Transitiecontract klimaatsprong 2024

Laatst gewijzigd op 16 jul 2024 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
ondernemingen met industriële vestigingen (uitstoot CO2: minstens 10.000 ton/jaar in 2022)
Voor wat
investeringen in grootschalige elektrische boilers en warmtepompen
Subsidie via veilingprocedure
op basis van de gevraagde steun per ton vermeden CO2-emissies

Wat houdt de maatregel in

Deze subsidie van VLAIO is ontwikkeld om ondernemingen met industriële vestigingen financieel te ondersteunen bij grootschalige investeringen in energie- en CO2-besparende projecten. De steuntoekenning verloopt via een veilingprocedure op basis van het concept van tweezijdige ‘Contracts for difference’ (CfD’s). De steun varieert jaar na jaar in functie van energiekosten en kosten van emissierechten. Ondernemingen kunnen een bod uitbrengen per vermeden ton CO2-emissie. Projecten die het subsidie-efficiëntst zijn in de reductie van CO2-emissies krijgen voorrang.

Deze maatregel richt zich tot ondernemingen met een omvangrijke CO2-uitstoot: 10.000 ton/jaar of meer in het kalenderjaar 2022. Voor deze pilootoproep is de steun beperkt tot investeringen in grootschalige elektrische boilers en warmtepompen. De aanvraag verloopt in 2 fasen. Tijdens de eerste fase, de voorinschrijving, worden ondernemingen geïnformeerd en krijgen ze de kans om hun interesse om deel te nemen aan de pilootoproep formeel aan te geven. Je kan vrijblijvend een voorbespreking aanvragen (mail naar klimaatsprong@vlaio.be of bel 0800 20 555).

Tweezijdige Contracts for difference

De toewijzing van de middelen die toegekend worden op basis van de veiling is gebaseerd op het concept van tweezijdige 'contracts for difference' (CfD's). Hiermee wil Vlaanderen grote bedrijven stimuleren om sneller investeringen te doen in technologieën die zorgen voor minder CO2-uitstoot. In dit systeem wordt de steun over meerdere jaren gegeven en gekoppeld aan de evolutie van bepaalde economische parameters.

Voor de huidige oproep zijn de economische parameters de prijzen van elektriciteit en aardgas en de kost van emissierechten. De hoogte van de steun wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkelingen op de energie- en emissiemarkt waardoor de regeling flexibel blijft en kan inspelen op veranderingen in marktomstandigheden. Met andere woorden: als de netto-inkomsten uit het project stijgen, neemt de steun die wordt uitgekeerd aan het project af en omgekeerd.

Er wordt gesproken van 'tweezijdige' contracten omdat de geldstroom doorheen de contractperiode ook omgekeerd kan verlopen, dus ook van het bedrijf naar de overheid. Dat gebeurt als de omstandigheden zodanig gewijzigd zijn dat de investering wel voldoende rendabel is.

Wie komt in aanmerking

Deze oproep richt zich tot ondernemingen met industriële vestigingen met belangrijke emissies in Vlaanderen. Dit mogen installaties zijn die onderworpen zijn aan het EU-emissiehandelssysteem (ETS of ETS1), oftewel VER-installaties, maar de oproep staat ook open voor niet-VER-installaties.

De directe CO2-uitstoot van de vestiging moet minstens 10.000 ton/jaar bedragen in het kalenderjaar 2022.

Daarnaast moet aan volgende voorwaarden worden voldaan:

  • Het moet gaan om investeringen in een onderneming met een (nieuwe) vestiging in het Vlaamse Gewest.
  • De onderneming moet toegetreden zijn of zal toetreden tot de energiebeleidsovereenkomsten (EBO's). Je kan enkel steun ontvangen voor de exploitatiejaren waarin de onderneming voor deze vestiging is toegetreden tot de EBO, en aan de voorwaarden ervan voldoet.
  • Je moet voldoen aan de Vlaamse milieu- en energieregelgeving van toepassing in het Vlaamse Gewest. 
  • Je mag geen onderneming in moeilijkheden (OIM) zijn volgens de Europese staatssteunregels (Algemene Groepsvrijstellingsverordening - AGVV) op het moment van steuntoekenning. Als de onderneming verbonden is, dan moet aanvullend ook een OIM-bepaling op groepsniveau gebeuren. Meer informatie over de bepaling van OIM.
  • Als de investeringen door een derde partij uitgevoerd worden, gelden er bijkomende voorwaarden. Zie Voorwaarden > Derde partijfinanciering.
Uitgesloten
  • Ondernemingen die als hoofdactiviteit elektriciteitsproductie (NACE-code 35.1) uitoefenen, komen niet in aanmerking voor steun, tenzij in samenwerkingsverbanden voor toepassingen op industriële sites.
  • Ondernemingen die een openstaande onbetwiste schuld hebben bij VLAIO of het Fonds voor Innoveren en Ondernemen of die een procedure op basis van Europees recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.
  • Ondernemingen die zich in één van volgende rechtstoestanden bevinden: ontbinding, stopzetting, faillissement, vereffening.
  • Overheidsinstanties en ondernemingen waarin een administratieve overheid een dominerende invloed heeft (als 50% of meer van het kapitaal of de stemrechten van deze onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks in handen zijn van een administratieve overheid zijn).

