Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Werkgevers uit de privé sector en kennisinstellingen worden vrijgesteld om 80% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van onderzoekers die zij tewerkstellen door te storten aan de fiscus.
Deze maatregel kende sinds 1 januari 2018 een uitbreiding naar een aantal bachelordiploma's.
Sinds 1 januari 2020 geldt ook voor deze bachelordiploma's een vrijstelling van 80% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing en beperkt tot 50% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma voor kleine vennootschappen. Voor de overige ondernemingen wordt dit beperkt tot 25% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma.
Wie komt in aanmerking
De vrijstelling kan aangevraagd worden door:
- Ondernemingen met economische activiteit, die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan onderzoekers met een doctoraat of een diploma van burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur. Ook bepaalde master- en bachelordiploma's komen in aanmerking (zie verder). Van het diplomaniveau kan worden afgeweken door:
- Jonge innoverende ondernemingen (Young Innovative Company, definitie zie verder) en voor ondernemingen die op projectbasis samenwerken met universiteiten en andere non-profit onderzoeksorganisaties: voor deze onderzoekers kan de 80% vermindering pro rata de onderzoeksactiviteiten toegepast worden.
- Jonge innoverende ondernemingen (Young Innovative Company) die wetenschappelijk personeel (onderzoekers, onderzoekstechnici, projectbeheerders inzake onderzoek en ontwikkeling) tewerkstellen. Deze vrijstelling is niet mogelijk voor administratief of commercieel personeel.
- Ondernemingen die samenwerken met universiteiten of onderzoeksorganisaties. In dit geval kan de vrijstellingsmaatregel ook worden toegepast op O&O-personeel (tewerkgesteld in het samenwerkingsverband bij het bedrijf), dat niet over de diplomakwalificatie beschikt, maar deze kwalificatie door ervaring verworven heeft.
- Non-profit onderzoeksorganisaties die via een in ministerraad overlegd KB erkend worden als wetenschapsinstelling.
Young Innovative Company (YIC)
Een onderneming voldoet aan de definitie van YIC als de vennootschap:
- onderzoeksprojecten uitvoert;
- minder dan 10 jaar bestaat voor 1 januari van het jaar waarin de vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing wordt toegekend;
- niet opgericht is in het kader van een concentratie, een herstructurering, een uitbreiding van een vroegere activiteit of een overname van dergelijke activiteiten;
- uitgaven heeft gedaan op het vlak van onderzoek en ontwikkeling die minstens 15% van de totale kosten van het voorgaande belastbaar tijdperk vertegenwoordigen;
- voldoet aan de definitie van kleine vennootschap (zie verder).
Wanneer de vennootschap aan het eind van een belastbaar tijdperk niet langer voldoet aan de definitie van Young Innovative Company mag de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing niet meer toegepast worden op de bezoldigingen toegekend of betaald vanaf de eerstvolgende maand.
Definitie kleine vennootschap
Voor YIC blijft de oude definitie van kleine vennootschappen behouden: kleine vennootschappen zijn vennootschappen die voor het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
- jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers;
- jaaromzet exclusief btw: € 7.300.000;
- balanstotaal: € 3.650.000.
Wanneer het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt, wordt de vennootschap niet meer aanzien als kleine vennootschap.
Voor de vrijstelling in het kader van de bachelordiploma's is een kleine vennootschap een vennootschap die op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de criteria opgenomen in artikel 1:24, §§ 1 tot 6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit houdt in dat er voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria wordt overschreden:
- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 werknemers;
- jaaromzet, exclusief btw: € 11.250.000;
- balanstotaal: € 6.000.000.
Opgelet! Deze laatste definitie is van toepassing op boekjaren vanaf 1 januari 2024. Meer informatie over de oude en nieuwe definitie en de uitgestelde werking kan je vinden op de VLAIO-pagina Kmo-definitie? Verschil Europese en fiscale definitie > Fiscale definitie.
Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar.
In het geval van verbonden vennootschappen, moeten de criteria inzake omzet en balanstotaal op geconsolideerde (gegroepeerde) basis worden berekend. Wat het criterium personeelsbestand betreft, wordt het aantal werknemers opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld.
Wanneer er boekhoudkundig geen consolidatie wordt opgemaakt, kan men kiezen voor een alternatieve consolidatie (verhoging van de drempels met 20%).
Een vennootschap die zijn activiteit start, en dus niet beschikt over deze cijfers, moet de criteria bij het begin van het boekjaar te goeder trouw schatten.
Welke diploma's komen in aanmerking
Masterdiploma's in de Vlaamse Gemeenschap:
- exacte wetenschappen
- toegepaste wetenschappen
- (dier)geneeskunde
- farmaceutische wetenschappen
- burgerlijk ingenieur
- industriële wetenschappen
- biotechniek
- architectuur
- productontwikkeling
Bachelordiploma's in de Vlaamse Gemeenschap:
- Academische bachelors: deze dienen behaald te zijn in één van de studiegebieden zoals bepaald voor masterdiploma’s (of gelijkwaardig).
- Professionele bachelordiploma's:
- biotechniek;
- gezondheidszorg;
- nautische wetenschappen;
- Industriële wetenschappen en technologie;
- (toegepaste) informatica
- productontwikkeling
De lijsten met kwalificerende bachelor- en masteropleidingen: kan je raadplegen op Aanmeldingen Fiscaliteit > Bedrijfsvoorheffing O&O > Diploma's.
Wat komt in aanmerking
Onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's zijn projecten of programma's die volgend doel hebben:
- fundamenteel onderzoek: experimentele of theoretische activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd;
- industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de vervaardiging van onderdelen van complexe systemen, die noodzakelijk is voor industrieel onderzoek, met name voor de validering van generale technologieën, met uitzondering van prototypes;
- experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere kennis en vaardigheden voor plannen, schema's of ontwerpen van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, procedés of diensten. Hieronder kan tevens de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, procedés of diensten worden verstaan en het vastleggen van informatie daarover. Deze activiteiten kunnen tevens het maken van ontwerpen, tekeningen, plannen en andere documentatie omvatten, mits zij niet voor commercieel gebruik zijn bestemd.
De ontwikkeling van commercieel bruikbare prototypes en proefprojecten valt eveneens onder experimentele ontwikkeling indien het prototype noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en de productie ervan te duur is om alleen voor demonstratie en validatiedoeleinden te worden gebruikt.
Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante werkzaamheden, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.
Omvang steun
De steun bestaat er in dat de werkgevers vrijgesteld worden om een bepaald percentage van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de bovenvermelde masterdiploma’s (en eventueel bovenvermelde bachelordiploma's) door te storten aan de fiscus.
Kleine vennootschappen* | Andere vennootschappen | |
---|---|---|
Masterdiploma’s | vrijstelling van 80% | vrijstelling van 80% |
Bachelordiploma’s | vrijstelling van 80% (beperkt tot 50% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma) | vrijstelling van 80% (beperkt tot 25% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma) |
*Een kleine vennootschap die op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de de criteria opgenomen in artikel 1:24, §§ 1 tot 6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (zie hoger)
Vanaf 2020 werd de vrijstelling voor de bachelordiploma's opgetrokkentot 80%.
Uitgezonderd voor de assistent-onderzoekers en post-doctorale onderzoekers aan universiteiten, hogescholen, erkende wetenschappelijke instellingen, enz. moet deze vrijstelling pro rata toegepast worden in verhouding tot de tijd die de betreffende personen effectief hebben besteed aan onderzoek of aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten of -programma’s.
Aanvraagprocedure
Aanmelding van de O&O-activiteiten verplicht
De aanmelding gebeurt via een digitaal formulier. Zie de pagina Aanmeldingen Fiscaliteit > Bedrijfsvoorheffing O&O.
Op dit formulier moet je o.m. het volgende aantonen:
- de identificatie van de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing;
- de beschrijving van het project of programma waarbij wordt aangetoond dat het fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling tot doel heeft;
- de verwachte aanvangsdatum en de vooropgestelde einddatum van het project of programma.
- de aangemelde werknemers hebben een geldig diploma en worden tewerkgesteld in deze onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma’s.
Deze registratie is een verplichting voor de bedrijven alvorens ze de vrijstelling mogen toepassen. Op deze registratie volgt geen goedkeuring of recht, het bedrijf is verantwoordelijk voor wat geregistreerd wordt.
FOD Financiën bepaalt via controles of de vrijstelling van toepassing is of niet.
Deze informatie kan je best jaarlijks updaten. Op de website van BELSPO staat een handleiding hoe je dit best doet.
Non-profit onderzoeksorganisaties zijn vrijgesteld van deze aanmeldingsplicht.
Advies van BELSPO en FOD Financiën
Je kan als onderneming aan BELSPO advies vragen met betrekking tot de validiteit van het project/programma’ op het aanmeldingsformulier. BELSPO gaat dan na of voldaan is aan de diplomavereisten, en/of de aangemelde onderzoeks- en/of ontwikkelingsprojecten of –programma’s experimentele ontwikkeling, fundamenteel of industrieel onderzoek tot doel hebben. Hiervoor moet het vakje ‘adviesaanvraag m.b.t. de validiteit van het project/programma’ worden aangekruist op het aanmeldingsformulier.
Eens BELSPO zijn advies heeft uitgebracht, is dit bindend, zowel voor de aanvrager, als voor de FOD Financiën en wordt zo rechtszekerheid voor jouw O&O-activiteiten gecreëerd.
De digitale aanmelding gebeurt via Aanmeldingen Fiscaliteit > Bedrijfsvoorheffing O&O > Formulier Aanmelding bedrijfsvoorheffing O&O.
Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.
Contact
Meer informatie kan je vinden op de website van BELSPO via de pagina Aanmeldingen Fiscaliteit > Bedrijfsvoorheffing O&O. Je vindt er ook een uitgebreide rubriek met veel gestelde vragen.
Ook op Fisconetplus van FOD Financiën kan je meer informatie terugvinden in de FAQ - Onderzoek & Ontwikkeling, de Circulaire 2021/C/80 over de uitbreiding van de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling naar bachelors en de Circulaire 2023/C/49 over het tijdstip van aanmelding bij de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers.
Zie ook Commmentaar van art.275^3, WIB. Hier vind je informatie over Circulaires, rechtspraak enz.