Vlaams Beschermingsmechanisme 12 (steunperiode 1 januari tot en met 31 maart 2022)
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Het Vlaams Beschermingsmechanisme 12 was er voor ondernemers in het Vlaamse Gewest, actief in bepaalde sectoren, die door de exploitatiebeperkingen ingevolge de coronamaatregelen een omzetdaling van minstens 60% konden aantonen binnen de subsidieperiode van het eerste kwartaal van 2022 ten opzichte van de referentieperiode in 2019. Bijkomend moest er een omzetdaling van minstens 30% over het volledig eerste kwartaal 2022 aangetoond worden.
Wie verplicht moest sluiten kon voor de sluitingsperiode steun aanvragen zonder een omzetdaling aan te tonen.
De steun bedroeg 10% (voor zelfstandigen in bijberoep werd de steun gehalveerd) van de omzet, beperkt tot bepaalde drempels.
Wie komt in aanmerking
Ondernemingen die open zijn met een omzetdaling van 60% of verplicht moesten sluiten
Deze premie is er voor ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest die actief zijn in één van de volgende sectoren:
- de uitbating van een feestzaal: een uitbating van een locatie in een gebouw of aangelanden ervan of op een vervoermiddel, die tegen betaling ter beschikking wordt gesteld aan klanten voor het organiseren van feesten en waar hoofdzakelijk dranken en spijzen worden geleverd in eigen beheer of via een externe cateraar;
- de uitbating van een vakantieverblijf: de uitbating van een toeristisch logies dat op 1 januari 2022 bij Toerisme Vlaanderen als vakantiewoning met meer dan 15 slaapplaatsen aangemeld is als vakantiewoning conform het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies of van een vakantiepark dat beschikt over een verplicht gesloten subtropisch zwembad of binnenspeeltuin ten gevolge van de coronavirusmaatregelen en dat op 1 januari 2022 bij Toerisme Vlaanderen aangemeld is als vakantiepark conform het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
- de uitbating van een jeugdverblijf: de uitbating van een verblijf dat op 1 januari 2022 door Toerisme Vlaanderen als sociaal-toeristisch verblijf erkend is als een jeugdverblijfcentrum of een hostel conform het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van “Toerisme voor Allen”;
- sociaal-culturele activiteiten: binnenactiviteiten in het kader van sociaal-cultureel jeugd- en volwassenenwerk;
- de uitbating van een reisbureau: de uitbating van een reisbureau dat, of een reisorganisator die instaat voor het aanbieden en organiseren van reizen, waarbij onderdak en vervoer voor reizigers en toeristen worden voorzien, alsook het organiseren en regelen van reizen op maat van de klant;
- de activiteiten met betrekking tot personenvervoer: de verzorging van personenvervoer via autocars en autobussen voor excursies, reizen en schooluitstappen en via een taxi, met inbegrip van luchthavenvervoer, waarvoor een vergunning is verleend;
- event- of cultuuractiviteiten: de activiteiten van een onderneming waarvan de hoofdactiviteit in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019 bestaat in het organiseren van events, feesten en voorstellingen. Of een onderneming die op contractuele basis de toelevering verzekert van goederen of diensten aan deze organisatoren, al dan niet onder de vorm van verhuur. Onder hoofdactiviteit wordt verstaan: de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) onder de RSZ- of btw-NACE-code en die meer dan 50% van de omzet vertegenwoordigt;
- de uitbating van een event- of cultuurzaal: de uitbating van een theater-, concert- of eventzaal of een cultureel centrum waar event- of cultuuractiviteiten, zoals hiervoor vermeld, plaatsvinden;
- de uitbating van een nachtwinkel: de uitbating van een winkel waarvoor een vergunning is verkregen en waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter is dan 150 m² , die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen, die op duidelijke en permanente manier de vermelding “Nachtwinkel” draagt en die een verplicht sluitingsuur ingevolge de coronamaatregelen heeft;
- sportactiviteiten: sportactiviteiten waarbij de aanwezigheid van publiek verboden is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen;
- de uitbating van een bioscoop: de uitbating van een uitgaansgelegenheid waar films worden vertoond die bestaat uit één of meerdere zalen waar verschillende films gedraaid worden;
- de uitbating van een discotheek of dancing: de uitbating van een uitgaansgelegenheid die bestaat uit een of meerdere zalen waar hoofdzakelijk gedanst wordt op muziek;
- de uitbating van een binnenspeeltuin: de uitbating van een indoorplek waar kinderen kunnen spelen en die is voorzien van toestellen voor sport en spel;
- de uitbating van een recreatiepark: de uitbating van een pretpark, dierenpark of -tuin waarvan de binnenruimten niet toegankelijk zijn wegens de coronamaatregelen;
- de uitbating van een recreatieve ruimte: de uitbating van een inrichting voor lasergames en paintballgames, een bowlingzaal, escaperooms, een snookerzaal, een dartszaal, een biljartzaal, een indoor trampolinepark of een subtropisch zwembad;
- de uitbating van een kansspelzaak: de uitbating van een casino, speelautomatenhall of wedkantoor.
De ondernemingen dienen aanvullend te beschikken over een RSZ- of btw-NACE-code in de KBO die overeenstemt met de activiteit van de getroffen onderneming. Op volgende pagina kan je de overeenstemmende NACE-codes per activiteit raadplegen.
Indien ondernemingen uit de sectoren personenvervoer en event- of cultuuractiviteiten niet beschikken over een overeenstemmende NACE-code, kan VLAIO bepalen of de werkelijke activiteit van de onderneming tot de in aanmerking komende activiteiten behoort zoals opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering.
Daarnaast kunnen ondernemingen die één van volgende activiteiten uitbaten in Vlaanderen kiezen om een aanvraag in te dienen voor de periode van verplichte sluiting:
- discotheek of dancing
- binnenspeeltuin
- recreatieve ruimte
- kansspelzaak
In dit geval moeten ondernemingen geen omzetdaling aantonen.
Zelfstandigen en ondernemingen
Je komt in aanmerking als je op 1 januari 2022 tot één van de volgende categorieën behoort:
- Zelfstandige in hoofdberoep
- Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft van minstens € 13.993,78
- Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende minder dan 80% is tewerkgesteld (= helft van de premie)
- Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
- Een buitenlandse onderneming met vergelijkbaar statuut met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
- Een vereniging met rechtspersoonlijkheid met economische activiteit met minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid.
Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.
Algemene voorwaarden
- De onderneming of zelfstandige is volgens de KBO op 1 januari 2022 actief.
- Ondernemingen die zich op het moment van de aanvraag of van uitbetaling van de steun in een niet-actieve toestand bevinden zijn uitgesloten (bijvoorbeeld ingeval van faillissement, vereffening, stopzetting, enzovoort).
- De onderneming heeft op 1 januari 2022 een actieve exploitatie- of uitbatingszetel in het Vlaamse Gewest.
Uitgesloten ondernemingen
Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:
- holdingvennootschappen;
- patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);
- managementvennootschappen;
- ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;
- de ondernemingen die op 1 oktober 2021 nog niet opgestart waren en niet beschikten over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen;
- ondernemingen die reeds op 31 december 2019 in moeilijkheden waren, zoals vermeld in lid 22, c, en c bis, van de tijdelijke kaderregeling COVID-19;
- de ondernemingen die op het moment van de subsidieaanvraag een insolventieprocedure, vermeld in artikel I.22, 1°, van het Wetboek van economisch recht, hebben lopen of gedagvaard zijn door de RSZ als vermeld in de VKBO;
- de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België;
- de ondernemingen die niet beschikken over een geregistreerd kassasysteem conform artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 2bis van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.
- ondernemingen die vrijwillig gesloten zijn in de subsidieperiode, tenzij de onderneming gesloten is ten gevolge van de normale jaarlijkse sluiting of verplicht gesloten zijn ingevolge de coronamaatregelen.
Indien je achterstallige schuldige hebt bij VLAIO
Indien er achterstallige schulden zijn bij VLAIO ingevolge een terugvordering van een corona hinderpremie, een corona compensatiepremie, een corona ondersteuningspremie of één van de vorige Vlaams beschermingsmechanismen, dan kan je:
- wel een aanvraag indienen,
- de uitbetaling van de premie zal echter pas gebeuren nadat je de openstaande schuld hebt terugbetaald,
- indien de schuld onbetwist is, d.w.z. dat er geen bezwaar of beroep loopt tegen de betreffende terugvordering, kan het steunbedrag van dit Vlaams beschermingsmechanisme in mindering gebracht worden van de terug te betalen schuld aan VLAIO.
Omzetdaling
Omzetdaling van minstens 60%
Je moet als onderneming een omzetdaling van minstens 60% hebben ten gevolge van vermelde exploitatiebeperkingen door de coronamaatregelen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022. Als referentieperiode geldt het overeenstemmende kwartaal in 2019.
Bijkomend dient de onderneming een omzetdaling van minstens 30% in het volledige eerste kwartaal 2022 aan te tonen op basis van de btw-aangifte(s) van het eerste kwartaal 2022 en het eerste kwartaal 2019.
