Investeringsaftrek

Laatst gewijzigd op 28 mrt 2024 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
zelfstandigen & ondernemingen
Voor wat
bepaalde investeringen
Fiscaal voordeel
8 tot 42% van de investeringen mag worden afgetrokken van de belastbare winst

Wat houdt de maatregel in

Een onderneming, die bij de oprichting of uitbreiding van haar activiteiten een investering uitvoert, kan onder bepaalde voorwaarden een investeringsaftrek verkrijgen. Dit is een fiscaal voordeel waarbij men een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen uitgevoerd tijdens het belastbaar tijdperk, mag aftrekken van de belastbare winst. Het percentage past men éénmalig toe op de aanschaffings- of beleggingswaarde van de goederen. In enkele gevallen mag men de aftrek spreiden over de afschrijvingsperiode van de investeringen. Vooral de verhoogde aftrekken zijn belangrijk.

Indien de winst onvoldoende is, mag de investeringsaftrek onder bepaalde voorwaarden worden overgedragen op de winsten van een volgend belastbaar tijdperk.

1. Alle percentages worden jaarlijks bekend gemaakt door een bericht in het Belgisch Staatsblad (BS). Het bericht voor investeringen in 2024 (aanslagjaar 2025) werd nog niet gepubliceerd. We houden je op de hoogte via de Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank
2. Ondertussen kan je het Wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen (Parlementair Document 55K3865) raadplegen met de hervorming van de investeringsaftrek. Deze nieuwe regeling zal van toepassing zijn op vaste activa die vanaf 1 januari 2025 worden verkregen of tot stand gebracht. Hierin zal worden gewerkt met drie categorieën van investeringsaftrekken waarbij telkens wordt gewerkt met vaste percentages:  
A. Basisaftrek: van 10% voor zelfstandigen en kleine vennootschappen. Dit percentage zal worden verdubbeld voor 'digitale vaste activa' (software en apparatuur ter ondersteuning van digitale betalings- en facturatiesystemen, digitale boekhoudsystemen, digitale CRM-systemen, digitale e-commerce platformsystemen en digitale systemen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie);
B. Verhoogde thematische aftrek: van 40% (zelfstandigen en kleine vennootschappen) en 30% (andere vennootschappen). Hiervoor zullen 4 lijsten met investeringen worden opgemaakt: 1. investeringen in efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie, 2. investeringen in koolstofemissievrij vervoer, 3. milieuvriendelijke investeringen, 4. ondersteunende digitale investeringen (nl. investeringen die verwant zijn aan de drie voormelde investeringscategorieën).
C. Technologieaftrek: van 13,5% voor investeringen in octrooien en milieuvriendelijke investeringen voor O&O. Dit percentage zal worden verhoogd tot 20,5% voor de gespreide investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen voor O&O. 
Zodra hierover nieuwe informatie beschikbaar is brengen we je op de hoogte via de Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank

Wie komt in aanmerking

De investeringsaftrek kan, afhankelijk van de categorie, genoten worden door eenmanszaken, kleine en grote vennootschappen die winsten ontvangen uit een industriële, commerciële of landbouwactiviteit. Ook de beoefenaars van vrije beroepen komen in aanmerking. 

Vzw’s komen voor deze maatregel enkel in aanmerking indien ze onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting.

Een kleine vennootschap is een vennootschap die op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de criteria opgenomen in artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit houdt in dat er voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria wordt overschreden:

  • Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers;
  • Jaaromzet exclusief btw: € 9.000.000;
  • Balanstotaal: € 4.500.000.

Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar.

In het geval van verbonden vennootschappen moeten de criteria inzake omzet en balanstotaal op geconsolideerde (gegroepeerde) basis worden berekend. Wat het criterium personeelsbestand betreft, wordt het aantal werknemers opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld. 
Wanneer er boekhoudkundig geen consolidatie wordt opgemaakt, kan men kiezen voor een alternatieve consolidatie (verhoging van de drempels met 20% tot € 10,8 miljoen omzet en € 5,4 miljoen balanstotaal).

Wat komt in aanmerking

In de algemene regel moet het gaan om materiële of immateriële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht. Deze activa moeten in België uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en ze moeten ten minste over drie jaar afschrijfbaar zijn. ‘Leasing’ komt ook in aanmerking.

Volgende investeringen zijn uitgesloten van de investeringsaftrek:

  • niet uitsluitend voor het beroep gebruikte vaste activa;
  • vaste activa die niet afschrijfbaar zijn of worden afgeschreven over een termijn van minder dan 3 belastbare tijdperken;
  • activa die geen rechtstreeks verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid;
  • de gebouwen aangeschaft in het vooruitzicht van wederverkoop;
  • bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer die kosten niet samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben worden afgeschreven
  • de personenwagens (met max. 8 zitplaatsen + plaats bestuurder) en de wagens voor dubbel gebruik. Op deze uitsluiting gelden volgende 2 uitzonderingen:
    • voertuigen die uitsluitend gebruikt worden voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder en op grond daarvan van de verkeersbelasting op de autovoertuigen vrijgesteld zijn;
    • voertuigen die in erkende autorijscholen uitsluitend worden gebruikt voor praktisch onderricht en daartoe speciaal zijn uitgerust;
    • ook de lichte vrachtauto's worden niet uitgesloten tenzij het voertuig niet voldoet aan de voorwaarde om als lichte vrachtwagen te kwalificeren volgens art 4, § 2 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen.
  • activa waarvan het recht van gebruik op een andere wijze dan leasing, erfpacht, ... (bvb. via een huurovereenkomst) aan een derde wordt verleend. Een uitzondering wordt echter gemaakt als de gebruiker een natuurlijk persoon is of een vennootschap die het gehuurde goed gebruikt voor de uitoefening van de beroepsactiviteit (zie financien.belgium.be/nl/ondernemingen/vennootschapsbelasting > Belastingvoordelen > Investeringsaftrek > Welke investeringen zijn uitgesloten van de aftrek).

Gewone en gespreide investeringaftrek

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)
Gewone investeringen
Gespreide aftrek**
Natuurlijke personen8% / 8%  12,5% / 17,5% 
Kleine vennootschappen8% / 8%/
Andere vennootschappen//

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

**De gespreide aftrek voor investeringen (de aftrek wordt gespreid over de afschrijvingsperiode van de investeringen kan enkel worden toegepast door natuurlijke personen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen op de eerste dag van het belastbaar tijdperk verbonden met het betreffende aanslagjaar).
Sinds het aanslagjaar 2007 is de gespreide aftrek voor vennootschappen afgeschaft. Indien die aftrek echter werd verleend voor een vroeger aanslagjaar, dan blijft de investeringsaftrek lopen voor de resterende periode ervan.

Digitale investeringen

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)**
 
Natuurlijke personen15,5%/ 20,5%
Kleine vennootschappen15,5%/ 20,5% 
Andere vennootschappen/

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

** Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit werd verhoogd met 10% tot 20,5%.

Ook eenmanszaken moeten hier beantwoorden aan de criteria van artikel 15 §§ 1 tot 6 van het Wetboek van vennootschappen.

Deze verhoogde aftrek heeft betrekking op investeringen in digitale vaste activa die dienen voor de integratie en de exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en de systemen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie. 

Meer in detail gaat het over:

  • Digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen:
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de elektronische betaling vergemakkelijken;
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor elektronische facturatie, handtekening of archivering.
  • Investeringen in systemen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie (ICT):
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor de beveiliging van informatie, netwerken en ICT-installaties;
    • investeringen in monitoring- en auditinstrumenten voor de beveiligingssystemen van ICT;
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) die een veiliger beheer van de door de onderneming verzamelde persoonsgegevens mogelijk maken.
  • Aanvullende investeringen nuttig bij de uitvoering van de investeringen in digitale betalings- en facturatiesystemen of in systemen die dienen voor de beveiliging van ICT:
    • de kosten voor softwareontwikkeling die verband houden met de hogervermelde investeringen en die samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben, worden afgeschreven;
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de interfacing van de hogervermelde systemen met systemen van de onderneming of naar systemen buiten de onderneming mogelijk maken (met inbegrip van de investeringen voor interfaces tussen systemen voor facturatie, betaling en boekhoudkundige programma's).

Ook de investering in een witte kassa of in een webshop voor e-commerce komen in aanmerking voor het fiscaal voordeel.

In artikel 49/1, KB/WIB 92 wordt verduidelijkt wat de dienstverlener op de factuur (of in een bijlage bij de factuur) moet vermelden om van deze verhoogde aftrek te kunnen genieten.

Energiebesparende investeringen

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024**)
 
Natuurlijke personen15,5%/ 20,5%
Kleine vennootschappen15,5%/ 20,5%
Andere vennootschappen15,5%/ 20,5%

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

**Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit werd verhoogd met 10% tot 20,5%.

Om te kunnen genieten van de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen moeten deze investeringen opgenomen zijn in een bepaalde categorie (zie bijlage). Bovendien moet er een attest bij de belastingaangifte worden toegevoegd.

Dit attest wordt digitaal aangevraagd binnen drie maanden na de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de activa zijn verworven, zie: www.vlaanderen.be/verhoogde-investeringsaftrek-voor-energiebesparende-investeringen-door-ondernemingen.

Facturen moeten, samen met een ondertekende verklaring op erewoord en een automatische gegenereerde samenvatting van de dossiergegevens, verstuurd worden naar:

Vlaamse Overheid
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
Koning Albert II-laan 20, bus 17
1000 Brussel
T 02 553 46 00
E-mail: investeringsaftrek.veka@vlaanderen.be
Website: www.vlaanderen.be/verhoogde-investeringsaftrek-voor-energiebesparende-investeringen-door-ondernemingen

Beveiligingsinvesteringen

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024**)
 
Natuurlijke personen22,5%/ 27,5% 
Kleine vennootschappen22,5%/ 27,5% 
Andere vennootschappen/

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

**Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit werd verhoogd met 17% tot 27,5%. 

Deze aftrek betreft de investeringen voor de beveiliging van de beroepslokalen of bedrijfsvoertuigen en is enkel van toepassing voor kleine vennootschappen.

Investeringen voor de beveiliging van de beroepslokalen

Volgende investeringen van nieuw materiaal komen in aanmerking:

  • anti-ramkraaksystemen;
  • toegangscontrolesystemenvertragingselementen op de parking;
  • specifiek inbraakwerend glas;
  • specifiek inbraakwerende rolluiken;
  • beveiligingssystemen voor deuren, ramen, luiken, garagepoorten, lichtkoepels, dakvensters, keldergaten en hekkengepantserde deuren;
  • materieel voor de detectie van diefstal;
  • goederenkluis met een inbraakvertragend slot;
  • kassa’s met beschermkap of een anti-graaikap;
  • neutralisatiesysteem van waarden (light-CIT);
  • specifiek inbraakwerende afrastering voor bouwwervensloten en andere beveiligingssystemen van materieel op een bouwwerf;
  • alarmsystemen camerasystemen;
  • volgsystemen.

De aannemer moet aangeven in welke beroepslokalen de werken werden uitgevoerd en een verklaring afleggen over de kwaliteit ervan. De aannemer moet dus aantonen dat de investeringen en materialen voldoen aan de wettelijke vereisten. 

Investeringen voor de beveiliging van bedrijfsvoertuigen

Bedrijfsvoertuigen worden hierbij gedefinieerd als:

  • voertuigen aangewend voor bezoldigd personenvervoer, met name autobussen, autocars en de autovoertuigen die uitsluitend worden aangewend hetzij tot een taxidienst, hetzij tot verhuring met bestuurder;
  • voertuigen aangewend voor goederenvervoer, met name trekkers en vrachtwagens, en aanhangwagens en opleggers met een maximum toegelaten massa van minstens 4 ton.

Voor de investeringen in beveiligingen komt het volgende in aanmerking:

  • immobilisatiesystemen die het starten van het bedrijfsvoertuig beletten;
  • alarmsystemen die de inbraak of geweldsuitoefening in het bedrijfsvoertuig detecteren;
  • alarmsystemen die door de chauffeur van het bedrijfsvoertuig kunnen worden ingeschakeld bij het opmerken van een poging tot inbraak of geweldpleging;
  • nadiefstalsystemen die erop gericht zijn te verhinderen dat een gestolen voertuig verdwijnt of die een gestolen bedrijfsvoertuig kunnen positioneren en volgen;
  • sloten en andere beveiligingssystemen die de toegang tot het bedrijfsvoertuig verhinderen of vertragen.

De alarmsystemen moeten geplaatst worden door een erkende beveiligingsonderneming. Deze onderneming moet een factuur uitreiken die aan een aantal voorwaarden voldoet. Zo moet de installateur op de factuur verklaren dat het geïnstalleerd materieel gecertificeerd is volgens het kwaliteitslabel INCERT of volgens een gelijkaardige kwaliteitsnorm. Daarnaast moet hij verklaren dat het geplaatst materieel het stelen van het bedrijfsvoertuig beoogt te verhinderen of te vertragen of dat het geplaatst materieel een slot of een ander beveiligingssysteem is die op het bedrijfsvoertuig wordt geplaatst.

Belastingaangifte

De uitgaven moeten opgenomen worden in de belastingaangifte. Volgende documenten moeten ter beschikking worden gehouden voor de FOD financiën:

  • Facturen van de investering;
  • Betalingsbewijzen van deze facturen;
  • Verklaring van de aannemer op de factuur of bijlage die de kwaliteit van het materiaal garandeert;
  • Voor de alarmsystemen en de volgsystemen, het bewijs van een geschreven overeenkomst met een goedgekeurde alarmcentrale;
  • Voor de camerasystemen, het attest dat bewijst dat het systeem werd aangegeven via het online aangiftesysteem www.aangiftecamera.be.

Investeringen in O&O

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)**
 investeringen in O&O
gespreide aftrek***
Natuurlijke personen15,5%/ 20,5%23,5% / 27,5%
Kleine vennootschappen15,5%/ 20,5%23,5% / 27,5%
Andere vennootschappen>15,5%/ 20,5%23,5% / 27,5%

Deze verhoogde aftrek geldt voor 'milieuvriendelijke' investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Dit zijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect op het leefmilieu hebben of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken. Deze aftrek kan worden gespreid over de afschrijvingsperiode van deze activa. De voorwaarde van een tewerkstelling van minder dan 20 werknemers is hier niet van toepassing.

Om dit milieuvriendelijk karakter van de investering te bewijzen moet een attest worden gevoegd bij de aangifte van de inkomstenbelastingen van het tijdperk waarin de bedoelde bestanddelen zijn aangeschaft of tot stand gebracht. Om van deze aftrek te kunnen genieten, dient het bedrijf bijvoorbeeld een R&D-afdeling te hebben of innovatiesteun te hebben genoten via bijvoorbeeld VLAIO.

Sinds het aanslagjaar 2007 kunnen vennootschappen opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling. Het fiscale voordeel wordt hierbij niet toegekend in de vorm van een aftrek van het fiscale resultaat, maar op de verschuldigde vennootschapsbelasting wordt er een belastingvermindering toegepast. Vennootschappen die kiezen voor dit belastingkrediet kunnen nooit meer de investeringsaftrek toepassen voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling (zowel de éénmalige als de gespreide). 

Een aanvraagformulier tot het verkrijgen van dit attest wordt aangevraagd bij:

Vlaamse Overheid
Departement Omgeving
Afdeling Partnerschappen met Besturen en Maatschappij
Koning Albert II-laan 20, bus 8 
1000 Brussel
T 0492 22 58 11
E-mail: attestOenO.omgeving@vlaanderen.be  
Website: omgeving.vlaanderen.be/verhoogde-investeringsaftrek-of-belastingkrediet-voor-onderzoek-en-ontwikkeling

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

**Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit werd verhoogd met 10% tot 20,5%.

***Voor de gespreide aftrek voor milieuvriendelijke investeringen in O&O (de aftrek wordt gespreid over de afschrijvingsperiode van de investeringen) is de voorwaarde van een tewerkstelling van minder dan 20 werknemers niet van toepassing.

Verwerving van Octrooien

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024**)
 
Natuurlijke personen15,5%/ 20,5%
Kleine vennootschappen15,5%/ 20,5%
Andere vennootschappen15,5%/ 20,5%

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

**Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit werd verhoogd met 10% tot 20,5%. 

Deze aftrek is van toepassing op de 'verwerving' van octrooien. Deze verwerving moet worden gestaafd door:

  • een afschrift van het contract op grond waarvan de onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft;
  • het bewijs dat het octrooi of het recht tot exploitatie ervan nooit door een andere onderneming voor het uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt.

Sinds het aanslagjaar 2007 kunnen vennootschappen opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling. Het fiscale voordeel wordt hierbij niet toegekend in de vorm van een aftrek van het fiscale resultaat, maar op de verschuldigde vennootschapsbelasting wordt er een belastingvermindering toegepast. Vennootschappen die kiezen voor dit belastingkrediet kunnen nooit meer de investeringsaftrek toepassen voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling (zowel de éénmalige als de gespreide).

Vergroening vrachtwagens en tankinfrastructuur

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)**
vrachtwagens en tankinfrastructuur
Natuurlijke personen31,5%/ 42%
Kleine vennootschappen31,5%/ 42%
Andere vennootschappen31,5%/ 42%

Deze verhoogde aftrek geldt voor investeringen in koolstofemissievrije vrachtwagens en tankinfrastructuur voor blauwe, groene of turquoise waterstof en elektrische laadinfrastructuur met betrekking tot koolstofemissievrije vrachtwagens.

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen. Het basispercentage bedraagt 5,5% waardoor deze aftrek voor investeringen 31,5% bedraagt: het basispercentage van 5,5% wordt verhoogd met 10% en vervolgens met 16% tot 31,5%.

**Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van deze verhoogde aftrek in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit werd verhoogd met 10% en vervolgens met 21,5% tot 42%. Voor investeringen verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbaar tijdperk dat aan aanslagjaar 2024 verbonden zijn geldt vanaf 1 januari 2024 een investeringsaftrek van 36,5 %.

Deze aftrek wordt in de komende jaren berekend met volgende formule: basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrek + 10% + (16% ( in 2024), 10,5% (in 2025) en 5% (in 2026). 

Voorwaarden

Het bedrag van de aftrek wordt beperkt tot € 60 miljoen per belastingplichtige.

Er wordt geen investeringsaftrek verleend wanneer de winst of baten worden bepaald volgens forfaitaire grondslagen van aanslagen waarin de afschrijvingen forfaitair zijn opgenomen (is van toepassing op bepaalde belastingplichtigen uit de landbouw- en tuinbouwsector).
Wanneer de afschrijvingen gedeeltelijk forfaitair in die grondslagen zijn opgenomen en gedeeltelijk individueel worden vastgesteld, moet de investeringsaftrek worden toegestaan voor de vaste activa waarvan de afschrijvingen individueel aftrekbaar zijn.

Bovendien kan de belastingplichtige deze investeringsaftrek toepassen op voorwaarde dat:

  • hij geen achterstallige schulden heeft bij de RSZ;
  • hij op de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht, niet kon worden aangemerkt als een onderneming in moeilijkheden;
  • hij geen bevel tot terugvordering heeft uitstaan ingevolge een besluit van de Commissie die een door België verleende steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt heeft verklaard;

Indien de aftrek (al dan niet gespreid) hoger is dan de winst of baten van het belastbare tijdperk, wordt het verschil (desgevallend beperkt) overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken.

Cumulatie

Er kan voor deze vaste activa geen gewestelijke steun worden aangevraagd, tenzij de gewestelijke steunregeling waarborgt dat de cumulatie van federale en gewestelijke steun niet de maximale drempel en steunintensiteit opgelegd vanuit Europa overschrijdt.
Deze drempelwaarde ligt vast in artikel 36 van de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014. De steunintensiteit ligt vast in artikel 4, lid 1, s), van dezelfde Verordening.

Deze investeringsaftrek kan ook niet worden gecumuleerd met 'Verhoogde kostenaftrek ondernemingen voor laadstations' (zie maatregel Laadpalen: fiscale voordelen)

Meer informatie

Meer informatie kan je raadplegen in de Circulaire over fiscale vergroening van de mobiliteit van FOD Financiën.

Bevordering van herbruikbare verpakkingen

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)
 
Natuurlijke personen/
Vennootschappen3% / 3%

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

Deze investeringsaftrek van 3% kan worden toegepast op investeringen in materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van het productieproces van herbruikbare verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten, zoals vermeld in boek III “Milieutaksen” van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur. 

Deze aftrek is eveneens van toepassing op de materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van de terugname in de verkooppunten, de tussentijdse stockage, de verzending naar de afvuller of een distributiecentrale met het oog op de verdere sortering en reiniging en de sortering en reiniging met het oog op de terugzending naar de respectievelijke afvullers van de hogervermelde herbruikbare verpakkingen.

Om recht te hebben op de investeringsaftrek voor investeringen tot aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen, moeten de investeringen voldoen aan de criteria die zijn vastgelegd in artikel 49bis, KB/WIB 92.

Onder productieproces wordt verstaan: het geheel van verrichtingen dat uitsluitend dient om een productiesysteem te installeren, te vervangen, te verbeteren of in stand te houden (zie artikel 49bis, §1, KB/WIB 92).

Rookafzuig- of verluchtingssystemen

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)** 
 
Natuurlijke personen15,5%/ 20,5%
Kleine vennootschappen15,5%/ 20,5%
Andere vennootschappen15,5%/ 20,5%

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

**Door de inflatie bedroeg het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken in inkomstenjaar 2023 10,5%. Dit wordt verhoogd met 10% tot 20,5%.

Deze investeringsaftrek is specifiek voor horeca-inrichtingen die investeren in een rookafzuigsysteem of een verluchtingssysteem in een rookkamer.

Zeeschepen

Investeringen in 2024 (aj 2025)* / 2023 (aj 2024)
 
Natuurlijke personen/
Vennootschappen30% / 30%

* Dit is het verwachte percentage voor investeringen in 2024 (aj. 2025). Het officiële bericht moet nog verschijnen.

De investeringsaftrek voor investeringen in zeeschepen die in nieuwe staat zijn verkregen of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen, is enkel van toepassing op vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen.

Toepassing investeringsaftrek

De investeringsaftrek is voor ieder aanslagjaar in principe van toepassing met betrekking tot de vaste activa die tijdens het jaar of boekjaar dat aan dat aanslagjaar is verbonden zijn verkregen of tot stand gebracht, d.w.z. die tijdens dat jaar of boekjaar afschrijfbaar worden (61/84 tot 89). Wat de in 68/10 bedoelde vaste activa betreft (de leasinggoederen) moet de investeringsaftrek worden verleend voor het jaar of boekjaar waarin de gebruiksrechten zijn overgedragen. (Zie Commentaar op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (ComIB) nummer 68/17).

Overdragen naar een volgend belastbaar tijdperk

De investeringsaftrek wordt toegepast op de winst of de baten van het belastbare tijdperk waarin deze investering werd verkregen of tot stand gebracht.

De aftrek is van toepassing:

  • vóór de aanrekening van de verliezen uit andere beroepswerkzaamheden als men onderworpen is aan de personenbelasting;
  • op de allerlaatste plaats, dus na elke andere aftrek, als men onderworpen is aan de vennootschapsbelasting.

Als er in een belastbaar tijdperk onvoldoende winst of baten zijn, wordt de aftrek zonder enige tijdsbeperking naar de volgende belastbare tijdperken overgedragen.

Voor kleine vennootschappen die de gewone tijdelijke aftrek van 25% toepassen, is de overdracht van de aftrek die niet kan worden toegepast bij gebrek aan voldoende winst of baten, in principe beperkt tot het volgende belastbare tijdperk in de vennootschapsbelasting. 
Hiervan kan in de vennootschapsbelasting worden afgeweken voor de investeringsaftrek voor 'verkregen of tot stand gebrachte vaste activa van 1 januari 2019 tot 31 december 2021'. De overdracht hiervan is uitzonderlijk mogelijk naar de twee volgende belastbare tijdperken volgend op dat waarin de betrokken vaste activa werden verkregen of tot stand gebracht.

De aftrek van de overgedragen vrijstelling op de winst of baten van elk van de volgende belastbare tijdperken wordt beperkt tot € 1.160.890/€ 1.208.010 per belastbaar tijdperk of, wanneer het totale bedrag van de overgedragen vrijstelling op het einde van het vorige belastbare tijdperk € 4.643.550/€ 4.832.030 overtreft, tot 25 % van dat totale bedrag (aanslagjaar 2024, inkomstenjaar 2023/aanslagjaar 2025, inkomstenjaar 2024).

Aanvraagprocedure

Natuurlijke personen moeten een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier 276U (beschikbaar op de website van FOD Financiën) bij hun aangifte in de personenbelasting voegen of het ter beschikking houden van de administratie.

Vennootschappen moeten het vak 275U in Biztax invullen als zij hun aangifte in de vennootschapsbelasting indienen. 

Daarnaast moet er per categorie van vaste activa een opgave ter beschikking van de administratie worden gehouden die voor elk activum de volgende gegevens vermeldt:

  • de datum van de aanschaffing of van de totstandkoming
  • de juiste benaming
  • de aanschaffings- of beleggingswaarde
  • de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur

In voorkomend geval moeten ook de volgende documenten ter beschikking gehouden worden:

  • de vereiste afschriften en bewijzen voor de octrooien;
  • het vereiste attest voor de energiebesparende investeringen;
  • de verschillende vereiste documenten (aanvraag tot erkenning, rechtvaardigende nota, attest van de bevoegde Gewestregering, enz.) voor de milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling.

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.