Globalisatiemechanisme 2021
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Bepaalde ondernemingen die door de coronacrisis zeer zwaar getroffen zijn, konden via dit mechanisme steun aanvragen. De steun bedroeg 10% van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.
De steun in het kader van het Vlaams beschermingsmechanisme 4 tot en met 11 en het terugbetaalbaar voorschot evenementensector oproep 2021 wordt in mindering gebracht van deze subsidie.
1. In de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 een omzetdaling van minstens 40% hadden.
2. Een omzetdaling van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van het kalenderjaar 2021 én een boekhoudkundig verlies in het kalenderjaar 2021 hebben geleden ingevolge de coronamaatregelen.
3. Een minimum omzet van € 600.000 in het kalenderjaar 2019 hadden.
Je kon tot en met 13 juni 2022, 20u een aanvraag indienen op vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme-2021.
Wie komt in aanmerking
Algemene voorwaarden
De onderneming is een vennootschap, vereniging of stichting met rechtspersoonlijkheid van privaat recht of een buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut, die voor 2019 en 2020 een jaarrekening heeft neergelegd en voor het kalenderjaar 2021 een jaarrekening zal neerleggen.
De vereniging en de stichting moeten een economische activiteit uitoefenen.
Ondernemingen die pas in 2021 zijn opgestart dienen geen neergelegde jaarrekening van 2019 en 2020 te hebben.
Eenmanszaken kunnen geen aanvraag indienen.
Bovendien moet de onderneming beantwoorden aan volgende voorwaarden:
- De onderneming heeft op 1 juli 2021 een actieve exploitatiezetel hebben in het Vlaams Gewest die is opgenomen in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO).
- De onderneming heeft in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 een omzet uit geleverde prestaties, exclusief btw, van minstens € 600.000.
- De onderneming heeft een omzetdaling van minstens 40% in het kalenderjaar 2021 en van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van het kalenderjaar 2021 ten aanzien van dezelfde periode in 2019.
- De onderneming heeft een omzetdaling van minstens 40% in het kalenderjaar 2021 en van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van het kalenderjaar 2021 ten aanzien van dezelfde periode in 2019.
- De onderneming heeft niet gedekte vaste kosten in het kalenderjaar 2021
De onderneming met een minimale omzet van € 50.000.000 in het kalenderjaar 2019 kan steun voor een bedrijfstak van de onderneming aanvragen.
De bedrijfstak komt enkel in aanmerking als hij voldoet aan alle volgende voorwaarden:
- heeft een actieve vestiging in het Vlaams Gewest;
- zijn omzet bedraagt minstens € 33.000.000 of één derde van de totale omzet van de onderneming in het kalenderjaar 2019;
- heeft een verruimde tewerkstelling van minstens 25 voltijdsequivalent tewerkgestelden;
- heeft een omzetdaling van minstens 40% in het kalenderjaar 2021 en van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van het kalenderjaar 2021;
Voormelde omzet, de verruimde tewerkstelling en de omzetdaling van de bedrijfstak worden vastgesteld op basis van een verklaring op eer door een erkende (fiscaal) accountant, een bedrijfsrevisor of een gecertificeerde accountant.
Uitgesloten ondernemingen
Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:
- ondernemingen die zich in een niet-actieve toestand bevinden ingevolge faillissement, vereffening, stopzetting of ontbinding;
- holdingvennootschappen;
- patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);
- managementvennootschappen;
- ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;
- ondernemingen die zich op 31 december 2019 volgens de Europese definitie in moeilijkheden bevonden;
- de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België.
Omzetdaling
Omzetdaling van minstens 40% voor het volledige kalenderjaar 2021
De omzetdaling is de daling van de omzet ten gevolge van de coronavirusmaatregelen, exclusief de btw en op basis van:
- de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van het kalenderjaar 2021. Als referentieperiode geldt het kalenderjaar 2019.
- een verklaring op eer door een erkende externe (fiscaal) accountant, bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant over de omzet, exclusief btw, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes in het kalenderjaar 2021. Als referentieperiode geldt het kalenderjaar 2019.
Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in de voormelde referentieperiode is de omzet in de referentieperiode de verwachte omzet van 2021, vermeld in het financieel plan dat neergelegd werd bij de oprichting van de onderneming.
Voor ondernemingen die in de loop van de referentieperiode gestart zijn, wordt de omzet vanaf de start tot 31 december 2019 herrekend naar een omzet van het kalenderjaar 2019. De omzet vanaf de start van de onderneming tot 31 december 2019 wordt gedeeld door het aantal volle gepresteerde maanden in de referentieperiode en vermenigvuldigd met 12.
Omzetdaling van minstens 60% in minstens 2 aparte kwartalen in het kalenderjaar 2021
De omzetdaling is de omzetdaling van het kwartaal in 2021 ten gevolge van de coronavirusmaatregelen, exclusief de btw, op basis van:
- de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van een kwartaal in het kalenderjaar 2021. Als referentieperiode geldt het overeenstemmende kwartaal in het kalenderjaar 2019
- een verklaring op eer door een erkende externe (fiscaal) accountant, bedrijfsrevisor of een gecertificeerde accountant over de omzet, exclusief btw, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van een kwartaal in het kalenderjaar 2021. Als referentieperiode geldt het overeenstemmende kwartaal in het kalenderjaar 2019.
Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in de voormelde referentieperiode is de omzet in de referentieperiode de verwachte omzet voor het overeenstemmend kwartaal in 2021, vermeld in het financieel plan dat neergelegd werd bij de oprichting van de onderneming.
Voor ondernemingen die in de loop van voormelde referentieperiode gestart zijn, wordt de omzet vanaf de start tot het einde van voormelde referentieperiode herrekend naar een omzet van voormelde referentieperiode. De volgende formule wordt hierbij gehanteerd: de omzet vanaf de start van de onderneming tot het eind van voormelde referentieperiode wordt gedeeld door het aantal volle gepresteerde maanden in voormelde referentieperiode en vermenigvuldigd met 3.
Uitzonderlijke en éénmalige opbrengsten of inkomsten, die geen verband houden met de algemene bedrijfsvoering van de onderneming worden niet meegeteld voor de berekening van de omzetdaling.
Omvang steun
10% van de omzet
De steun bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.
Berekening steun
Deze steun wordt beperkt tot:
- maximaal 50% van de niet gedekte vaste kosten in het kalenderjaar 2021. Niet gedekte vaste kosten is het verlies vóór aftrek van de belastingen. Het verlies vóór aftrek van belastingen wordt bepaald analoog aan de resultatenberekening van code 9903 van de jaarrekening.
- het maximale subsidiebedrag dat op de volgende twee manieren kan worden bepaald:
- op basis van de verruimde tewerkstelling en de omzetdaling in het kalenderjaar 2021, overeenkomstig tabel 1: zie Hoeveel steun kan toegekend worden?
- op basis van de minimale RSZ-tewerkstelling, de minimale omzet in de referentieperiode (kalenderjaar 2019) en de omzetdaling in het kalenderjaar 2021 overeenkomstig tabel 2: zie Hoeveel steun kan toegekend worden?
De omzet in de referentieperiode waarop het steunpercentage wordt toegepast, wordt beperkt tot 75% als de omzetdaling in het kalenderjaar 2021 lager is dan 70% en er geen drie kwartalen in het kalenderjaar 2021 zijn met een omzetdaling van minstens 60%.
Bovendien wordt altijd de steun in het kader van het Vlaams beschermingsmechanisme 4 tot en met 11 en het terugbetaalbaar voorschot evenementensector oproep 2021 in mindering gebracht van de subsidie.
Enkel wanneer er een positief saldo is, kan er steun worden toegekend.
Voor meer informatie over de definitie van niet gedekte kosten, RSZ-tewerkstelling en verruimde tewerkstelling kan je raadplegen op Hoeveel steun kan toegekend worden?
Europese Tijdelijke Kaderregeling
Deze maatregel werd aangemeld onder de Tijdelijke kaderregeling in het kader van de huidige COVID-19-uitbraak.
Een lijst van VLAIO maatregelen die werden aangemeld onder dit artikel vind je terug op Veel gestelde vragen: De-minimis (Welke steun valt er onder).
Aanvraagprocedure
Aanvragen van 16 mei tot en met 13 juni
De online aanvraag kan vanaf 16 mei 2022 tot en met 13 juni 2022 via de online tool op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme-2021/aanvraagprocedure. Raadpleeg zeker ook de handleiding die beschikbaar is in de rubriek Aanvraagprocedure op de website.
Geen automatische goedkeuring
Er gebeurt geen automatische goedkeuring. VLAIO zal elke aanvraag manueel onderzoeken en vervolgens beslissen of de subsidie wordt toegekend.
Bij de indiening zullen verschillende gegevens moeten ingevuld worden en stavingsdocumenten opgeladen worden.
Een volledig overzicht vind je op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme-2021/aanvraagprocedure.
Beslissing
De beslissing wordt per e-mail meegedeeld aan de onderneming. Een beslissing tot de uitbetaling van de steun kan pas gebeuren nadat de jaarrekening van het boekjaar 2021 werd neergelegd en beschikbaar is voor controle door VLAIO.
Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank.
Contact
Raadpleeg ook de rubriek Veelgestelde vragen. Hier kan je o.m. een voorbeeld terugvinden van de steunberekening en meer informatie over de ter beschikkingstelling van de neergelegde jaarrekening.
1030 Brussel
België