijvers hebben zichzelf heruitgevonden en zullen er sterker uitkomen. Wij geloven heel sterk in een Europese maakindustrie en vinden het absoluut noodzakelijk om die in stand te houden. Als je voor basismaterialen 100% afhankelijk bent van exotische landen dan zit je als land of regio met een probleem. Het mondmaskertekort heeft dat bijvoorbeeld aangetoond. Wij vinden het belangrijk om een sterke industrie in Europa, België en Vlaanderen te behouden. Op het vlak van flexibiliteit, leveringstermijnen, maar ook duurzaamheid (CO2-uitstoot) biedt een lokaal product op een lokale markt opportuniteiten en voordelen.” 

Innovatiemolen 

Voor de broers vormen deze uitdagingen een drijfveer om te blijven innoveren. Denis: “We zijn continu bezig met zaken die beter kunnen. Dat gaat van zeer producttechnische innovaties of het digitaliseren van productieprocessen tot de keuze van verpakkingsmateriaal. Al die innovaties, groot en klein, zijn even belangrijk voor mij.”  

“We kwamen onlangs tot de vaststelling dat we zodanig veel innoveren, dat we er eigenlijk niet meer bij stilstaan. Het is zinvol om dat af en toe wel te doen,” vult Charles aan. 

Als onderdeel van een langere keten, zijn de bedrijven essentieel voor hun klanten, maar omgekeerd geldt hetzelfde. Zowel Flocart, Masureel als Verlimas hebben een geschiedenis in loonwerk. Dat impliceert dat de klanten hun basisgrondstoffen bij hen binnenbrengen, zij deze afwerken en terugsturen. “Als loonveredelaar is je jaar echter maar zo goed als je klant je werk heeft gegeven,” vertelt Denis. “Die onzekerheid willen we nu opvangen door met Flocart naast dat loonwerk meer in te zetten op eigen producten. Een van onze producten realiseerden we via een VLAIO ontwikkelingsproject: rollo, een bedrukbare, brandvertragende zonnewering op grote breedte.”  

“Het unieke aan dit product is dat we voor 100% op glasbasis werken. Dat is een doordachte keuze vanwege de technische capaciteiten (glasvezel heeft van nature zeer goede brandvertragende eigenschappen) en duurzaamheidsaspecten (het bevat geen pvc en is geen derivaat van petroleum). Momenteel werken we aan een nieuw VLAIO ontwikkelingsproject dat hierop voortbouwt. Daarin willen we met propere chemie dezelfde karakteristieken behouden. Concreet gaan we de brandvertragende compound ecologischer maken door de hallogenen eruit te weren.”  

Charles: “De voorbije jaren hebben we verschillende keren een beroep op VLAIO gedaan. We zaten regelmatig samen met VLAIO bedrijfsadviseur Tine Demoor om lopende projecten te bespreken. Bij onduidelijkheden volstaat het om haar even te bellen. Steeds krijg je dan een zeer doordacht en bruikbaar antwoord terug. Tine informeert ons ook op tijd en stond over nieuwe projecten of interessante calls. Als kmo is het niet altijd eenvoudig om daar de nodige tijd en energie voor te vinden. Dan is het een toegevoegde waarde als iemand als Tine de vinger aan de pols houdt, weet waar we mee bezig zijn, het bedrijf kent en de aandacht vestigt op het een of ander.” 

Investeren in mensen 

Naast de investeringen op product- en procesniveau, zal de groep de komende jaren vooral investeren in mensen. Charles: “Vroeger had je nog veel textielopleidingen en was er een grote pool aan mensen uit de regio om uit te vissen. Dat is nu minder het geval. Bovendien is onze activiteit anders dan 20 jaar geleden. Waar we toen een beroep konden doen op ongeschoolde arbeiders hebben we nu meer nood aan technische profielen. We zullen meer inzetten op employer branding en alle kennis en ervaring van de huidige generatie medewerkers capteren en overdragen naar de volgende generatie.”