Individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO)
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Ondernemingen, vzw’s, en administratieve overheden (niet de wetgevende of rechterlijke macht) die geen geschikte arbeidskrachten vinden, kunnen via bemiddeling van de VDAB tegen gunstige voorwaarden een werkzoekende zelf opleiden binnen de onderneming. Afhankelijk van de te ontwikkelen competenties duurt de opleiding één tot zes maanden. Indien de opleiding succesvol is, krijgt de cursist een arbeidsovereenkomst.
Wie komt in aanmerking
Werkgever
Alle werkgevers die behoren tot de private of openbare sector kunnen deze maatregel toepassen op voorwaarde dat de exploitatiezetel gevestigd is in het Vlaamse of het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Werknemer
Elke bij de VDAB ingeschreven niet-werkende werkzoekende die in België mag werken, komt in aanmerking voor een IBO, ook werkzoekenden die geen uitkering ontvangen.
Volgende voorwaarden dienen gerespecteerd te zijn:
- De kandidaat mag geen ontslag genomen hebben om een IBO te starten;
- De kandidaat mag niet als zelfstandige in hoofdberoep actief zijn;
- De kandidaat mag nog niet gewerkt hebben voor de onderneming tenzij:
- als uitzendkracht (max. 20 werkdagen in een 5-dagenstelsel of max. 24 werkdagen in een 6-dagenstelsel);
- als jobstudent op voorwaarde dat hij tijdens de IBO nog competenties moet aanleren of bijschaven.
Omvang steun
De IBO wordt vastgelegd in een opleidingscontract dat ondertekend wordt door de 3 partijen: de cursist, het bedrijf en de VDAB/gemandateerde partnerorganisatie. Bij deze overeenkomst hoort een opleidingsplan dat duidelijk aangeeft welke competenties tijdens de IBO zullen worden ontwikkeld, en hoe de verdere begeleiding door het bedrijf en de VDAB/gemandateerde partnerorganisatie zal gebeuren.
Tijdens de opleiding krijgt de cursist bovenop zijn uitkering een IBO-premie tot minstens 80% bereikt wordt van het Gewaarborgd Gemiddeld Minimum Maandinkomen (GGMMI). Indien de cursist geen vervangingsinkomen heeft, ontvangt deze van de VDAB een IBO-premie van 80% van het GGMMI.
Het bedrijf betaalt tijdens de IBO geen loon of RSZ, enkel een vast maandelijks forfaitair bedrag (afhankelijk van het toekomstige loon) aan de VDAB:
Loonschaal | Factuur voor onderneming |
< € 2.113,74 | € 650 |
€ 2.113,74 - 2.487,97 | € 800 |
€ 2.487,98 - 2.860,98 | € 1.000 |
€ 2.860,99 - 3.232,77 | € 1.200 |
> € 3.232,77 | € 1.400 |
De werkgever verzekert de cursist tegen arbeidsongevallen en brengt een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid in orde. Eveneens staat de werkgever in voor de risicoanalyse, medisch onderzoek en dimona-aangifte (IVT) vóór de start van de IBO.
Bij langdurige afwezigheden van een cursist kan de kostprijs van de werkgever pro rata berekend worden.
Extra ondersteuning
- Voor werkzoekenden die langdurig werkloos zijn of een (indicatie van) arbeidshandicap hebben, is een meer flexibele looptijd mogelijk. Deze IBO-plus is gratis voor de werkgever indien de werkgever extra inspanningen doet om de opleiding te doen slagen;
- Voor anderstalige werkzoekenden biedt VDAB gratis taalondersteuning Nederlands aan op de werkvloer.
Aanvraagprocedure
Een IBO kan aangevraagd worden via werkgevers.vdab.be/ibo.
Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank.