Vlaanderen wil minder energie-intensieve industrie verder vergroenen

Publicatiedatum
Om de klimaatopwarming aan te pakken, moet de uitstoot van CO2 in de industrie omlaag. Dat geldt niet alleen voor de bedrijven die veel CO2 uitstoten, maar ook voor de minder energie-intensieve industrie ("niet-ETS") zoals de farma- en voedingssector. Een nieuwe studie van VLAIO toont dat de helft van de warmtevraag van deze niet-ETS sectoren verduurzaamd kan worden met warmtepompen, al dan niet via de restwarmte van de eigen processen. Minister van Economie en Innovatie Jo Brouns stelt samen met de sectoren een plan van aanpak voor.

Minder grote uitstoters moeten ook vergroenen

Bedrijven die grote hoeveelheden CO2 uitstoten, zoals de zware industrie en de energieproductie, kregen op Europees niveau reductiedoelstellingen opgelegd in het zogenaamde ETS of Emission Trading System. Die bedrijven moeten betalen voor de overmaat aan CO2 die ze uitstoten. Maar ook de minder grote uitstoters moeten vergroenen. Voor die minder energie-intensieve industrie (of “niet-ETS sectoren”) legde de Vlaamse Regering reductiedoelstellingen vast in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) dat in 2019 opgesteld werd. In dat plan staat dat de broeikasemissies in de niet-ETS sectoren met -35% gereduceerd moeten worden tegen 2030. Daarbovenop besliste de Vlaamse Regering een extra pakket aan maatregelen die die ambitie opschroeft naar een reductie van -40%.  

De Vlaamse doelstelling voor de niet-ETS industrie is om tegen 2030 10% van de energiedragers te vergroenen. Daarin speelt de vergroening van de energiedragers voor de warmtevraag een bepalende rol. De actuele energiecrisis door de geopolitieke situatie en het versneld afbouwen van Russisch gas kunnen een versnelling teweeg brengen in deze energietransitie. 

Als de bedrijven zo minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen is dat niet enkel goed voor het milieu maar ook om hun eigen kosten te doen dalen door de stijgende energieprijzen en geopolitieke context.

Jo Brouns
Vlaams Minister van Economie en Innovatie

Economisch studie naar vergroening warmtevraag

Om de CO2-uitstoot bij niet-ETS sectoren in Vlaanderen in kaart te krijgen, heeft VLAIO een studie uitgevoerd onder de noemer ‘Economische potentieelstudie vergroening van warmtevraag (energetische emissie) van de niet-ETS industrie in Vlaanderen’. De energetische emissies door de warmtevraag blijken het grootst te zijn in de voedingssector (30%) en de fijnchemie en farmaceutische industrie (16%). De studie toont aan dat industriële warmtepompen, al dan niet met restwarmte uit de processen, tot 5TWh of 47% van de warmtevraag van de niet-ETS industrie in Vlaanderen kan verduurzamen. Dit betekent een besparing van 1.100 kton CO2. Daarnaast liggen er regionaal ook mogelijkheden voor geothermie en warmtenetten. De studie maakte ook een economische analyse door concrete business cases uit te werken, die kunnen immers verschillen van bedrijf tot bedrijf.

Ondersteuning en begeleiding nodig

Een van de belangrijkste aanbevelingen uit de studie is een betere toegang tot informatie en begeleiding. Bedrijven willen immers vergroenen, maar soms hebben ze daar niet de juiste expertise voor in huis of betekent dit ook een complexe aanpassing aan het productieapparaat. Daarom moeten ze specifieke informatie en toegepaste begeleiding krijgen. Ze moeten weten welke duurzame technologieën geschikt zijn, en welke business cases financieel aantrekkelijk en stabiel zijn. 

Els Brouwers, directeur energie, klimaat & economie bij Essenscia, sectorfederatie van de chemie en life sciences: “De vergroening van de warmtevraag is dé grote uitdaging voor onze industrie. Er zijn technologische oplossingen, maar die zijn lang niet altijd economisch rendabel. De complexe productieprocessen in de chemie- en farmasector vereisen ook maatwerk en technische topexpertise van specialisten om ook op lange termijn de juiste technologiekeuzes te maken. Bedrijven botsen bovendien ook vaak op externe barrières, zoals een elektriciteitsnet dat onvoldoende robuust is. Veel uitdagingen dus, maar met dit actieplan zetten we stappen in de goede richting. We kijken uit naar een constructieve samenwerking. Alleen samen geraken we vooruit.”

De vergroening van de warmtevraag is dé grote uitdaging voor onze industrie.

Els Brouwers
Directeur energie, klimaat & economie bij Essenscia

Nadia Lapage, secretaris-generaal van Fevia Vlaanderen: ‘Voedingsbedrijven hebben onvermijdelijk warmte nodig om te koken en onze sector deed al veel inspanningen om zo efficiënt mogelijk met energie om te gaan. We zien zeker potentieel om daarin nog verder te gaan, maar daarvoor zijn nieuwe technieken en innovatieve oplossingen zoals warmtepompen noodzakelijk. De uitdaging is om die innovaties nu te testen, te verfijnen en vooral om ze ook marktrijp te maken, rekening houdend met de kosten voor aankoop en integratie.’

Plan van aanpak

VLAIO gaat samen met de sectoren aan de slag door begeleiding aan te bieden via het VLAIO Netwerk. Ook zal de Ecologiepremie uitgebreid worden voor investeringen in industriële warmtepompen zodat de niet-ETS sectoren hier ook een financieel duwtje in de rug krijgen. Die steun is belangrijk, want niet alle beschikbare technologieën zijn vandaag al economisch rendabel. Deze korte termijn maatregelen zorgen ervoor dat bedrijven nu al kunnen investeren in de verduurzaming van hun warmtevraag, zodat ze niet alleen hun uitstoot maar ook de energiebehoefte en hun energiefactuur kunnen verlagen. Daarnaast zal minister Brouns ook verder in overleg gaan met de specifieke sectoren om te onderzoeken wat er nog nodig is om de niet-ETS uitstoot verder te verlagen. Zo komt er ook een nulmeting en een monitoringssysteem zodat de opvolging van deze maatregelen gekwantificeerd wordt en wetenschappelijk onderbouwd kan verlopen. 

Delen: