Vlaams beschermingsmechanisme 4 (steunperiode maand januari)
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Deze premie is er voor ondernemers in het Vlaamse Gewest die door de maatregelen van het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020, inzake het coronavirus te kampen hebben met een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021, t.o.v. dezelfde periode van 2020.
Wie verplicht moet sluiten kan voor de sluitingsperiode steun aanvragen zonder de omzetdaling aan te tonen.
De premie bedraagt 10% van de omzet tijdens dezelfde periode in 2020, beperkt tot een bepaald bedrag dat varieert in functie van het aantal RSZ ingeschreven werknemers. Zelfstandigen in bijberoep krijgen 5% steun.
Bereid je aanvraag zorgvuldig voor: elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!
Wie komt in aanmerking
Ondernemingen die open zijn met een omzetdaling van 60% of verplicht moesten sluiten
Deze premie is er voor de onderneming met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest:
- die open is maar die ingevolge de maatregelen van het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020 inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid geconfronteerd wordt met een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021
De referentieperiode is de overeenkomstige periode in de maand januari 2020.
Deze premie is er ook voor de onderneming met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest:
- die verplicht gesloten is in de periode tussen 1 januari 2021 en 31 januari 2021
- die verplicht gesloten is in de periode tussen 1 januari 2021 en 14 januari 2021 of tussen 15 januari 2021 en 31 januari 2021
Deze ondernemingen moeten hun omzetdaling niet aantonen als ze steun aanvragen voor de periode die ze verplicht werden te sluiten.
Ondernemingen die hoofdzakelijk toeleveren aan een gesloten sector kunnen eveneens kiezen voor de periode van verplichte sluiting van hun afnemers. In dat geval moeten ze evenwel ook een omzetdaling van minstens 60% hebben.
Ben je een restaurant dat in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 50% of meer van zijn omzet uit take away-activiteiten haalde, dan moet je ook de omzetdaling aantonen, om in aanmerking te komen voor steun.
Je bent een café of restaurant als je als hoofdactiviteit de volgende RSZ- of btw-NACE-code hebt in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO):
- 56101 - Eetgelegenheden met volledige bediening;
- 56102 - Eetgelegenheden met beperkte bediening;
- 56301 - Cafés en bars.
Zij moeten meer dan 50% van hun omzet halen uit deze activiteit.
Bovendien moet je beantwoorden aan volgende voorwaarden:
Zelfstandigen en ondernemingen
Je komt in aanmerking als je op 1 januari 2021 tot één van de volgende categorieën behoort:
- Zelfstandige in hoofdberoep
- Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft van minstens € 13.993,78
- Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende minder dan 80% is tewerkgesteld (= helft van de premie)
- Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
- Een buitenlandse onderneming met vergelijkbaar statuut met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
- Een vereniging met economische activiteit met minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid.
Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.
Gepensioneerden die een zelfstandige activiteit uitoefenen en student-zelfstandigen komen in aanmerking voor zover ze voldoen aan voormelde voorwaarden. Ook journalisten en andere beroepscategorieën die van rechtswege zijn vrijgesteld van de wettelijke bijdragen kunnen genieten van deze steunmaatregel.
Algemene voorwaarden
- De onderneming of zelfstandige is volgens de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) op 1 januari 2021 actief. Ondernemingen die zich in een niet-actieve toestand bevinden zijn uitgesloten (bijvoorbeeld ingeval van faillissement, vereffening, stopzetting, enzovoort).
- De onderneming heeft op 1 januari 2021 een actieve exploitatie- of uitbatingszetel in het Vlaamse Gewest.
Uitgesloten ondernemingen
Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:
- holdingvennootschappen;
- patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);
- managementvennootschappen;
- ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;
- de ondernemingen die achterstallige schulden hebben bij VLAIO naar aanleiding van een terugvordering van een onterecht ontvangen corona hinderpremie, corona compensatiepremie, corona ondersteuningspremie of een Vlaams Beschermingsmechanisme;
- de ondernemingen die op 1 januari 2021 nog niet opgestart waren en niet beschikten over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de KBO.