Wat komt in aanmerking

Voor deze pilootoproep 2024 komen enkel investeringen in grootschalige elektrische boilers en warmtepompen in aanmerking voor steun. Hierbij gelden de volgende, bijkomende technische randvoorwaarden:

Elektrische boilers
  • Ombouw van bestaande boilers op locatie is niet toegelaten.
  • Een minimum geïnstalleerd thermisch vermogen van 2 MWth is vereist.
  • Het verwarmingssysteem waarop wordt gevoed, heeft een aanvoertemperatuur aan de gebruikerszijde van ten minste 100°C of het gaat om een stoomsysteem. Met gebruikerszijde wordt bedoeld de eerste gebruiker van de warmte. Buiten het stookseizoen is geen voorwaarde aan de warmte gesteld.
  • De opgewekte warmte mag niet voor klimatisatie van bedrijfsgebouwen aangewend worden.
  • Het vermogen van de aansluiting op het elektriciteitsnet is ten minste even groot als het vermogen van de elektrische boiler.
Warmtepompen
  • Voor een gesloten warmtepomp: de warmtepomp heeft een thermisch vermogen van minimaal 500 kWth en een COP-waarde van minimaal 2,3.
  • Voor een open warmtepomp: de warmtepomp heeft een thermisch vermogen van minimaal 500 kWth en een COP-waarde van minimaal 2,3 en maximaal 12,0.
  • De opgewekte warmte mag niet voor klimatisatie van bedrijfsgebouwen aangewend worden.
Bijkomende voorwaarde

De toegekende steun voor een exploitatiejaar kan enkel behouden blijven als de installatie waarvoor steun wordt toegekend gedurende vijf jaar na het einde van de steunperiode actief blijft in het Vlaamse Gewest. De technische levensduur van de installatie dient bijgevolg minstens 5 jaar langer te zijn dan de steunperiode. Wanneer dit niet het geval is, wordt de steun volledig teruggevorderd.

Een overzicht van uitgesloten investeringen kan je raadplegen bij Voorwaarden > Welke investeringen komen niet in aanmerking voor steun?

Omvang steun

Voor deze pilootoproep wordt een totaal steunbudget voorzien van € 70 miljoen voor de 10-jarige steunperiode. De maximale steun per project bedraagt € 2 miljoen per jaar. Aanvragers mogen meerdere projecten indienen, maar de steun per aanvrager en per groep van verbonden ondernemingen (op basis van de Europese kmo-definitie) is tevens beperkt tot € 2 miljoen per jaar.

Hoe de steun wordt berekend kan je uitgebreid terugvinden op deze VLAIO-pagina Hoe wordt het steunbedrag berekend.

De steun wordt in deze pilootoproep toegekend voor een steunperiode van 10 jaar. Dit biedt investeerders een langdurige zekerheid en stimuleert de ontwikkeling van duurzame energieprojecten op de lange termijn.

Cumulatieverbod

Investeringen waarvoor een andere vorm van investeringssteun wordt verleend door een Europese, nationale of regionale overheid kunnen geen steun meer ontvangen.

Investeringen in (gedeelten van) installaties waarvoor tijdens de steunperiode tevens een Compensatie voor indirecte emissiekosten wordt aangevraagd kunnen geen steun meer ontvangen tenzij in bepaalde gevallen. Zie  Voorwaarden > Welke investeringen komen niet in aanmerking voor steun.

Aanvraagprocedure

De oproep zal in twee fasen verlopen:

Voorinschrijving

Tijdens de eerste fase, de voorinschrijving, worden bedrijven geïnformeerd en krijgen ze de kans om hun interesse om deel te nemen aan de pilootoproep formeel aan te geven. VLAIO zal vervolgens een eerste toets op ontvankelijkheid van de aanvragende bedrijven (en de voorliggende projecten) uitvoeren. Daarbij zal VLAIO de bedrijven die zich ingeschreven hebben adviseren over de ontvankelijkheid van hun deelname en de voorliggende projecten.

Deze fase werd begin juli 2024 opengesteld en blijft open tot 1 maand voor het afsluiten van het biedproces. Je dient je voorinschrijving digitaal in via de roze knop bovenaan de VLAIO-webpagina vlaio.be/nl/subsidies-financiering/klimaatsprong. Je maakt hierbij gebruik van de handleiding.

Biedproces

Tijdens de tweede fase, het biedproces, krijgen de bedrijven, die tijdens de eerste fase van de oproep hun interesse om deel te nemen formeel bevestigd hebben en waarvan de aanvraag ontvankelijk werd verklaard de kans om een bod uit te brengen. De biedprocedure wordt uiterlijk begin november 2024 geopend.

Alle ontvankelijke, volledige en correct ingediende finale aanvragen worden gerangschikt op basis van hun aanvraagbedrag. De steun wordt toegekend aan de projecten met het laagste aanvraagbedrag voor zover het beschikbare budget van de oproep toereikend is voor de maximale steunbijdrage van de geselecteerde projecten.

Vervolgens zal de steun toegekend worden bij een individueel besluit van de Vlaamse Regering. De specifieke modaliteiten worden daarnaast vastgelegd in een subsidieovereenkomst die wordt ondertekend door VLAIO en de onderneming.