Wie kan gebruik maken van de Brexit veerkrachtsubsidie en voor wat?
Wie kan gebruik maken van deze subsidie?
Komt jouw onderneming in aanmerking? Ontdek het aan de hand van deze checklist:
- Je onderneming had al een (handels)relatie met het Verenigd Koninkrijk voor 31 januari 2020;
- Je onderneming ondervindt een negatieve impact van de Brexit;
- Je onderneming is een kmo (volgens de Europese kmo-definitie), of je beoefent een vrij beroep;
- Je onderneming heeft een aanvaardbare rechtsvorm;
- Je bent actief in de privésector. De participatie van een administratieve overheid is minder dan 25 procent;
- Je onderneming heeft een aanvaardbare hoofdactiviteit;
- Je vestiging ligt in het Vlaams Gewest;
- Je onderneming heeft geen negatief eigen vermogen op de indieningsdatum;
Je vraagt als kmo zelf je steun aan. Je doet hierbij beroep op een externe dienstverlener met wie je een overeenkomst afsluit of je schakelt de kennis en expertise van je eigen personeel in.
De steun wordt toegekend als de-minimis-steun. Dit betekent dat je als aanvrager een “verklaring op eer” dient te ondertekenen waarbij je verklaart dat je onderneming niet meer dan € 200.000 de-minimissteun heeft ontvangen over de laatste 3 belastingjaren.
Indien het project gericht is op land- en tuinbouwactiviteiten geldt een de-minimis drempel van € 20.000 over de laatste 3 belastingjaren. Hiervoor wordt niet gekeken naar de aard van de steun vragende onderneming, maar de aard van de gesubsidieerde activiteit.
Indien het project gericht is op visserij- en aquacultuursector geldt een de-minimis drempel van € 30.000 over de laatste 3 belastingjaren. Hiervoor wordt niet gekeken naar de aard van de steun vragende onderneming, maar de aard van de gesubsidieerde activiteit.
Welke kost komt in aanmerking?
De subsidie wordt toegekend voor het verwerven van extern advies en/of het inzetten van aanwezige interne kennis die je nodig hebt om je bedrijfsuitvoering duurzaam om te vormen. De kosten die in aanmerking komen zijn:
- Externe dienstverlener: de personeelskosten en de overheadkosten van de externe dienstverlener in het kader van het project
- Eigen kosten: de personeelskosten van de medewerkers die in loondienst zijn van de aanvrager en rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van het project en de overhead- en werkingskosten
Een kmo kan maximaal € 50.000 subsidie ontvangen binnen deze projectoproep. De subsidie bedraagt maximaal € 25.000 voor de ondersteuning van een of meerdere externe dienstverlener(s) en/of maximaal € 25.000 voor de eigen kosten van de onderneming in het kader van het project. De minimale projectkost bedraagt € 20.000.
Externe dienstverlener
Het advies van de dienstverlener moet betrekking hebben op het huidige of het toekomstige functioneren van een of meerdere bedrijfsprocessen van jouw onderneming. De opdracht van de externe dienstverlener mag niet bestaan uit louter operationele of uitvoerende werkzaamheden en het opgeleverde advies moet wegen op de strategische beslissingen die je neemt.
Daarnaast gelden volgende voorwaarden:
- Je kan een subsidie vragen voor advies van meerdere dienstverleners binnen dezelfde aanvraag.
- De dienstverlener mag ten vroegste starten met de opdracht de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de indiening van de subsidieaanvraag. Bijvoorbeeld: Als de indiening van de subsidieaanvraag gebeurt op 9 maart 2021, mogen de adviesprestaties ten vroegste starten op 1 april 2021.
- Er wordt een schriftelijke overeenkomst voor advies opgemaakt die een gedetailleerde beschrijving van de te leveren prestaties bevat (noodzaak advies, methodiek en stappenplan, te bereiken einddoel) en door beide partijen is ondertekend.
- De prijs van de prestaties van de dienstverlener wordt conform de marktprijs bepaald.
- De externe dienstverlener heeft geen specifieke erkenning nodig. Wel wordt nagegaan of de betrokken persoon over relevante competenties en ervaring (= CV/track record) beschikt voor het realiseren van de adviesopdracht.
- Als de dienstverlener voor het verstrekken van het advies beroep doet op een onderaannemer, wordt dit uitdrukkelijk vermeld in de adviesovereenkomst.
- De gekozen dienstverlener moet altijd een derde zijn ten aanzien van de steunvragende onderneming. Een dienstverlener wordt niet beschouwd als een derde in de volgende gevallen:
- de onderneming heeft rechtstreeks of onrechtstreeks stemrechten of kapitaal van de dienstverlener in handen
- de dienstverlener heeft rechtstreeks of onrechtstreeks stemrechten of kapitaal van de onderneming in handen
- de dienstverlener en de onderneming hebben minstens één gemeenschappelijke zaakvoerder, bestuurder, werknemer of aandeelhouder
- de zaakvoerders, bestuurders of aandeelhouders van de onderneming en de dienstverlener zijn met elkaar verbonden als echtgenoten, als bloedverwanten tot en met de tweede graad of door samenwoning
- de onderneming heeft in het jaar waarin de aanvraag is ingediend en het jaar ervoor hoofdzakelijk diensten uitgevoerd als onderaannemer van de dienstverlener
- Met de Brexit veerkrachtsubsidie kunnen geen adviezen worden gesteund die worden verstrekt door de volgende dienstverleners:
- dienstverleners die uitgesloten, geschorst of geweigerd zijn bij de kmo-portefeuille
- dienstverleners die gerechtelijk zijn veroordeeld
- dienstverleners die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek