Voor wat en voor welke bedrijventerrein?
Waarvoor kan je subsidies aanvragen?
Voortraject
Voor knelpuntterreinen, brownfields en verouderde bedrijventerreinen kan het voortraject gesubsidieerd worden. Het kan bestaan uit een haalbaarheidsstudie of een procesbegeleiding. Het moet resulteren in een concreet plan van aanpak voor de herinrichting.
Een haalbaarheidsstudie kan bestaan uit een onderzoek naar de technische, organisatorische, financiële of juridische haalbaarheid van het terrein.
Procesbegeleiding wordt opgezet wanneer verschillende eigenaars of belanghebbenden betrokken zijn. De procesbegeleiding brengt ze samen en coördineert het onderzoekswerk.
De haalbaarheidsstudie of procesbegeleiding kan uitgevoerd worden door externen of door een al dan niet extra aangeworven personeelslid.
(Her)aanleg van een bedrijventerrein
Voor het bouwrijp maken van de gronden worden de volgende werken aanvaard:
- het verwijderen van alle niet meer te gebruiken infrastructuur, de nivellerings-, effenings- en draineringswerken inclusief het verleggen van openbare waterlopen, de beschoeiingswerken aan waterlopen, de beveiligingswerken aan bestaande bijzondere leidingen (persleidingen van water, gassen, vloeibare lucht, oliepijpleidingen)
- de werken in het kader van het bouwkundig bodemgebruik worden alleen aanvaard a rato van het aandeel dat opgenomen wordt in het openbaar domein.
Voor de investeringen in het openbaar domein worden aanvaard:
- het aanleggen van wegen en openbare parkeerplaatsen, met inbegrip van de aansluitingen op het bestaande wegennet
- het aanleggen van een rioleringsstelsel tot aan een bestaande of in een goedgekeurd programma geplande riolerings- of zuiveringsinfrastructuur
- het aanleggen van fietspaden gescheiden van de rijweg, met inbegrip van fietsstallingen
- het aanleggen van voetpaden
- het aanleggen van kaaimuren en extra verhardingen die nodig zijn voor de exploitatie van de kaaimuur als openbaar domein
- het aanleggen van de zate voor de aansluiting op het spoor en extra verhardingen voor de exploitatie
- laad- en losplatforms voor terminals op het openbaar domein bij gecombineerd vervoer
- het aanleggen en uitbreiden van het algemene waterdistributienet, de hydranten inbegrepen
- het aanleggen en uitbreiden van een alternatief waterleidingsnet, eventuele hydranten inbegrepen
- het aanleggen en uitbreiden van een effluentleiding
- het aanleggen van beplantingen en van een buffergebied, exclusief het onderhoud na de voorlopige oplevering
- de werken die nodig zijn voor het aanleggen van telematica-infrastructuur (zonder de kabel)
- het aanleggen van wachtkokers
- het aanleggen van openbare verlichting
- ecologische investeringen
- de infrastructuur nodig om het terrein af te sluiten
- het archeologisch vooronderzoek en archeologisch onderzoek, inclusief rapportering
- de aankoop en het plaatsen van signalisatie
- het aanleggen en uitbreiden van gasleidingen
- het aanleggen of uitbreiden van het laagspannings- en middenspanningsnet, inclusief de distributiecabines
- het inrichten van de buitenruimte die aanzet tot sporten en bewegen zoals een loopparcours, uitgezonderd grote sportvelden en zware infrastructuur.
Staatssteun
In 2016 heeft de Europese Commissie de Europese staatssteunregels nader verduidelijkt in een mededeling staatssteun (Notion of Aid of “NoA”), evenals in een reeks analytical grids die kunnen dienen om te beoordelen of er al dan niet sprake is van staatssteun. Deze teksten vind je op ec.europa.eu. Doorslaggevend is niet het juridisch statuut van de eigenaar of uitbater van de infrastructuur maar wel of de betrokken infrastructuur al dan niet gebruikt wordt voor economische activiteiten.