De omzetdaling wordt aangetoond op basis van:
1. ontvangstbewijzen van de btw-kwartaalaangifte of de btw-maandaangiftes in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022 en in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 201;
2. een verklaring op eer door een erkende externe boekhouder, bedrijfsrevisor of een accountant over de omzet in de subsidieperiode, exclusief btw, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes. Als referentieperiode geldt de overeenstemmende periode in 2019.
Ondernemingen die verplicht gesloten waren kunnen een aanvraag indienen voor de periode van verplichte sluiting zonder een omzetdaling te moeten aantonen.
Meer informatie hierover op de VLAIO website Welke omzetdaling moet je aantonen om in aanmerking te komen voor deze steunmaatregel.
Je had een abnormaal lage omzet in de referentieperiode?
Als je een abnormaal lage omzet realiseerde door bepaalde uitzonderlijke omstandigheden (zwangerschapsverlof, arbeidsongeschiktheid, hinder wegenwerken, sluiting door renovatiewerken, vaderschapsverlof, mantelzorg…) dan mag je de periode vervangen door een andere referentieperiode. In je aanvraag moet je wel motiveren waarom je voor een andere referentieperiode kiest.
De alternatieve referentieperiode kan enkel een periode zijn in 2019 of 2020.
Je bent een startende onderneming?
Ondernemingen die nog niet gestart waren op 1 januari 2019 tonen de omzetdaling in 2022 aan op basis van het financieel plan opgesteld bij de opstart van de onderneming.
Om de omzetdaling te bepalen wordt de omzet uit prestaties gerealiseerd in het eerste kwartaal 2022 en in de voormelde subsidieperiode in 2022 vergeleken met de omzet uit verwachte prestaties zoals opgenomen in het financieel plan voor het eerste kwartaal 2022 en de voormelde subsidieperiode in 2022.
Omzetdaling door een andere reden dan corona?
Ondernemingen die een verminderde omzet hebben die niet het gevolg is van de coronamaatregelen opgelegd door het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2021 en later inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid, komen niet in aanmerking voor deze steun.
Omvang steun
Ondernemingen en zelfstandigen in hoofdberoep of gelijkgesteld (status per 1/1/2022)
De steun wordt berekend op de omzet, exclusief btw, uit prestaties opgenomen in de btw-aangifte(s) van het referentiekwartaal in 2019.
Voor de ondernemingen die steun krijgen voor de verplichte sluitingsperiode wordt het steunbedrag geproratiseerd op basis van het aantal kalenderdagen van de verplichte sluitingsperiode ten opzichte van het aantal kalenderdagen van het eerste kwartaal 2022. Ze kunnen ook voor de ganse toepasselijke subsidieperiode steun vragen indien ze aan de vereisten inzake omzetdaling voldoen.
Het steunpercentage bedraagt 10%. Voor zelfstandigen in bijberoep wordt de steun gehalveerd.
De maximale steun bedraagt:
- € 33.750 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling tot en met 9 werknemers
- € 67.500 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling vanaf 10 tot 49 werknemers
- € 180.000 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling van 50 werknemers of meer
Het aantal werknemers is gebaseerd op de personeelsklasse waartoe een onderneming behoort volgens de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO.
Radpleeg de lijst met keuzemogelijkheden voor het indienen van de aanvraag per activiteit en de maximale steunbedragen die toegekend kunnen worden afhankelijk van de activiteit en de RSZ-personeelsklasse.
Er wordt voor deze periode geen minimumbedrag voorzien. Er wordt enkel steun toegekend op de werkelijk gerealiseerde omzet in de referteperiode.
Zelfstandigen in bijberoep (status per 1/1/2022)
Voor een zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen had tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende niet 80% of meer is tewerkgesteld, wordt de subsidie gehalveerd in vergelijking met zelfstandigen in hoofdberoep.
Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.
Enkel steun als je zaak open is
De steun is er voor de ondernemingen die door de beperkende coronamaatregelen, opgelegd door het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2021, open zijn (tenzij sluiting door jaarlijkse vakantieperiode).
De steun is er uiteraard ook voor ondernemingen die verplicht hun zaak moesten sluiten door deze maatregelen.
Tijdelijke Kaderregeling Covid-19 of Europese de minimis-regeling?
Tijdens de indiening van de aanvraag zal je moeten kiezen of je een aanvraag indient onder punt 3.1 van de Tijdelijke Kaderregeling Covid-19 of onder de Europese de minimis-regeling. Een onderneming die het de minimisplafond niet bereikt heeft, kan ervoor opteren om de steun aan te vragen onder de minimis-regeling. Dit betekent dat de onderneming of de groep waartoe ze behoort, niet meer dan € 200.000 (voor de transportsector € 100.000) de minimissteun heeft ontvangen over de laatste 3 belastingjaren (huidig lopende jaar en twee voorgaande belastingjaren) op het ogenblik van de toekenning van de nieuwe steun.
Aanvraagprocedure
Aanvraag mogelijk vanaf 1 april 2022
De online-aanvraag is mogelijk vanaf 1 april tot en met 16 mei 2022 (20 uur) op Vlaio.be/beschermingsmechanisme12.
Per onderneming dien je één aanvraag in. De steun wordt steeds toegekend op ondernemingsniveau.
Lees aandachtig de handleiding door vooraleer je de aanvraag indient alsook de veelgestelde vragen!
Bereid je aanvraag zorgvuldig voor: elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!
Verklaring op eer
Bij elke aanvraag moet er een verklaring op eer worden ondertekend. Elke valse verklaring is een inbreuk tegen de wetgeving en zal gesanctioneerd worden.
Je dient de bewijsstukken voor een controle gedurende 5 jaar bij te houden.
Wanneer uit een controle van VLAIO blijkt dat de steun ten onrechte werd aangevraagd, zal de uitbetaalde steun teruggevorderd worden. Het terug te betalen steunbedrag zal verhoogd worden met een administratiekost van € 100.
Automatische uitbetaling
De uitbetaling van de premie gebeurt automatisch na goedkeuring van de aanvraag door VLAIO en enkel op een Belgisch rekeningnummer van de begunstigde onderneming.
De steun wordt niet uitbetaald als je achterstallige schulden hebt bij VLAIO (zie rubriek 'Wie komt in aanmerking').
Aanvraagprocedure bij voorafbetaling januari 2022
Om tot een versnelde goedkeuring en uitbetaling te kunnen overgaan voor een gedeelte van de steun worden vervroegde uitbetalingen voorzien. De vervroegde uitbetaling is enkel mogelijk indien de onderneming expliciet deze steun heeft aangevraagd en een goedgekeurde aanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 11 heeft.
Ondernemingen met exploitatiebeperkingen en een omzetdaling van minstens 60% in de maand januari 2022
Ondernemingen met exploitatiebeperkingen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen die hierdoor reeds in de maand januari 2022 een omzetdaling hadden van minstens 60% konden een voorschot aanvragen.
Het voorschot bedraagt 10% (5% in geval van een zelfstandige in bijberoep) van de omzet, exclusief btw, uit prestaties volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangifte(s) van het eerste kwartaal 2019. Het maximale voorschot bedraagt:
- € 11.250 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling tot en met 9 werknemers
- € 22.500 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling vanaf 10 tot 49 werknemers
- € 60.000 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling van 50 werknemers of meer
Het voorschot is voorwaardelijk en is slechts definitief wanneer de onderneming een aanvraag indient voor Vlaams beschermingsmechanisme 12 en over het volledige eerste kwartaal 2022 een omzetdaling van minstens 30% kent en over de subsidieperiode een omzetdaling van minstens 60%.
De uitbetaling van de subsidie in het kader van de aanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 12 wordt verminderd met het uitbetaalde voorschot. Als het saldo na de vermindering negatief is, moet de onderneming het teveel uitbetaalde bedrag terugbetalen.
Dient de onderneming die een voorschot kreeg, niet tijdig een aanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 12 in, dan wordt het voorschot integraal teruggevorderd.
Ondernemingen die verplicht gesloten waren in de maand januari 2022
Ondernemingen die activiteiten uitbaten die verplicht werden te sluiten in de maand januari 2022 konden samen met de aanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 11 reeds steun aanvragen voor de dagen van verplichte sluiting in januari 2022.
Voor de onderneming die verplicht gesloten bleef in februari 2022 wordt de subsidie automatisch berekend per maand en uitbetaald.
Deze steun kan enkel toegekend worden mits een goedgekeurde steunaanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 11 en bedraagt per maand 10% van één derde van de omzet, exclusief btw, uit prestaties volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangifte(s) van het eerste kwartaal 2019. Dat bedrag wordt geproratiseerd op basis van het aantal verplicht gesloten kalenderdagen in die maand ten opzichte van het aantal kalenderdagen van die maand.
Een overzicht van de maximale steunbedragen kan je raadplegen op pagina van deze pagina Voorafbetaling voor januari 2022 aangevraagd.
Deze ondernemingen moeten geen aanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 12 meer in te dienen voor verplichte sluiting.
Indien de onderneming die verplicht gesloten werd alsnog steun wenst aan te vragen voor de subsidieperiode met omzetdaling, zal ze hiervoor nog een aparte aanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 12 moeten dienen. De uitbetaling van een steunaanvraag Vlaams beschermingsmechanisme 12 wordt in dit geval verminderd met de reeds uitbetaalde subsidie per maand. Als het saldo na de vermindering negatief is, moet de onderneming dat terug betalen.
Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.