Investeringsaftrek

Laatst gewijzigd op 15 jan 2025 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
zelfstandigen & ondernemingen
Voor wat
bepaalde investeringen
Fiscaal voordeel
10 tot 40% van de investeringen mag worden afgetrokken van de belastbare winst

Wat houdt de maatregel in

Een onderneming, die bij de oprichting of uitbreiding van haar activiteiten een investering uitvoert, kan onder bepaalde voorwaarden een investeringsaftrek verkrijgen. Dit is een fiscaal voordeel waarbij men een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen uitgevoerd tijdens het belastbaar tijdperk, mag aftrekken van de belastbare winst. Het percentage past men éénmalig toe op de aanschaffings- of beleggingswaarde van de vaste activa. 

Er bestaat een basisaftrek van 10% (die kan worden verdubbeld voor bepaalde digitale investeringen) die kan toegepast worden door kleine ondernemingen. Daarnaast bestaat er een verhoogde thematische aftrek van 40% (of 30%) en een technologieaftrek van 13,5%. Je kan voor éénzelfde vast activa slechts één aftrekcategorie kiezen.

Als de winst onvoldoende is, mag de investeringsaftrek onder bepaalde voorwaarden worden overgedragen op de winsten van een volgend belastbaar tijdperk.

1. De investeringsaftrek is sinds 1 januari 2025 grondig hervormd. Drie van de vier investeringslijsten van de 'Thematische aftrek' werden ondertussen gepubliceerd in het Koninklijk besluit van 20 december ter invoering van de investeringslijsten. Zodra de laatste beschikbaar is brengen we je hiervan op de hoogte via de Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank. Ook de lijst van de digitale investeringen (verdubbelde basisaftrek) en de 'Klimaat- en milieu-uitsluitingslijstlijst' werden hierin verduidelijkt. 
Er is nog geen informatie beschikbaar om de investeringslijsten van de thematische aftrek te interpreteren. Hiervoor is het wachten op verder overleg tussen de Gewesten en FOD Financiën voor verdere praktische invulling van de regelgeving.
2. Via het Koninklijk besluit van 20 december 2024 tot aanpassing van de artikelen met betrekking tot de investeringsaftrek in het KB/WIB 92 werden heel wat formaliteiten verduidelijkt.
3. Informatie over de oude regeling kan je vinden in de rubriek Investeringsaftrek voor investeringen in 2024.

Wie komt in aanmerking

De investeringsaftrek kan, afhankelijk van de categorie, verkregen worden door eenmanszaken, kleine en grote vennootschappen die winsten ontvangen uit een industriële, commerciële of landbouwactiviteit. Ook de beoefenaars van vrije beroepen komen in aanmerking. 

Vzw’s komen voor deze maatregel enkel in aanmerking indien ze onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting.

Een kleine vennootschap is een vennootschap die op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de criteria opgenomen in artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dit houdt in dat er voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria wordt overschreden:

  • Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers;
  • Jaaromzet exclusief btw: € 11.250.000;
  • Balanstotaal: € 6.000.000.

Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar. 

In het geval van verbonden vennootschappen moeten de criteria voor omzet en balanstotaal op geconsolideerde (gegroepeerde) basis worden berekend. Wat het criterium personeelsbestand betreft, wordt het aantal werknemers opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld. 
Wanneer er boekhoudkundig geen consolidatie wordt opgemaakt, kan men kiezen voor een alternatieve consolidatie (verhoging van de drempels met 20%).

Meer informatie over deze definitie kan je vinden op de VLAIO-pagina Kmo-definitie? Verschil Europese en fiscale definitie > Fiscale definitie.

Wat komt in aanmerking

In de algemene regel moet het gaan om materiële of immateriële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht. Deze activa moeten in België uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en ze moeten ten minste over drie jaar worden afgeschreven. ‘Leasing’ komt ook in aanmerking.

Volgende investeringen zijn uitgesloten van de investeringsaftrek:

  • niet uitsluitend voor het beroep gebruikte vaste activa;
  • vaste activa die niet afschrijfbaar zijn of worden afgeschreven over een termijn van minder dan drie belastbare tijdperken;
  • activa die geen rechtstreeks verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid;
  • de gebouwen aangeschaft in het vooruitzicht van wederverkoop;
  • bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer die kosten niet samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben worden afgeschreven
  • de personenwagens (met max. acht zitplaatsen + plaats bestuurder) en de wagens voor dubbel gebruik. Op deze uitsluiting gelden volgende uitzonderingen:
  • activa waarvan het recht van gebruik op een andere wijze dan leasing, erfpacht, ... (bvb. via een huurovereenkomst) aan een derde wordt verleend. Een uitzondering wordt echter gemaakt als de gebruiker een natuurlijk persoon is of een vennootschap die het gehuurde goed gebruikt voor de uitoefening van de beroepsactiviteit (zie financien.belgium.be/nl/ondernemingen/vennootschapsbelasting > Belastingvoordelen > Investeringsaftrek > Welke investeringen zijn uitgesloten van de aftrek);
  • bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer die kosten niet samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben worden afgeschreven;
  • voor de basisaftrek zijn ook bepaalde investeringen uitgesloten die gebaseerd zijn op of die gebruik maken van voor het milieu en klimaat schadelijke stoffen, met uitzondering van de vaste activa waarvoor er geen economisch vergelijkbaar koolstofemissievrij alternatief is. Deze lijst kan je terugvinden als Bijlage IIquater bij het KB/WIB92. Dit houdt bijvoorbeeld in dat je voor alle voortbewegingstoestellen, gemotoriseerde rijwielen, bromfietsen en motorfietsen in deze nieuwe aftrek geen steun meer kan bekomen als ze fossiele brandstoffen gebruiken voor de aandrijving. Voor fiscale lichte vrachtauto's geldt een uitzondering: deze uitsluiting geldt voor investeringen vanaf 1 januari 2027.

Basisaftrek

De basisaftrek heeft een vast percentage van 10%. Dit wordt niet geïndexeerd. De basisaftrek kan enkel worden toegepast door eenmanszaken en kleine ondernemingen die voldoen aan de definitie van een kleine vennootschap (zie hoger).

Investeringen in 2025 (aj 2026)
Gewone investeringen
Natuurlijke personen10% 
Kleine vennootschappen10%
Andere vennootschappen/

Basisaftrek digitale investeringen

De basisaftrek wordt verhoogd tot 20% voor bepaalde digitale investeringen. Dit percentage wordt niet geïndexeerd. Dit kan enkel worden toegepast door eenmanszaken en kleine ondernemingen die voldoen aan de definitie van een kleine vennootschap (zie hoger).

Investeringen in 2025 (aj 2026)
 
Natuurlijke personen20%
Kleine vennootschappen20% 
Andere vennootschappen/

Deze verhoogde aftrek heeft betrekking op vanaf 1 januari 2025 verkregen of tot stand gebrachte investeringen in digitale vaste activa van één van de volgende vier categorieën. 

Digitale betalings- en facturatiesystemen
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de elektronische betaling vergemakkelijken;
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor elektronische facturatie, handtekening of archivering.
  • investeringen in geregistreerde kassasystemen en meer bepaalde de gecertificeerde kassa en de gecertificeerde fiscale datamodule (zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 30 juli 2013 met betrekking tot de certificatie van een geregistreerde kassasysteem in de horecasector)
Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie (ICT)
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor de beveiliging van informatie, netwerken en ICT-installaties;
  • investeringen in monitoring- en auditinstrumenten voor de beveiligingssystemen van ICT;
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) die een veiliger beheer van de door de onderneming verzamelde persoonsgegevens mogelijk maken;
  • Digitale investeringen om te voldoen aan de AVG/GPDR Verordening betreffende gegevensbescherming.
Boekhoudkundig en financieel beheer
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) die het boekhoudkundige en financiële beheer van de onderneming ondersteunen.
Klantenwerving en Relatiebeheer
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de online zichtbaarheid en klantenwerving bevorderen;
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor het beheer van commerciële, contractuele en administratieve klantenrelaties.
Aanvullende investeringen 

Daarnaast komen volgende aanvullende investeringen op de hogervermelde vier categorieën in aanmerking:

  • de kosten voor softwareontwikkeling die verband houden met de hogervermelde investeringen en die samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben, worden afgeschreven;
  • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de interfacing van de hogervermelde systemen met systemen van de onderneming of naar systemen buiten de onderneming mogelijk maken (met inbegrip van de investeringen voor interfaces tussen systemen voor facturatie, betaling en boekhoudkundige programma's).
Formaliteiten

De facturen van deze investeringen moeten beschikbaar worden gehouden voor de FOD Financiën.

In artikel 49/1, KB/WIB 92 wordt verduidelijkt wat de dienstverlener op de factuur (of in een bijlage bij de factuur) moet vermelden om van deze aftrek te kunnen genieten.

Deze wetgeving moet nog worden aangepast in de Fisconetplusdatabank aan het nieuwe Koninklijk besluit van 20 december 2024 tot aanpassing van de artikelen met betrekking tot de investeringsaftrek in het KB/WIB 92

Wil je instappen op een abonnement systeem in het kader van e-facturatie, dan bekijk je best de Fiscale aftrek voor e-facturatie op deze pagina van de Subsidiedatabank.  

Verhoogde thematische aftrek

Voor zelfstandigen en kleine vennootschappen bedraagt deze aftrek 40%. Grotere vennootschappen krijgen een aftrek van 30%. 

Investeringen in 2025 (aj 2026)
 
Natuurlijke personen40%
Kleine vennootschappen40%
Andere vennootschappen30%
Algemene voorwaarden

Deze verhoogde thematische aftrek kan niet worden toegepast door ondernemingen in moeilijkheden of door een onderneming waarvoor een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een besluit van de Commissie die een door België verleende steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt heeft verklaard.

Investeringen met een waarde van minder dan € 1.000 komen niet in aanmerking.

Er geldt tevens een maximum steunbedrag: wanneer de totale som van het fiscale voordeel van de investeringsaftrek én andere aangevraagde overheidssteun voor dezelfde investering meer dan € 30 miljoen bedraagt (conform artikel 4, lid 1, s van Verordening (EU) nr. 651/2014), moet de aanvraag voor investeringsaftrek vooraf ter goedkeuring als verenigbare staatssteun worden aangemeld bij de Europese Commissie. 

Deze verhoogde thematische aftrek kan bovendien enkel worden toegepast op investeringen waarvoor geen gewestelijke steun werd aangevraagd, behalve in de gevallen die door de Koning worden bepaald.

Deze aftrek is van toepassing op investeringen die worden vermeld in één van de volgende vier lijsten:

Investeringen in efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie

Deze lijst (zie ook Bijlage II bij het KB/WIB 92) omvat de investeringen die bijdragen aan de de productie van hernieuwbare energie en een efficiënter energieverbruik. 

Voor deze lijst gelden ook nog volgende uitsluitingen (naast diegene vermeld bij de algemene voorwaarden):

  • De investeringen van ondernemingen die niet voldoen aan de definitie van kleine vennootschap waarbij de interne rentevoet (IRR) hoger is dan 13% worden uitgesloten.
  • De investeringen in vaste activa die een terugverdientijd hebben van minder dan drie jaar zijn ook uitgesloten.

De lijst bevat vijf groepen, onderverdeeld in negen categorieën met elk nog specifieke voorwaarden (zo wordt een voorafgaande energiestudie of –audit verplicht voor zeven  categorieën voor alle ondernemingen*):

  • Categorie 1: Beperking van de energieverliezen in bestaande gebouwen (gebouwen ouder dan tien jaar oud);
  • Categorie 2*: Beperking van de energieverliezen door in gebruik zijnde apparaten, leidingen, afsluiters en kanalen te isoleren, ingebruik zijnde warme of koude vloeistoffen af te dekken of in bestaande ovens (bij aanpassing moeten de apparatuur, processen en systemen langer dan vijf jaar in gebruik zijn, voor vervanging moeten ze langer dan tien jaar in gebruik zijn); 
  • Categorie 3*: Beperking van het ventilatieverlies in bestaande gebouwen (gebouwen ouder dan 10 jaar oud);
  • Categorie 4*: Opvang, terugwinnen en levering van warmte of -koude (bij aanpassing moeten de apparatuur, processen en systemen langer dan vijf jaar in gebruik zijn, voor vervanging moeten ze langer dan tien jaar in gebruik zijn); 
  • Categorie 5*: Aanwenden van expansie-energie die vrijkomt bij bestaande productieprocessen of bij de ontsnapping van vloeistoffen onder druk gebracht voor transport (bij aanpassing moeten de apparatuur, processen en systemen langer dan vijf jaar in gebruik zijn, voor vervanging moeten ze langer dan tien jaar in gebruik zijn); 
  • Categorie 6*: Aanpassing van apparatuur en industriële productieprocessen (bij aanpassing moeten de apparatuur, processen en systemen langer dan vijf jaar in gebruik zijn, voor vervanging moeten ze langer dan tien jaar in gebruik zijn); 
  • Categorie 7* : Elektrificatie van industriële productieprocessen ter vervanging van processen op fossiele brandstoffen; 
  • Categorie 8*: Tijdelijke opslag van elektrische en thermische energie (opname in voorafgaande energiestudie of -audit vereist);
  • Categorie 9: Productie op basis van hernieuwbare energie.
Investeringen in koolstofemissievrij vervoer

Deze lijst (zie ook Bijlage IIbis bij het KB/WIB 92) omvat investeringen die duurzame mobiliteit stimuleren en de transitie naar een CO₂-neutraal transportbeleid ondersteunen.

De lijst is onderverdeeld in vier groepen die soms nog onderverdeeld worden in bepaalde categorieën met elk nog specifieke voorwaarden:

  • Groep 1: Spoorvervoer: 
    • Categorie 1: Rangeerlocomotief; 
  • Groep 2: Wegvervoer: 
    • Categorie 2: Actieve mobiliteit;
    • Categorie 3: Andere voertuigen op wielen;   
  • Groep 3: Zee- en binnenvaart; 
  • Groep 4: Laadinfrastructuur.
Milieuvriendelijke investeringen 

Deze lijst (zie ook Bijlage IIter bij het KB/WIB 92) omvat de investeringen die bijdragen aan een gunstige milieu-impact. 

De lijst is onderverdeeld in drie groepen en vier categorieën met elk nog specifieke voorwaarden:

  • Groep 1: Grondstoffenbeheer: 
    • Categorie 1: Vermindering van het gebruik van grondstoffen/ afvalvermindering; 
  • Groep 2: Klimaat:  
    • Categorie 2: Broeikasgasemissies verminderen; 
    • Categorie 3: Bevorderen van adaptatie; 
  • Groep 3: Investeringen ter bevordering van het leefmilieu: 
    • Categorie 4: Chemische stoffen in een circulaire economie.  
Ondersteunende digitale investeringen 

Deze lijst met investeringen die verwant zijn aan de drie voormelde investeringscategorieën moet nog worden bekend gemaakt.

Attesten

De investering moet op de investeringslijst staan én er moet een voldoende gemotiveerd attest worden aangevraagd bij het bevoegde Gewest.

De belastingplichtige heeft ook de mogelijkheid om voor vaste activa die deel uitmaken van een investeringsproject dat over meer dan een belastbaar tijdperk loopt ook een investeringscertificaat aan te vragen op basis van de in dat belastbaar tijdperk geldende investeringslijsten. Dit certificaat beoordeelt de conformiteit van de investering op basis van de geldende investeringslijsten op het moment van aanvraag.

Technologieaftrek

De Technologie-aftrek bedraagt 13,5% en geldt voor investeringen in octrooien en milieuvriendelijke investeringen voor O&O. Dit wordt verhoogd tot 20,5% voor de gespreide investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen voor O&O. 

Milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling  

Enkel hier blijft een gespreide aftrek mogelijk.

Investeringen in 2025 (aj 2026)
 investeringen in O&O
gespreide aftrek*
Natuurlijke personen13,5%20,5% 
Kleine vennootschappen13,5%20,5% 
Andere vennootschappen>13,5%20,5%

*Er kan voor deze investeringen gekozen worden voor een aftrek die wordt gespreid over de afschrijvingsperiode van de investeringen. Deze aftrek bedraagt dan 20,5% en wordt berekend op de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen.

Deze verhoogde aftrek geldt voor 'milieuvriendelijke' investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Dit zijn investeringen in vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die beogen het negatieve effect op het leefmilieu van bestaande producten en technologieën zoveel mogelijk te beperken.

Om van deze aftrek te kunnen genieten, dient het bedrijf bijvoorbeeld een R&D-afdeling te hebben of innovatiesteun te hebben genoten via bijvoorbeeld VLAIO.

Vennootschappen die opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling kunnen nooit meer de investeringsaftrek toepassen voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling (zowel de éénmalige als de gespreide). 

Attest

Om dit milieuvriendelijk karakter van de investering te bewijzen moet een attest worden gevoegd bij de aangifte van de inkomstenbelastingen van het tijdperk waarin de bedoelde bestanddelen zijn aangeschaft of tot stand gebracht. Dit attest wordt afgeleverd door de bevoegde overheidsinstantie. 

Verwerving van Octrooien 
Investeringen in 2025 (aj 2026)
 
Natuurlijke personen13,5%
Kleine vennootschappen13,5%
Andere vennootschappen13,5%

Formaliteiten

Voor deze octrooien moet de belastingplichtige de opgave (zie aanvraagprocedure) staven door:

  • een afschrift van het contract op grond waarvan de onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft;
  • het bewijs dat het octrooi of het recht tot exploitatie ervan nooit door een onderneming voor het uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt.

Toepassing investeringsaftrek

De investeringsaftrek is voor ieder aanslagjaar in principe van toepassing met betrekking tot de vaste activa die tijdens het jaar of boekjaar dat aan dat aanslagjaar is verbonden zijn verkregen of tot stand gebracht, d.w.z. die tijdens dat jaar of boekjaar afschrijfbaar worden (61/84 tot 89). Wat de in 68/10 bedoelde vaste activa betreft (de leasinggoederen) moet de investeringsaftrek worden verleend voor het jaar of boekjaar waarin de gebruiksrechten zijn overgedragen. (Zie Commentaar op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (ComIB) nummer 68/17).

Aanvraagprocedure

Om de investeringsaftrek te bekomen moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de personenbelasting of vennootschapsbelastingaangifte (inkomstenbelastingen van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn aangeschaft of tot stand gebracht) de volgende documenten toevoegen:

  • een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgelegd;
  • voor de verhoogde thematische aftrek moet er een attest worden toegevoegd (zie rubriek 'Verhoogde thematische aftrek');
  • voor de technologie-aftrek (milieuvriendelijke investeringen O&O) moet er eveneens een attest worden toegevoegd (zie rubriek 'Technologieaftrek'). 

Daarnaast moet je per categorie van vaste activa een opgave ter beschikking van de administratie houden die voor elke investering de volgende gegevens vermeldt:

  • de datum van de aanschaffing of van de totstandkoming;
  • de juiste benaming;
  • de aanschaffings- of beleggingswaarde;
  • de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur.

Cumulatie

Er is geen cumul meer mogelijk van de verschillende investeringsaftrekken. Per investering zal je dus moeten kiezen welke aftrek er wordt toegepast, als een investering aan de criteria van meerdere categorieën voldoet.

Overgangsregeling

Er is een overgangsregeling voorzien voor reeds ‘lopende investeringen’. Activa die werden verkregen of tot stand gebracht vóór 1 januari 2025 blijven onderworpen aan de vroegere regeling (zie verder). Maak je in de huidige regeling gebruik van de gespreide aftrek, waarbij investeringen werden verworven vóór 1 januari 2025, maar de afschrijvingen doorlopen tot na die datum, dan kan je nog steeds de huidige regeling blijven toepassen.

Investeringsaftrek voor investeringen in 2024

Gewone en gespreide investeringaftrek

De basis aftrek heeft een vast percentage van 8%. De gespreide aftrek bedraagt voor aanslagjaar 2025 12,5% (5,5% + 7%). 

Investeringen in 2024 (aj 2025)
Gewone investeringen
Gespreide aftrek**
Natuurlijke personen8%  12,5% 
Kleine vennootschappen8% /
Andere vennootschappen//

**De gespreide aftrek voor investeringen (de aftrek wordt gespreid over de afschrijvingsperiode van de investeringen kan enkel worden toegepast door natuurlijke personen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen op de eerste dag van het belastbaar tijdperk verbonden met het betreffende aanslagjaar).
Sinds het aanslagjaar 2007 is de gespreide aftrek voor vennootschappen afgeschaft. Als die aftrek echter werd verleend voor een vroeger aanslagjaar, dan blijft de investeringsaftrek lopen voor de resterende periode ervan.

Digitale investeringen
Investeringen in 2024 (aj 2025)*
 
Natuurlijke personen15,5%
Kleine vennootschappen15,5%
Andere vennootschappen/

*Het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken voor investeringen verbonden aan het aanslagjaar 2025 bedraagt 5,5%. Dit wordt verhoogd met 10% tot 15,5%.

Ook eenmanszaken moeten hier beantwoorden aan de criteria van artikel 15 §§ 1 tot 6 van het Wetboek van vennootschappen.

Deze verhoogde aftrek heeft betrekking op investeringen in digitale vaste activa die dienen voor de integratie en de exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen en de systemen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie. 

Meer in detail gaat het over:

  • Digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen:
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de elektronische betaling vergemakkelijken;
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor elektronische facturatie, handtekening of archivering.
  • Investeringen in systemen die dienen voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie (ICT):
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) voor de beveiliging van informatie, netwerken en ICT-installaties;
    • investeringen in monitoring- en auditinstrumenten voor de beveiligingssystemen van ICT;
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) die een veiliger beheer van de door de onderneming verzamelde persoonsgegevens mogelijk maken.
  • Aanvullende investeringen nuttig bij de uitvoering van de investeringen in digitale betalings- en facturatiesystemen of in systemen die dienen voor de beveiliging van ICT:
    • de kosten voor softwareontwikkeling die verband houden met de hogervermelde investeringen en die samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben, worden afgeschreven;
    • investeringen in systemen (software of apparatuur) die de interfacing van de hogervermelde systemen met systemen van de onderneming of naar systemen buiten de onderneming mogelijk maken (met inbegrip van de investeringen voor interfaces tussen systemen voor facturatie, betaling en boekhoudkundige programma's).

Ook de investering in een witte kassa of in een webshop voor e-commerce komen in aanmerking voor het fiscaal voordeel.

In artikel 49/1, KB/WIB 92 wordt verduidelijkt wat de dienstverlener op de factuur (of in een bijlage bij de factuur) moet vermelden om van deze verhoogde aftrek te kunnen genieten.

Wil je instappen op een abonnement systeem in het kader van e-facturatie, dan bekijk je best de Fiscale aftrek voor e-facturatie op deze pagina van de Subsidiedatabank.  

Energiebesparende investeringen
Investeringen in 2024 (aj 2025)* 
 
Natuurlijke personen15,5%
Kleine vennootschappen15,5%
Andere vennootschappen15,5%

*Het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken voor investeringen verbonden aan het aanslagjaar 2025 bedraagt 5,5%. Dit wordt verhoogd met 10% tot 15,5%.

Om te kunnen genieten van de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen moeten deze investeringen opgenomen zijn in een bepaalde categorie (zie Handleiding verhoogde investeringsaftrek). Bovendien moet er een attest bij de belastingaangifte worden toegevoegd.

Dit attest wordt digitaal aangevraagd binnen drie maanden na de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de activa zijn verworven, zie: www.vlaanderen.be/verhoogde-investeringsaftrek-voor-energiebesparende-investeringen-door-ondernemingen.

Vanaf 2025 wordt dit attest aangevraagd via een nieuwe webtoepassing. Hierdoor zal de online aanvraagtool niet beschikbaar zijn vanaf 1 januari 2025 tot en met 12 januari 2025

Vlaamse Overheid
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
Koning Albert II-laan 20, bus 17
1000 Brussel
T 02 553 46 00
E-mail: investeringsaftrek.veka@vlaanderen.be
Website: www.vlaanderen.be/verhoogde-investeringsaftrek-voor-energiebesparende-investeringen-door-ondernemingen

Beveiligingsinvesteringen 
Investeringen in 2024 (aj 2025)* 
 
Natuurlijke personen22,5%
Kleine vennootschappen22,5% 
Andere vennootschappen/

*Het basispercentage voor het berekenen van deze verhoogde aftrek voor investeringen verbonden aan het aanslagjaar 2025 bedraagt 5,5%. Dit wordt verhoogd met 17% tot 22,5%.

Deze aftrek betreft de investeringen voor de beveiliging van de beroepslokalen of bedrijfsvoertuigen en is enkel van toepassing voor kleine vennootschappen.

Investeringen voor de beveiliging van de beroepslokalen

Volgende investeringen van nieuw materiaal komen in aanmerking:

  • anti-ramkraaksystemen;
  • toegangscontrolesystemenvertragingselementen op de parking;
  • specifiek inbraakwerend glas;
  • specifiek inbraakwerende rolluiken;
  • beveiligingssystemen voor deuren, ramen, luiken, garagepoorten, lichtkoepels, dakvensters, keldergaten en hekkengepantserde deuren;
  • materieel voor de detectie van diefstal;
  • goederenkluis met een inbraakvertragend slot;
  • kassa’s met beschermkap of een anti-graaikap;
  • neutralisatiesysteem van waarden (light-CIT);
  • specifiek inbraakwerende afrastering voor bouwwervensloten en andere beveiligingssystemen van materieel op een bouwwerf;
  • bepaalde alarmsystemen en camerasystemen;
  • volgsystemen.

De aannemer moet aangeven in welke beroepslokalen de werken werden uitgevoerd en een verklaring afleggen over de kwaliteit ervan. De aannemer moet dus aantonen dat de investeringen en materialen voldoen aan de wettelijke vereisten. 

Investeringen voor de beveiliging van bedrijfsvoertuigen

Bedrijfsvoertuigen worden hierbij gedefinieerd als:

  • voertuigen aangewend voor bezoldigd personenvervoer, met name autobussen, autocars en de autovoertuigen die uitsluitend worden aangewend hetzij tot een taxidienst, hetzij tot verhuring met bestuurder;
  • voertuigen aangewend voor goederenvervoer, met name trekkers en vrachtwagens, en aanhangwagens en opleggers met een maximum toegelaten massa van minstens 4 ton.

Voor de investeringen in beveiligingen komt het volgende in aanmerking:

  • immobilisatiesystemen die het starten van het bedrijfsvoertuig beletten;
  • alarmsystemen die de inbraak of geweldsuitoefening in het bedrijfsvoertuig detecteren;
  • alarmsystemen die door de chauffeur van het bedrijfsvoertuig kunnen worden ingeschakeld bij het opmerken van een poging tot inbraak of geweldpleging;
  • nadiefstalsystemen die erop gericht zijn te verhinderen dat een gestolen voertuig verdwijnt of die een gestolen bedrijfsvoertuig kunnen positioneren en volgen;
  • sloten en andere beveiligingssystemen die de toegang tot het bedrijfsvoertuig verhinderen of vertragen.

De alarmsystemen moeten geplaatst worden door een erkende beveiligingsonderneming. Deze onderneming moet een factuur uitreiken die aan een aantal voorwaarden voldoet. Zo moet de installateur op de factuur verklaren dat het geïnstalleerd materieel gecertificeerd is volgens het kwaliteitslabel INCERT of volgens een gelijkaardige kwaliteitsnorm. Daarnaast moet hij verklaren dat het geplaatst materieel het stelen van het bedrijfsvoertuig beoogt te verhinderen of te vertragen of dat het geplaatst materieel een slot of een ander beveiligingssysteem is die op het bedrijfsvoertuig wordt geplaatst.

Belastingaangifte

De uitgaven moeten opgenomen worden in de belastingaangifte. Volgende documenten moeten ter beschikking worden gehouden voor de FOD Financiën:

  • facturen van de investering;
  • betalingsbewijzen van deze facturen;
  • verklaring van de aannemer op de factuur of bijlage die de kwaliteit van het materiaal garandeert;
  • voor de alarmsystemen en de volgsystemen, het bewijs van een geschreven overeenkomst met een goedgekeurde alarmcentrale;
  • voor de camerasystemen, het attest dat bewijst dat het systeem werd aangegeven via het online aangiftesysteem www.aangiftecamera.be.
Investeringen in O&O 
Investeringen in 2024 (aj 2025)*
 investeringen in O&O
gespreide aftrek**
Natuurlijke personen15,5%22,5% 
Kleine vennootschappen15,5%22,5% 
Andere vennootschappen>15,5%22,5%

Deze verhoogde aftrek geldt voor 'milieuvriendelijke' investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Dit zijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect op het leefmilieu hebben of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken. Deze aftrek kan worden gespreid over de afschrijvingsperiode van deze activa. De voorwaarde van een tewerkstelling van minder dan 20 werknemers is hier niet van toepassing.

Om dit milieuvriendelijk karakter van de investering te bewijzen moet een attest worden gevoegd bij de aangifte van de inkomstenbelastingen van het tijdperk waarin de bedoelde bestanddelen zijn aangeschaft of tot stand gebracht. Om van deze aftrek te kunnen genieten, dient het bedrijf bijvoorbeeld een R&D-afdeling te hebben of innovatiesteun te hebben genoten via bijvoorbeeld VLAIO.

Sinds het aanslagjaar 2007 kunnen vennootschappen opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling. Het fiscale voordeel wordt hierbij niet toegekend in de vorm van een aftrek van het fiscale resultaat, maar op de verschuldigde vennootschapsbelasting wordt er een belastingvermindering toegepast. Vennootschappen die kiezen voor dit belastingkrediet kunnen nooit meer de investeringsaftrek toepassen voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling (zowel de éénmalige als de gespreide). 

Een aanvraagformulier tot het verkrijgen van dit attest wordt aangevraagd bij:

Vlaamse Overheid
Departement Omgeving
Afdeling Partnerschappen met Besturen en Maatschappij
Koning Albert II-laan 20, bus 8 
1000 Brussel
T 0492 22 58 11
E-mail: attestOenO.omgeving@vlaanderen.be  
Website: omgeving.vlaanderen.be/verhoogde-investeringsaftrek-of-belastingkrediet-voor-onderzoek-en-ontwikkeling

*Het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken voor investeringen verbonden aan het aanslagjaar 2025 bedraagt 5,5%. Dit wordt verhoogd met 10% tot 15,5%. De gespreide aftrek bedraagt 22,5% (5,5% + 17%).

**Voor de gespreide aftrek voor milieuvriendelijke investeringen in O&O (de aftrek wordt gespreid over de afschrijvingsperiode van de investeringen) is de voorwaarde van een tewerkstelling van minder dan 20 werknemers niet van toepassing.

Verwerving van Octrooien
Investeringen in 2024 (aj 2025)*
 
Natuurlijke personen15,5%
Kleine vennootschappen15,5%
Andere vennootschappen15,5%

*Het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken voor investeringen verbonden aan het aanslagjaar 2025 bedraagt 5,5%. Dit wordt verhoogd met 10% tot 15,5%.

Deze aftrek is van toepassing op de 'verwerving' van octrooien. Deze verwerving moet worden gestaafd door:

  • een afschrift van het contract op grond waarvan de onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft;
  • het bewijs dat het octrooi of het recht tot exploitatie ervan nooit door een andere onderneming voor het uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt.

Sinds het aanslagjaar 2007 kunnen vennootschappen opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling. Het fiscale voordeel wordt hierbij niet toegekend in de vorm van een aftrek van het fiscale resultaat, maar op de verschuldigde vennootschapsbelasting wordt er een belastingvermindering toegepast. Vennootschappen die kiezen voor dit belastingkrediet kunnen nooit meer de investeringsaftrek toepassen voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling (zowel de éénmalige als de gespreide).

Vergroening vrachtwagens en tankinfrastructuur
Investeringen in 2024 (aj 2025)*
vrachtwagens en tankinfrastructuur
Natuurlijke personen31,5%
Kleine vennootschappen31,5%
Andere vennootschappen31,5%

Deze verhoogde aftrek geldt voor investeringen in koolstofemissievrije vrachtwagens en tankinfrastructuur voor blauwe, groene of turquoise waterstof en elektrische laadinfrastructuur met betrekking tot koolstofemissievrije vrachtwagens.

* Deze aftrek bedraagt 31,5%  voor investeringen verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbaar tijdperk 2024 dat aan aanslagjaar 2025 verbonden is: het basispercentage van 5,5% wordt verhoogd met 10% en vervolgens met 16% tot 31,5%. Voor investeringen in 2023 die verbonden zijn met het aanslagjaar 2025 bedraagt deze aftrek 37%. 

Voorwaarden

Het bedrag van de aftrek wordt beperkt tot € 60 miljoen per belastingplichtige.