- middelgrote en grote ondernemingen die op 31 december 2019 in moeilijkheden waren
- kleine ondernemingen die op 31 december 2019 in moeilijkheden waren en momenteel in een nationale insolventieprocedure (WCO) zitten;
- de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België.
Omzetdaling
Omzetdaling 60%
Je moet als onderneming een omzetdaling van minstens 60% hebben ten gevolge van vermelde exploitatiebeperkingen door de coronamaatregelen in in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021.
De referentieperiode is de overeenkomstige periode in januari 2020.
De omzetdaling is de daling van de omzet (excl. btw) ingevolge verminderde prestaties door de vermelde exploitatiebeperkingen, dus niet door uitgestelde facturatie. De omzetdaling wordt aangetoond op basis van een van volgende elementen:
- dagontvangsten
- geleverde prestaties
- tijdsregistratie
Ondernemingen die verplicht werden te sluiten dienen de exploitatiebeperking niet te motiveren in de aanvraag.
Uitzonderlijke en éénmalige opbrengsten of inkomsten worden niet meegeteld voor de berekening van de omzetdaling.
Je had een zeer lage omzet in de referentieperiode?
Als je een abnormaal lage omzet realiseerde door bepaalde uitzonderlijke omstandigheden (zwangerschapsverlof, arbeidsongeschiktheid, hinder wegenwerken, sluiting door renovatiewerken,…) dan mag je de periode vervangen door een andere referentieperiode uit het jaar 2019. In je aanvraag moet je wel motiveren waarom je voor een andere referentieperiode kiest.
Je bent een startende onderneming?
Dan vergelijk je de gerealiseerde omzet in de periode van omzetdaling in 2021 met de verwachte omzet uit je financieel plan voor diezelfde periode. Startende ondernemingen die geen financieel plan moesten neerleggen bij opstart (bv. eenmanszaken) moeten een financieel plan opstellen om de lagere omzet te verantwoorden. Als startende onderneming worden voor deze steunmaatregel beschouwd de ondernemingen met startdatum vanaf 1 oktober 2019 in de KBO.
Hoe kunnen ondernemingen die werken met het forfaitair btw-stelsel hun omzetdaling aantonen?
Ondernemingen die werken met het forfaitair btw-stelsel moeten een geraamde omzet opgeven. Deze raming wordt gemaakt op basis van de aankoopborderellen, aankoopfacturen, uurtarieven. Je vindt op deze webpagina meer informatie over welke ondernemingen met het forfaitair btw-stelsel kunnen werken.
Bewijsstukken die we kunnen opvragen ter controle van deze geraamde omzet zijn dezelfde bewijsstukken die moeten bijgehouden worden voor de FOD Financiën.
Omzetdaling door andere reden dan corona?
Ondernemingen die een verminderde omzet hebben die niet het gevolg is van de coronamaatregelen opgelegd door het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020 en later inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid komen niet in aanmerking voor deze steun.
Omvang steun
Ondernemingen en zelfstandigen in hoofdberoep of gelijkgesteld
De premie bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in:
- ofwel de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 januari 2020;
- ofwel de periode van in 2020 die overeenstemt met de periode van 1 januari 2020 tot en met de laatste verplichte sluitingsdag (en uiterlijk 14 januari);
- ofwel de periode in 2020 die overeenstemt met de periode van 15 januari 2020 tot en met 31 januari 2020.
De maximale steun bedraagt:
- voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2021:
- € 7.500 voor ondernemingen zonder tewerkstelling of een RSZ-tewerkstelling tot en met 9 werknemers
- € 15.000 voor ondernemingen vanaf 10 werknemers tot 49 werknemers
- € 40.000 voor ondernemingen met 50 werknemers of meer.
Er is eveneens een minimum steunbedrag voorzien van € 600.
De minimum en maximum steunbedragen voor gesloten sectoren worden geprorateerd. Een lijst van die gesloten sectoren met de toepasselijke minimum en maximum steunbedragen kan je hier raadplegen.
Zelfstandigen in bijberoep
Voor een zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen had tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende niet 80% of meer is tewerkgesteld, wordt de subsidie gehalveerd in vergelijking met zelfstandigen in hoofdberoep.
Indien je in bijberoep gestart bent op 1 januari 2020 of later, dan wordt er voor de bepaling van het beroepsinkomen gekeken naar jouw financieel plan voor het eerste werkingsjaar.
Toekenning op ondernemingsniveau
De steun wordt toegekend op ondernemingsniveau. Dit betekent dat ondernemingen met toegestane en gesloten activiteiten of vestigingen enkel als verplicht gesloten worden beschouwd als ze hun omzet halen uit de gesloten hoofdactiviteit. De hoofdactiviteit is de activiteit die meer dan 50% van de omzet genereert.
Beperkingen
Ondernemingen die exploitant zijn van een inrichting waar regelmatig maaltijden worden verbruikt of een traiteurszaak, die regelmatig cateringdiensten verricht, krijgen eveneens een subsidie van 10% van de omzet, exclusief btw, maar dan wordt het steunbedrag beperkt tot maximum € 1.500 als men niet beschikt over een zogenaamde witte kassa.
Enkel steun als je zaak open is
De steun is er voor de ondernemingen die door de beperkende coronamaatregelen, opgelegd door het Overlegcomité, open zijn (tenzij sluiting jaarlijkse vakantieperiode).
De steun is er uiteraard ook voor de ondernemingen die verplicht hun zaak moesten sluiten door deze maatregelen.
Tijdelijke Europese kaderregeling
Deze maatregel werd aangemeld onder het artikel 3.1 van de Tijdelijke kaderregeling in het kader van de huidige COVID-19-uitbraak. Dit artikel laat toe dat maximaal € 1.800.000 steun per onderneming kan worden toegekend. Bij de berekening van deze drempel wordt de volledige subsidie, lening of waarborg meegeteld. Het voordeel wordt dus bij een lening of waarborg niet omgerekend naar een Bruto Subsidie Equivalent (BSE) zoals bij de Europese de-minimisverordening.
Een lijstje van VLAIO maatregelen die werden aangemeld onder dit artikel vind je terug op Veel gestelde vragen: De-minimis (Welke steun valt er onder). Ook bepaalde andere Vlaamse en federale maatregelen werden hieronder aangemeld (vb. De RSZ vermindering voor de hotel, reissector en evenementensector).
Aanvraagprocedure
Aanvraag vanaf 16 februari 2021
De online-aanvraag is mogelijk vanaf 16 februari 2021 op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/vlaams-beschermingsmechanisme-4.
Per onderneming dien je één aanvraag in.
Lees aandachtig de handleiding vooraleer je de aanvraag indient alsook de veelgestelde vragen en de handleiding!
Bereid je aanvraag zorgvuldig voor: elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!
Belangrijk: Motivering omzetdaling
Bij de aanvraag zal de onderneming de link moeten leggen dat de omzetdaling het direct of indirect gevolg is van de coronamaatregelen. De link leggen tussen de maatregelen die moeten nageleefd worden en de gevolgen hiervan op de beroepsuitoefening moet als volgt worden gemotiveerd:
- over welke coronamaatregel vanaf 28 oktober gaat het. Check hiervoor www.info-coronavirus.be/nl/faq/;
- en hoe deze coronamaatregel vanaf 28 oktober de normale uitoefening van de beroepsactiviteit onmogelijk maakt.
Ondernemingen die verplicht werden te sluiten dienen de exploitatiebeperking niet te motiveren in de aanvraag.
Verklaring op eer
Bij elke aanvraag moet er een verklaring op eer worden ondertekend. Elke valse verklaring is een inbreuk tegen de wetgeving en zal gesanctioneerd worden.
Je dient de bewijsstukken voor een controle gedurende 5 jaar bij te houden.
Automatische uitbetaling
De uitbetaling van de premie gebeurt automatisch na goedkeuring van de aanvraag door VLAIO en enkel op een Belgisch rekeningnummer van de begunstigde onderneming.
Bereid je aanvraag zorgvuldig voor. Elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!
Contact
Je kan op de website ook een FAQ rubriek terugvinden. Lees deze aandachtig voor indiening.
1030 Brussel
België