Kaaimuren, laad- en losplatforms en spoorterminals zijn subsidiabele werken die onder de Europese staatssteunregels vallen: dit houdt in dat voor deze specifieke werken de Europese regelgeving inzake staatssteun gevolgd moet worden met de bijhorende procedures en aangepaste subsidiepercentages. Indien u voor één van deze werken subsidies wil aanvragen, gelieve hiervoor contact op te nemen met de dienst ruimtelijke economie. Voor elk dossier zal moeten onderzocht worden of er een aanmelding nodig is bij Europa. Deze aanmelding gebeurt op basis van een uitgebreid dossier met onder andere een “funding-gap”-analyse. Op basis van deze analyse zal het subsidiebedrag bepaald worden. Mogelijkerwijze wordt de subsidie voor die specifieke infrastructuur aan een lager percentage gesubsidieerd dan in het subsidiebesluit werd vooropgesteld, maar nooit aan een hoger percentage.
Werken die geen direct voordeel opleveren voor één specifieke onderneming en betrekking hebben tot het bouwrijp maken van een terrein, aanleggen van ontsluitingswegen en aansluiten op nutsvoorzieningen (riolering, water, openbare verlichting) waarvan in principe alle ondernemingen aan dezelfde voorwaarden kunnen gebruik maken, vallen niet onder deze Europese staatssteunregels en worden dus verder gesubsidieerd aan de percentages vermeld in het subsidiebesluit bedrijventerreinen.
Voor welke bedrijventerreinen kan je subsidies vragen?
Onrendabele nieuwe bedrijventerreinen
Onrendabele projecten zijn projecten die op basis van een kosten-batenanalyse kunnen aantonen dat men geen rendement realiseert dat hoger is dan 2% boven de risicovrije rentevoet. Nieuwe bedrijventerreinen zijn terreinen die volgens het gewestplan, een BPA of een RUP bestemd zijn of zullen worden voor de vestiging van bedrijven. De zones die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kleinhandelsactiviteiten, horeca en kantoren zijn uitgesloten evenals de zones binnen afgebakende zeehavengebieden.
Verouderde bedrijventerreinen
Verouderde bedrijventerreinen zijn terreinen die nog grotendeels in gebruik zijn en waarop infrastructurele ingrepen nodig zijn om redenen van economische, juridische, milieutechnische of ruimtelijke aard. Hiervoor komen ook zones hoofdzakelijk bestemd voor kleinhandelsactiviteiten in aanmerking.
Brownfields
Brownfields zijn bedrijventerreinen die wegens verwaarlozing of onderbenutting zodanig aangetast zijn dat ze slechts productief kunnen gemaakt worden door middel van structurele maatregelen.
Wetenschapsparken
Wetenschapsparken zijn bedrijventerreinen bestemd voor de vestiging van onderzoeksintensieve ondernemingen die een band hebben met een kennisinstelling. Een kennisinstelling is een instelling die zich bezighoudt met het verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling en de verspreiding van de resultaten ervan. De kennisinstelling moet beschikken over eigen onderzoeksinfrastructuur, moet toegang hebben tot onderzoeksinfrastructuur en apparatuur, of moet ingebed zijn in een technologisch-wetenschappelijk onderzoekscentrum.
Erkende strategische bedrijventerreinen
Erkende strategische bedrijventerreinen zijn bedrijventerreinen die om economische redenen van strategisch belang zijn voor de Vlaamse economie. Het strategisch karakter moet door de minister bevoegd voor economie, na rapportering aan de Vlaamse Regering, erkend worden. Wetenschapsparken worden steeds geacht van strategisch belang te zijn en moeten niet erkend worden.
Knelpuntterreinen
Terreinen die wegens (milieu)technische, juridische of beleidsmatige knelpunten niet gerealiseerd worden en dus niet resulteren in een bouwrijp aanbod.
Voorbeeld
Afbraak van Ford Genk site en heraanleg bedrijventerrein met subsidies van VLAIO.