Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Ondernemingen in het Vlaamse Gewest kunnen van VLAIO een subsidie verkrijgen voor een aantal ecologische investeringen die op een limitatieve technologieënlijst (LTL) zijn vermeld. De technologieën zijn in de lijst ingedeeld onder de thema’s koeling, transport, warmte/verwarming, water en diverse.
Naast de ecologiepremie+ is er de strategische ecologiesteun (STRES) die tegemoet komt aan ondernemingsspecifieke investeringsprojecten vanaf € 1,5 miljoen. In 2023 en 2024 is er ook het steunprogramma GREEN voor ondernemingsspecifieke investeringsprojecten voor de thema's vergroening van warmte en energiebesparing vanaf € 50.000 projectkosten. Voor GREEN gelden technologieën die niet gesteund worden via de ecologiepremie+ of voor technologieën van de ecologiepremie+ voor doelgroepen die niet in aanmerking komen voor de ecologiepremie+, zoals vzw's met een economische activiteit en grote ondernemingen bij sommige technologieën.
Wie komt in aanmerking
Zowel kmo's als grote ondernemingen
Deze subsidie kan worden verkregen door alle ondernemingen vermeld in de kruispuntbank ondernemingen en die gaan investeren in een (toekomstige) vestiging in het Vlaams Gewest.
Voor de omvang van de ecologiesteun wordt wel een onderscheid gemaakt tussen kmo's en grote ondernemingen (go). Een kmo moet beantwoorden aan de Europese kmo-definitie:
Criteria | kmo |
---|---|
Tewerkstelling | minder dan 250 |
ofwel jaaromzet | maximum € 50 miljoen maximum € 43 miljoen |
Zelfstandigheidscriterium |
---|
Zelfstandigheid uit zich in het samentellen van de data van de steunaanvragende onderneming met deze van de participerende (vanaf meer dan 25% participatie) en verbonden (vanaf meer dan 50% participatie) ondernemingen (zie ook de Europese kmo-definitie) |
Wanneer één van deze criteria wordt overschreden is men een grote onderneming. Voor de bepaling van de grootte van de onderneming wordt gekeken naar de twee neergelegde jaarrekeningen voorafgaand aan het moment van indiening.
Ondernemingen met één of meer grote energie-intensieve vestigingen (energieverbruik van de vestiging ≥ 0,1 PJ) in het Vlaamse Gewest kunnen enkel een ecologiepremie+ krijgen als deze vestigingen zijn toegetreden tot de Vlaams energiebeleidsovereenkomsten (EBO) en deze ook naleven.
Uitgesloten
- Vzw’s zijn geen aanvaardbare juridische vorm voor de EP+. Vzw's met een economische activiteit die in aanmerking komen voor GREEN steun kunnen voor groene warmte en energie-efficiëntie technologieën vermeld op de LTL EP+, GREEN steun aanvragen.
- Ondernemingen die gedomineerd worden door een administratieve overheid (minstens 50% van de aandelen of stemrechten) zijn uitgesloten van steun behalve voor investeringen in warmtenetten, energiedelen, walstroom en waterzuivering.
- Grote ondernemingen die uitgesloten zijn voor een groene warmte of energie-efficiëntietechnologie vermeld op de LTL EP+ kunnen voor deze technologie steun verkrijgen via GREEN.
- Investeringen voor primaire landbouw, visserij en aquacultuur zijn uitgesloten.
- Een onderneming in moeilijkheden wordt uitgesloten van steun ingevolge Europese regelgeving.
Patrimoniumvennootschap
De investeringen kunnen worden uitgevoerd door een patrimoniumvennootschap die behoort tot dezelfde groep als de steunaanvragende onderneming.
Dit is in de volgende gevallen:
- de patrimoniumvennootschap participeert (on)rechtstreeks voor ten minste 25% in de steunaanvragende onderneming;
- de steunaanvragende onderneming participeert (on)rechtstreeks) voor ten minste 25% in de patrimoniumvennootschap;
- een natuurlijke persoon of rechtspersoon participeert voor ten minste 25% in beide vennootschappen.
De patrimoniumvennootschap stelt de investeringen gedurende vijf jaar ter beschikking van de steunaanvragende onderneming.
Derde partijfinanciering
De investeringen kunnen worden uitgevoerd door een derde onderneming (niet behorend tot de groep) in de Vlaamse vestiging van de klant. Hierbij komt de derde onderneming in aanmerking voor steun, op voorwaarde dat de klant ook voldoet aan de voorwaarden om als onderneming steun aan te vragen in geval deze zelf zou investeren. De derde onderneming heeft een minstens vijfjarig durende overeenkomt met de klant. (Een voorbeeld is een derde onderneming die investeert in een omgekeerde osmose installatie bij de klant, waarmee er water wordt gezuiverd dat bestemd is voor de klant).
De steunaanvrager exploiteert steeds zelf de investeringen (gebruiken, bedienen, onderhouden, ...). Verhuren van investeringen aan klanten is niet steunbaar.
Wat komt in aanmerking
Thema's
Een ecologiepremie wordt toegekend aan de technologieën die opgenomen zijn in een limitatieve technologieënlijst (afgekort LTL EP+). Voor aanvragen ingediend vanaf 1 juli 2024 zijn er 44 technologieën steunbaar.
De technologieën zijn opgedeeld in volgende thema's:
- koeling;
- transport;
- warmte/verwarming;
- water;
- diverse.
De volledige LTL EP+ kan je vinden op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/limitatieve-technologieen.
Uitgesloten
Volgende technologieën komen niet voor op de LTL en zijn bijgevolg uitgesloten van een ecologiepremie:
- ecologie-investeringen die wettelijk verplicht zijn ... denk hierbij aan investeringen om te voldoen aan:
- Europese of Vlaamse normen verplichtingen in het kader van energie- en klimaatbeleid Vlaanderen (bijv. energie-audit, energiebalans, energieprestatieregelgeving bij nieuwbouw of ingrijpende energetische renovatie);
- de voorwaarden opgenomen in de omgevingsvergunning.
Aanpassingen LTL lijst
Bij ministerieel besluit van 30 juni 2024 is de limitatieve lijst met technologieën die in aanmerking komen voor subsidiëring met de ecologiepremie aangepast. De nieuwe technologieënlijst is van toepassing op steunaanvragen ingediend vanaf 1 juli 2024. Aanpassingen kaderen in het nieuwe Besluit Vlaams Regering (19 april 2024) van de ecologiesteun en van het Ministerieel Besluit Ecologiepremie+ (30 juni 2024).
Geschrapt
- T201099: Opslag van duurzaam opgewekte elektrische energie (batterijen)
- T201069: Walstroomaansluiting (landzijde) groter dan 1MVA voor zeeschepen
- T100083: Actief en intelligent daglichtsysteem
- T201028: Daglichtbuis met hoogreflecterend oppervlak
- T1300: Een nieuw koelsysteem op basis van alternatieve koudemiddelen (uitgezonderd ammoniak) met een totaal koelvermogen (binnen de onderneming) tussen 50 en 300 kW
- T201066: Een nieuw koelsysteem op basis van alternatieve koudemiddelen (uitgezonderd ammoniak) met een totaal koelvermogen (binnen de onderneming) tot en met 50 kW
Toegevoegd
- T201100: Nieuw koelsysteem op basis van natuurlijke koudemiddelen (uitgezonderd ammoniak) met een totaal koelvermogen tot en met 300 kW, inclusief recuperatie ven restenergie (Deze technologie vervangt de technologieën T1300 en T201066 en met de verplichting warmterecuperatie).
Aangepaste steunpercentages
- T1301, T1303, T1309, T201051, T201057, T201071, T201072, T201073, T201087, T201098
Aanpassing essentiële componenten
- T1301, T1303, T1309, T201052, T201082, T201088, T201092
Naast de inhoudelijke aanpassingen bij een aantal technologieën, zijn er ook tekstuele aanpassingen ter verduidelijking. Deze omvatten onder andere bijkomende uitleg, definities, financiering door derden enz.
Geothermische warmtepompen: bij nieuwbouw of ingrijpende energetische renovatie is er een verplicht maximum toegelaten E-peil. Als aan dit E-peil ook kan voldaan worden met een andere verwarmingstechnologie zoals aardgasverwarming of een luchtwarmtepomp ... dan is er steun mogelijk.
Verder in aanmerking komen onder andere: thermische zonnesystemen, warmteproductie uit biogas via vergisting, koelsystemen op alternatieve koudemiddelen (CO2, propaan, ...) en ammoniak, tankinfrastructuur voor waterstof, struvietrecuperatie, aanwenden expansie-energie, ORC (Organic Rankine Cycle) op procesrestwarmte, walstroomvoorziening scheepszijde binnenvaart, autonoom elektrisch koelaggregaat, chemische warmtepomp, ...
Omvang steun
De ecologiepremie wordt toegekend in de vorm van een subsidie. Het bedrag van de ecologiepremie wordt bepaald door het vermelde nettosteunpercentage op het investeringsbedrag van de vermelde essentiële componenten van de technologie dat afhankelijk is van de grootte van de onderneming (kmo of go).
De steun is steeds van toepassing op het beroepsmatig deel van de essentiële componenten exclusief installatiekosten behalve waar vermeld bij de technologie. De investeringen moeten steeds geactiveerd worden op de balans en over minimum 3 jaar afgeschreven worden. De investeringen moeten ook minimum 5 jaar na realisatie in de onderneming behouden blijven.
Het totale bedrag aan toegekende ecologiepremie bedraagt maximaal € 1 miljoen per onderneming over een periode van 3 jaar te rekenen van de indieningsdatum van de eerste positief besliste steunaanvraag.
Cumulatieverbod
Ecologiesteun mag niet gecumuleerd worden met andere overheidssteun. Dat betekent dat de onderneming geen steun mag aanvragen voor dezelfde in aanmerking komende investeringskosten (bijvoorbeeld geen overlap tussen oproepen van VLAIO en VEKA, geen overlap tussen premies van Fluvius en steun via VLAIO, ...).
Aanvraagprocedure
Meer informatie over de aanvraagprocedure kan je vinden op vlaio.be/nl/subsidies-financiering/ecologiepremie/aanvraagprocedure.
Om de persoonlijke gegevens maximaal te beveiligen moet men zich aanmelden via een federaal token, een elektronische identiteitskaart (eID) of itsme-app, ... Wie gebruik wil maken van de elektronische identiteitskaart, heeft uiteraard een kaartlezer en de nodige software nodig. Wie liever gebruik maakt van het federale token, kan dit aanvragen via www.belgium.be. Hou hierbij jouw rijksregisternummer, SIS-kaartnummer en identiteitskaartnummer bij de hand. Het federale token is persoonlijk en wordt naar het thuisadres gestuurd. Wettelijke functiehouders (zaakvoerders, bestuurders, ...) van een onderneming kunnen een aanvraag doen. Anderen dienen eerst via het Vlaams toegangsbeheer een machtiging te krijgen via een functiehouder. Meer info hierover bij de Vlaamse Infolijn op het telefoonnummer 1700.
Opgelet! De onderneming mag nog niet gestart zijn met de investeringen bij de indiening van de aanvraag. De vroegst mogelijke startdatum van het investeringsproject is de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de steunaanvraag wordt ingediend.
Als startdatum geldt de datum van de eerste factuur bij aankoop of de datum van ondertekening van het financieel leasingcontract. De ecologie-investeringen moeten ook starten binnen de 12 maanden na de beslissing tot toekenning van de steun en moeten binnen een termijn van 3 jaar na de beslissingsdatum beëindigd zijn. Ten vroegste na de beslissingsdatum en ten laatste 12 maanden na de laatste factuur bij aankoop of na de datum ondertekening financieel leasingcontract, kan de steun opgevraagd worden in drie schijven of in zijn geheel.
In de digitale aanvraag zijn per technologie een aantal vragen toegevoegd over de technische kenmerken van de installatie (vermogens, verbruik, enz.). Dit is nodig voor het opvolgen van de klimaatefficiëntie van de ecologiesteun. Voor een aantal technologieën worden deze vragen via een invulfiche toegestuurd per email door jouw dossierbehandelaar na het indienen van de aanvraag. Ook dient men de bestelbon/offerte van de ecologie-investering op te laden in de digitale aanvraag.
Bekijk zeker ook de documenten Handleiding en de Toelichting bij technische vragen ecologiepremie+ vooraleer je een aanvraag indient!
Uitbetalingsprocedure
De steun wordt in drie schijven uitbetaald (ten vroegste één maand na de beslissing tot toekenning):
- een eerste schijf (30%) nadat 30% van de investeringen zijn gerealiseerd;
- een tweede schijf (30%) nadat 60% van de investeringen zijn gerealiseerd;
- een derde schijf (40%) na beëindiging van de investeringen en na controle van het dossier.
De uitbetaling van een schijf moet je aanvragen via de webapplicatie. Opgelet! De steun moet ten laatste 12 maanden na het beëindigen van het investeringsproject (laatste factuurdatum bij aankoop of ondertekeningsdatum financieel leasecontract) opgevraagd worden.
Voorbeelden
Voorbeeld 1
Een kmo-vleesverwerkingsbedrijf installeert (excl. plaatsingskosten) een nieuwe koelinstallatie voor productkoeling op 4°C met 200kW koelvermogen en op -10°C met 150kW op basis van alternatieve koelmiddelen ter waarde van € 50.000 en met een warmterecuperatiesysteem van € 10.000. De nieuwe en de bestaande koelinstallaties per temperatuurniveau, hebben een totaal koelvermogen van minder dan 300 kW.
- Technologie: zie LTL-EP+ 2024-02 technologienr. 201100: “Koelsysteem op basis van natuurlijke koudemiddelen (uitgezonderd ammoniak) met een totaal koelvermogen tot en met 300kW, inclusief recuperatie van restenergie"
De restwarmte wordt gerecupereerd en ingezet binnen de onderneming als proceswarmte of voor klimatisatie overeenkomstig de voorwaarden van recuperatie van restenergie
- uitleg:
- Een nieuw koelsysteem voor het koelen van ruimten, producten of processtromen op basis van natuurlijke koudemiddelen (CO2, propaan, (iso)butaan, propyleen, ethyleen, of ethaan) waarbij de restenergie gerecupereerd wordt. Het totale koelvermogen binnen de vestiging van de onderneming van de verschillende installaties moet na realisatie kleiner of gelijk zijn aan 300kW. Indien er een temperatuursverschil is van minimum 5°C van de koeltoepassing, mogen de verschillende koelsystemen opgesplitst worden per temperatuursniveau voor de berekening van het totale vermogen.
- nettosteunpercentage: kmo 15% - go 12%
- essentiële componenten: koelsysteem met alternatief koudemiddel (compressor, condensor, leidingen, appendages, expansieventiel en verdamper) inclusief het systeem voor recuperatie en inzet van restenergie (excl. afgiftesysteem).
- steun: stel dat dit een kmo is: subsidie= 15% voor koelsysteem met warmterecuperatiesysteem
- omvang subsidie = bedrag essentiële componenten (excl. btw en excl. plaatsing) x nettosteunpercentage
= (€ 50.000 + € 10.000) x 15%
= € 9.000
Voorbeeld 2
Een 50% dochter van een multinational actief in de voedingsindustrie in diepgevroren voedingsproducten zal 3 nieuwe vrachtwagens aankopen op 100% elektriciteit van € 410.000 per vrachtwagen zonder opbouw.
- Technologie: zie LTL-EP+ 2024-02 technologienr. 201071: “Elektrische vrachtwagen”
- uitleg:
- Nieuwe vrachtwagen (meer dan 3,5 ton) met 100 % elektrische aandrijving, zonder opbouw en met een maximum in aanmerking komend investeringsbedrag van € 400.000 per vrachtwagen. Per onderneming komen voor deze technologie maximum twee vrachtwagens in aanmerking voor steun. Hybride vrachtwagens (deels op fossiele brandstoffen) komen niet in aanmerking voor steun"
- nettosteunpercentage kmo: 35% - go: 21%
- essentiële componenten: nieuwe vrachtwagen met 100% elektrische aandrijving (zonder opbouw)
- Steun: stel dat dit een 50% dochter is van een grote onderneming dan is de onderneming zelf ook een grote onderneming.
- Omvang subsidie= bedrag essentiële componenten x nettosteunpercentage
= € 800.000 x 21%
= € 168.000
* Maximaal € 400.000 per vrachtwagen en maximaal twee vrachtwagens op te geven (€ 410.000 > € 400.000 x 3 > 2 = € 800.000 op te geven bedrag).
Vrijgesteld van vennootschapsbelasting
Sinds 1 januari 2006 geldt er een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor kapitaal- en interestsubsidies die door de gewesten in het kader van de economische expansiewetgeving toegekend worden aan ondernemingen om “immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen”. Ondernemingen als natuurlijke persoon (zelfstandigen, éénmanszaken, ...) zijn niet vrijgesteld van belasting op de ecologiepremie plus.
Ook voor deze maatregel geldt deze vrijstelling. Voor meer informatie zie Veelgestelde vragen: welke subsidies worden vrijgesteld van belasting.
Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.
Contact
Stuur bij voorkeur een e-mail naar VLAIO. Toch iets via post bezorgen? Alle VLAIO-kantoren hebben voortaan één postadres.
1210 Brussel
België