Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen van 55 jaar of meer
Wat houdt de maatregel in
De werkhervattingstoeslag wordt onder bepaalde voorwaarden toegekend aan werklozen van 55 jaar of ouder die het werk hervatten. De werkhervattingstoeslag kan worden toegekend voor de ganse duur van de werkhervatting of kan beperkt zijn in de tijd.
De werkloze moet het werk hervatten in loondienst of als zelfstandige in hoofdberoep. Bij werkhervatting in loondienst wordt de toeslag toegekend ongeacht het werkrooster (voltijd s of deeltijds), het bedrag van het loon of het soort contract.
Wie komt in aanmerking
Om recht te hebben op de werkhervattingstoeslag voor onbepaalde duur moet u bij werkhervatting als zelfstandige in hoofdberoep voldoen aan de volgende voorwaarden:
- uitkeringsgerechtigd volledig werkloze zijn;
- minstens 55 jaar oud zijn op de laatste dag van de maand van de werkhervatting;
- 20 jaar beroepsverleden als loontrekkende bewijzen;
- gewone verblijfplaats in België hebben en er effectief verblijven;
- Werklozen met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen) die zich als zelfstandige vestigen, hebben geen recht op de werkhervattingstoeslag, zelfs wanneer ze dit stelsel hebben geweigerd of afstand deden van de bedrijfstoeslag;
- bij uitoefening van een zelfstandige activiteit voor de vroegere werkgever, zich ertoe verbinden geen enkele prestatie als zelfstandige te leveren ten voordele of voor rekening van de vroegere werkgever (of van de groep waartoe de vroegere werkgever behoort) en dit, tijdens de periode van 6 maanden die volgt op de laatste tewerkstelling bij hem in dienst;
- de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben en geen recht hebben op een volledig rustpensioen.
Als u bij werkhervatting als zelfstandige in hoofdberoep geen beroepsverleden van minstens 20 jaar kunt bewijzen, dan hebt u slechts recht op een tijdelijke werkhervattingstoeslag van maximum 36 maanden.
Omvang steun
De werkhervattingstoeslag van onbepaalde duur bedraagt € 201,89 per maand.
De tijdelijke werkhervattingstoeslag bedraagt:
-
gedurende de eerste 12 maanden € 205,92 per maand;
-
gedurende de daaropvolgende 12 maanden € 137,28 per maand;
-
gedurende de daaropvolgende 12 maanden € 68,40 per maand.
Cumuleerbaarheid
De werkhervattingstoeslag mag, in de loop van eenzelfde maand, niet gecumuleerd worden met werkloosheidsuitkeringen en ziekte-uitkeringen als volledig werkloze, met de inkomensgarantieuitkering van een deeltijds werknemer met behoud van rechten (de inkomensgarantie-uitkering die door de ziekteverzekering wordt toegekend aan de deeltijds werknemer die ongeschikt wordt mag ook niet gecumuleerd worden) en met onderbrekingsuitkeringen (in het kader van een loopbaanonderbreking of tijdskrediet).
De werkhervattingstoeslag kan wel gecumuleerd worden met een verbrekingsvergoeding.
Aanvraagprocedure
De aanvrager moet zich aanmelden bij de uitbetalingsinstelling en een aanvraag om een werkhervattingstoeslag indienen met formulier C129bis. De uitbetalingsinstelling stuurt de aanvraag door naar de RVA.
Indien het werk hervat wordt als zelfstandige in hoofdberoep, moet het bewijs van inschrijving bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen bij de aanvraag worden toegevoegd.
De aanvraag moet bij de RVA aankomen uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarvoor de toeslag wordt aangevraagd (vb. het werk wordt hervat op 1 september, de aanvraag moet ten laatste op 30 november bij de RVA aankomen).
De toeslag zal tijdens de tewerkstelling worden toegekend voor een periode van 12 maanden die hernieuwbaar is. Om verder de toeslag te genieten na deze periode van 12 maanden, dient in de loop van de 11de maand de toestand bevestigd worden bij de uitbetalingsinstelling. De toeslag zal dan opnieuw worden toegekend voor een nieuwe hernieuwbare periode van 12 maanden. Indien de toeslag wordt geweigerd, kan een beroep binnen de 3 maanden worden ingesteld tegen dit besluit voor de Arbeidsrechtbank.
De werkhervattingstoeslag is door de zesde staatshervorming op 1 juli 2014 overgedragen naar de gewesten. De gewesten worden bevoegd voor de regelgeving en voor het toekennen van de toeslag. De RVA blijft verantwoordelijk voor de uitbetaling van de toeslag.
Er werd evenwel een overgangsfase voorzien tijdens dewelke RVA deze bevoegdheid voorlopig verder blijft uitoefenen. De RVA blijft dus op grond van het continuïteitsbeginsel, belast met de uitvoering van deze materie tot op het tijdstip waarop het Gewest operationeel in staat is om deze bevoegdheid uit te oefenen. De bestaande regelgeving en procedures blijven van kracht tot deze gewijzigd worden door het Vlaamse Gewest.
Contact
Voor meer informatie kunt u terecht bij het gewestelijk werkloosheidsbureau van de RVA van uw woonplaats (www.rva.be/home/menuNL.htm) of bij het hoofdbestuur van de RVA: