Hoe bepaal je de grootte van je vzw?
Om het kmo-karakter van de vzw te toetsen kan je de volgende checks uitvoeren:
Zeggenschap
Meestal te checken via de statuten van de onderneming (in eerste instantie een check via het stemrecht op de Algemene Vergadering op ledenniveau) :
- zijn er leden (affiliaties) die meer stemrecht hebben dan andere (bv. doordat meerdere leden in de algemene vergadering behoren tot dezelfde affiliatie).
- zijn er meer dan 4 onafhankelijke leden (ledenlijst van de organisatie en van haar bestuursorgaan) met gelijk stemrecht, dan vervalt de consolidatievraag op vlak van leden doordat ze minder dan 25% zeggenschap hebben.
- als meer dan 25% van het zeggenschap (stemrecht) in handen is van ‘de’ overheid (gezamenlijk of apart) kan de onderneming geen kmo-statuut meer aanvragen.
Leiding
Is de onderneming voor haar beslissingen afhankelijk van een centrale leiding? (bv. van een (lokale) overheid, van een ‘koepelorganisatie’ die een aantal ondernemingen verenigt onder 1 label (woonzorgcentra, thuiszorgwinkels, …). Deze centrale leiding dient niet te worden geïnterpreteerd zoals in het Belgisch WVV, waarbij een meerderheid in het bestuursorgaan bepalend is om te kwalificeren als ‘centrale leiding’. Volgens de Europese definitie dienen de stemrechten op ledenniveau of aandeelhoudersniveau bekeken te worden, om centrale leiding te bepalen. Bestaan de aandeelhouders/leden voor de meerderheid uit dezelfde personen als een andere non-profitorganisatie, dan is deze groep een in overleg handelende groep van natuurlijke personen, en dan wordt de non-profitorganisatie als verbonden beschouwd. Enkel in het geval de non-profitorganisatie een Stichting betreft (zonder leden), kunnen de stemrechten op bestuursniveau in rekening worden gebracht om een eventuele centrale leiding te bepalen. Dus bij een Stichting dient het merendeel van het bestuursorgaan uit dezelfde personen te bestaan, om onder een onderneming met centrale leiding te vallen.
Verbondenheid
Is de onderneming zelf verbonden met andere ondernemingen (zuster-ondernemingen, moederondernemingen of deelnames in andere ondernemingen)?
Partnerschap
Indien er ondernemingen of organisaties zijn die tussen 25% en 50% stemrechten in de algemene vergadering bezitten. Of de aanvragende organisatie/onderneming heeft deelnemingen tussen 25% en 50% in andere ondernemingen of organisaties, dan worden deze ondernemingen/organisaties aanzien als partnerondernemingen. De geldende Europese consolidatieprincipes voor partnerondernemingen, zoals beschreven in de Europese kmo-definitie, dienen hier te worden toegepast.
Van zodra er:
- een groter zeggenschap is van 1 onderneming, of
- er is sprake van een centrale leiding (een in overleg handelende groep van natuurlijke personen) of
- er is sprake van verbonden ondernemingen of partnerondernemingen, moeten de regels van de consolidatie toegepast worden.