Er wordt geen investeringsaftrek verleend wanneer de winst of baten worden bepaald volgens forfaitaire grondslagen van aanslagen waarin de afschrijvingen forfaitair zijn opgenomen (is van toepassing op bepaalde belastingplichtigen uit de landbouw- en tuinbouwsector).
Wanneer de afschrijvingen gedeeltelijk forfaitair in die grondslagen zijn opgenomen en gedeeltelijk individueel worden vastgesteld, moet de investeringsaftrek worden toegestaan voor de vaste activa waarvan de afschrijvingen individueel aftrekbaar zijn.

Bovendien kan de belastingplichtige deze investeringsaftrek toepassen op voorwaarde dat:

  • hij geen achterstallige schulden heeft bij de RSZ;
  • hij op de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht, niet kon worden aangemerkt als een onderneming in moeilijkheden;
  • hij geen bevel tot terugvordering heeft uitstaan ingevolge een besluit van de Commissie die een door België verleende steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt heeft verklaard;

Indien de aftrek (al dan niet gespreid) hoger is dan de winst of baten van het belastbare tijdperk, wordt het verschil (desgevallend beperkt) overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken.

Cumulatie

Er kan voor deze vaste activa geen gewestelijke steun worden aangevraagd, tenzij de gewestelijke steunregeling waarborgt dat de cumulatie van federale en gewestelijke steun niet de maximale drempel en steunintensiteit opgelegd vanuit Europa overschrijdt.
Deze drempelwaarde ligt vast in artikel 36 van de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014. De steunintensiteit ligt vast in artikel 4, lid 1, s), van dezelfde Verordening.

Bekijk ook de maatregel Laadpalen: fiscale voordelen en Emissievrije voertuigen steun.

Meer informatie

Meer informatie kan je raadplegen in de Circulaire over fiscale vergroening van de mobiliteit van de FOD Financiën.

Bevordering van herbruikbare verpakkingen
Investeringen in 2024 (aj 2025)
 
Natuurlijke personen/
Vennootschappen3% / 3%

Hier geldt steeds een vast percentage van 3%.

Deze investeringsaftrek van 3% kan worden toegepast op investeringen in materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van het productieproces van herbruikbare verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten, zoals vermeld in boek III “Milieutaksen” van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur. 

Deze aftrek is eveneens van toepassing op de materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van de terugname in de verkooppunten, de tussentijdse stockage, de verzending naar de afvuller of een distributiecentrale met het oog op de verdere sortering en reiniging en de sortering en reiniging met het oog op de terugzending naar de respectievelijke afvullers van de hogervermelde herbruikbare verpakkingen.

Om recht te hebben op de investeringsaftrek voor investeringen tot aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen, moeten de investeringen voldoen aan de criteria die zijn vastgelegd in artikel 49bis, KB/WIB 92.

Onder productieproces wordt verstaan: het geheel van verrichtingen dat uitsluitend dient om een productiesysteem te installeren, te vervangen, te verbeteren of in stand te houden (zie artikel 49bis, §1, KB/WIB 92).

Rookafzuig- of verluchtingssystemen
Investeringen in 2024 (aj 2025)* 
 
Natuurlijke personen15,5%
Kleine vennootschappen15,5%
Andere vennootschappen15,5%

*Het basispercentage voor het berekenen van de verhoogde aftrekken voor investeringen verbonden aan het aanslagjaar 2025 bedraagt 5,5%. Dit wordt verhoogd met 10% tot 15,5%.

Deze investeringsaftrek is specifiek voor horeca-inrichtingen die investeren in een rookafzuigsysteem of een verluchtingssysteem in een rookkamer.

Zeeschepen
Investeringen in 2024 (aj 2025)
 
Natuurlijke personen/
Vennootschappen30% 

Hier geldt een vast percentage van 30%

De investeringsaftrek voor investeringen in zeeschepen die in nieuwe staat zijn verkregen of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen, is enkel van toepassing op vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen.

Aanvraagprocedure

Zelfstandigen moeten het formulier 276U (beschikbaar op de website van FOD Financiën) bij hun aangifte in de personenbelasting voegen.

Vennootschappen moeten het vak 275U in Biztax invullen als zij hun aangifte in de vennootschapsbelasting indienen. 

Daarnaast moet er per categorie van vaste activa een opgave ter beschikking van de administratie worden gehouden die voor elk activum de volgende gegevens vermeldt:

  • de datum van de aanschaffing of van de totstandkoming
  • de juiste benaming
  • de aanschaffings- of beleggingswaarde
  • de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur

In voorkomend geval moeten ook de volgende documenten ter beschikking gehouden worden:

  • de vereiste afschriften en bewijzen voor de octrooien;
  • het vereiste attest voor de energiebesparende investeringen;
  • de verschillende vereiste documenten (aanvraag tot erkenning, rechtvaardigende nota, attest van de bevoegde Gewestregering, enz.) voor de milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling.

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.