Globalisatiemechanisme
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Bepaalde ondernemingen die door de coronacrisis zeer zwaar getroffen zijn, konden via dit mechanisme steun aanvragen. De steun bedroeg 10% van de omzet in de periode van 1 april tot en met 31 december 2019, met aftrek van de al ontvangen premies in 2020.
Wie komt in aanmerking
Algemene voorwaarden
De onderneming is een vennootschap, vereniging of stichting met rechtspersoonlijkheid van privaat recht of een buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut, die voor 2019 een jaarrekening heeft neergelegd en in 2020 een jaarrekening tijdig zal neerleggen.
De neergelegde jaarrekening voor 2020 wordt, indien ze geen betrekking heeft op het volledige kalenderjaar 2020, aangevuld met de voorlegging van de tussentijdse gereviseerde jaarrekening voor het overige gedeelte van het kalenderjaar 2020.
De beslissing over de toekenning van de steun wordt herzien als na neerlegging van de jaarrekening voor het overige gedeelte van het kalenderjaar 2020 blijkt dat die niet overeenstemt met de tussentijdse gereviseerde jaarrekening.
De vereniging en de stichting moeten een economische activiteit uitoefenen.
Ondernemingen die pas in 2020 zijn opgestart dienen geen neergelegde jaarrekening van 2019 te hebben.
Enkel de onderneming die in het laatste kwartaal 2020 nog actief was, komt in aanmerking. Eenmanszaken kunnen geen aanvraag indienen.
Bovendien moet de onderneming beantwoorden aan volgende voorwaarden:
- De onderneming heeft op 30 september 2020 een actieve exploitatiezetel hebben in het Vlaams Gewest die is opgenomen in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO).
- De onderneming heeft in de periode van 1 april 2019 tot en met 31 december 2019 een omzet uit geleverde prestaties, exclusief btw, van minstens € 450.000.
- De onderneming heeft in de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 een omzetdaling van minstens 60% gekend ten gevolge van de coronavirusmaatregelen.
- De onderneming heeft in de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 een boekhoudkundig verlies voor aftrek van belasting geleden.
Uitgesloten ondernemingen
Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:
- ondernemingen die zich in een niet-actieve toestand bevinden ingevolge faillissement, vereffening, stopzetting of ontbinding;
- holdingvennootschappen;
- patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);
- managementvennootschappen;
- ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen (indien zij naast de verlening van zakelijke diensten ook eigen exploitatieactiviteiten uitoefenen, kunnen zij wel in aanmerking komen);
- ondernemingen die zich op 31 december 2019 volgens de Europese definitie in moeilijkheden bevonden;
- de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België.
Omzetdaling 60%
De omzetdaling is de daling van de omzet (excl. btw) ingevolge verminderde prestaties door de vermelde exploitatiebeperkingen in de periode van 1 april tot en met 31 december 2020 ten opzichte van de omzet in de periode van 1 april tot en met 31 december 2019.
Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in de laatste drie kwartalen van 2019 wordt de gerealiseerde omzet in de periode van 1 april tot en met 31 december 2020 vergeleken met de verwachte omzet van diezelfde periode, vermeld in het financieel plan.
Uitzonderlijke en éénmalige opbrengsten of inkomsten worden niet meegeteld voor de berekening van de omzetdaling.
Omvang steun
10% van de omzet
De steun bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 april tot en met 31 december 2019.
Berekening steun
1. Het steunbedrag wordt beperkt tot:
A. 90% voor kleine ondernemingen en 70% voor middelgrote en grote ondernemingen van de niet gedekte vaste kosten in de periode van 1 april tot en met 31 december 2020.
Niet gedekte vaste kosten is het verlies vóór aftrek van de belastingen.
Het verlies vóór aftrek van belastingen wordt bepaald analoog aan de resultaatberekening van code 9903 van de jaarrekening.
B. het maximale steunbedrag dat op 2 manieren kan worden bepaald:
- Ofwel op basis van de verruimde tewerkstelling in de laatste 3 kwartalen van 2019 en de omzetdaling (zie tabel verder*)
- Ofwel op basis van de minimale RSZ-tewerkstelling in de laatste 3 kwartalen van 2019, de minimale omzet in de laatste 3 kwartalen van 2019 en de omzetdaling (zie tabel verder**)
2. Van deze berekende steun worden de volgende subsidies, eventueel verkregen in 2020, afgetrokken: de corona hinderpremie, de corona compensatiepremie, de corona ondersteuningspremie en de subsidie in het kader van het Vlaams Beschermingsmechanisme.
3. Indien na aftrek van deze coronasteun vermeld in punt 2.:
- het saldo positief is, dan wordt dit bedrag uitbetaald.
- het saldo negatief is, dan ontvangt men geen bijkomende steun maar mag men, indien men voldoet aan de voorwaarden van ontvangen steunmaatregelen, de reeds genoten steun in 2020 behouden.
*Tabel Bepaling maximale steun op basis van de verruimde tewerkstelling in de laatste 3 kwartalen van 2019 en de omzetdaling
Verruimde
|
Omzetdaling
|
Omzetdaling
|
Omzetdaling
|
1 tot 4 werknemers |
€ 15.000 |
€ 30.000 |
€ 50.000 |
5 tot 19 werknemers |
€ 25.000 |
€ 50.000 |
€ 100.000 |
20 tot 49 werknemers |
€ 50.000 |
€ 100.000 |
€ 250.000 |
50 tot 199 werknemers |
€ 250.000 |
€ 500.000 |
€ 1.000.000 |
> 199 werknemers |
€ 500.000 |
€ 1.000.000 |
€ 2.000.000 |
**Tabel Bepaling maximale steun op basis van de minimale RSZ-tewerkstelling in de laatste 3 kwartalen van 2019, de minimale omzet in de laatste 3 kwartalen van 2019 en de omzetdaling
Minimale
|
Minimale
|
Omzetdaling
|
Omzetdaling
|
Omzetdaling
|
1 werknemer |
€ 1.125.000 |
€ 25.000 |
€ 50.000 |
€ 100.000 |
5 werknemers |
€ 3.000.000 |
€ 50.000 |
€ 100.000 |
€ 250.000 |
10 werknemers |
€ 9.000.000 |
€ 250.000 |
€ 500.000 |
€ 1.000.000 |
20 werknemers |
€ 25.000.000 |
€ 500.000 |
€ 1.000.000 |
€ 2.000.000 |
Definitie RSZ-tewerkstelling
De RSZ-tewerkstelling is het gemiddelde van de kwartaalgemiddelden in de drie laatste kwartalen van 2019 van het aantal bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) ingeschreven voltijdsequivalent personeel.
De RSZ-tewerkstelling omvat de voltijdse en deeltijdse tewerkstelling met arbeidsovereenkomst, de studentenarbeid waarop RSZ verschuldigd is, de flexi-jobbers en de gelegenheidswerknemers.
Voor ondernemingen die gestart zijn vanaf het derde kwartaal van 2019 worden de kwartalen waarin de onderneming actief was in aanmerking genomen.
Definitie verruimde tewerkstelling
De verruimde tewerkstelling bestaat uit:
- de RSZ-tewerkstelling
- het gemiddelde van de kwartaalgemiddelden in de drie laatste kwartalen van in 2019 voltijdsequivalent bij de onderneming tewerkgestelde:
- actief werkende vennoten (met een voltijds equivalent werkende vennoot wordt gelijkgesteld een vennoot met een netto belastbaar beroepsinkomen in 2019 van minimaal € 13.933,78 op jaarbasis)
- uitzendkrachten, aangesteld via een uitzendkantoor of een sociaal bureau voor kunstenaars
- jobstudenten, waarvoor geen RSZ verschuldigd is
- medewerkers van dienstenleveranciers.
Het aantal voltijdsequivalent tewerkgestelde medewerkers van dienstenleveranciers wordt bepaald op basis van de gefactureerde bedragen, exclusief btw, voor diensten door de voormelde medewerkers die ingezet worden voor de uitvoering van de activiteiten van de onderneming. Een gefactureerd bedrag van € 50.000, exclusief btw, in de drie laatste kwartalen van 2019, wordt gelijkgesteld met één voltijds equivalent. Maximaal 5 voltijdsequivalenten worden in aanmerking genomen.
Het resultaat van de berekening van de RSZ-tewerkstelling en de verruimde tewerkstelling wordt bij de bepaling van het steunplafond afgerond naar boven op het dichtstbijzijnde gehele getal.
Europese Tijdelijke Kaderregeling
Deze maatregel werd aangemeld onder het artikel 3.1 van de Tijdelijke kaderregeling in het kader van de huidige COVID-19-uitbraak. Dit artikel laat toe dat maximaal € 1.800.000 steun per onderneming kan worden toegekend. Voor ondernemingen actief in de landbouwsector bedraagt het maximum steunplafond € 225.000 en voor ondernemingen actief in de visserij en aquacultuursector € 270.000.
Een lijst van VLAIO maatregelen die werden aangemeld onder dit artikel vind je terug op Veel gestelde vragen: De-minimis (Welke steun valt er onder). Ook bepaalde andere Vlaamse en federale maatregelen werden hieronder aangemeld (vb. De RSZ vermindering voor de hotel, reissector en evenementensector, Coronalening (eerste schijf van € 1,8 miljoen)).
Aanvraagprocedure
Aanvragen van 1 april tot en met 30 september
De online aanvraag kan vanaf 1 april 2021 tot en met 30 september 2021 via de online tool op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme. Raadpleeg zeker ook de handleiding die beschikbaar is in de rubriek Aanvraagprocedure op de website.
Geen automatische goedkeuring
Er gebeurt geen automatische goedkeuring. VLAIO zal elke aanvraag manueel onderzoeken en vervolgens beslissen of de subsidie wordt toegekend.
Bij de indiening zullen verschillende gegevens moeten ingevuld worden en stavingsdocumenten opgeladen worden.
Onder meer een tussentijdse gereviseerde resultatenrekening of proef saldibalans van de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 die als basis gediend heeft voor de neergelegde jaarrekening van 2020.
Een volledig overzicht vind je op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme/aanvraagprocedure.
Beslissing
De beslissing wordt per e-mail meegedeeld aan de onderneming. Een beslissing tot definitieve steuntoekenning kan pas genomen worden nadat de jaarrekening 2020 werd neergelegd en beschikbaar is voor VLAIO bij de Nationale Bank van België.
Indien je de jaarrekening niet tijdig kan neerleggen, zal je VLAIO een tussentijdse gereviseerde jaarrekening voor het overige gedeelte van het kalenderjaar 2020 moeten bezorgen. VLAIO moet ten laatste in november 2021 een neergelegde jaarrekening of een tussentijdse gereviseerde jaarrekening 2020 ter beschikking hebben om tijdig het dossier te kunnen afhandelen.
Indien na neerlegging van de jaarrekening voor het overige gedeelte van het kalenderjaar 2020 achteraf blijkt dat die niet overeenstemt met de tussentijdse gereviseerde jaarrekening die ter beschikking gesteld werd, zal de beslissing over de toekenning van de steun herzien worden.
Uitbetaling
De uitbetaling van de premie gebeurt automatisch na goedkeuring van de aanvraag door VLAIO en enkel op een Belgisch rekeningnummer van de begunstigde onderneming.
Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank.
Contact
Raadpleeg ook de rubriek Veelgestelde vragen. Hier kan je o.m. een voorbeeld terugvinden van de steunberekening en meer informatie over de ter beschikkingstelling van de neergelegde jaarrekening.
1030 Brussel
België