Welke kosten worden aanvaard en wat is het steunpercentage?
Welke kosten worden aanvaard?
De componenten die in aanmerking komen voor steun worden als ‘essentiële componenten’ vermeld bij elke technologie in de limitatieve technologieënlijst. De essentiële componenten zijn onderdelen van de technologie die tot de kern van de installatie behoren.
Om in aanmerking te komen voor de ecologiepremie+, moet in alle essentiële componenten van de technologie geïnvesteerd worden. Uitzonderingen kunnen enkel toegestaan worden na voorafgaande goedkeuring door VLAIO.
De investeringen moeten afgeschreven worden conform de boekhoudwetgeving en minstens over een termijn van 3 jaar.
! Opgelet - Enkel gefactureerde (externe) kosten en de kapitaalwaarde van een financiële lease worden aanvaard. Er is enkel steun op de restwaarde als deze ook geactiveerd is op moment van de aanvraag tot uitbetaling.
! Opgelet - Installatiekosten komen enkel in aanmerking voor steun als deze vermeld worden bij de essentiële componenten. Interne kosten (lonen), operationele kosten, studiekosten, keuringskosten, afbraakkosten … en kosten voor het optrekken van gebouwen worden niet aanvaard.
Hoeveel bedraagt het steunpercentage?
Het netto steunpercentage wordt per technologie vermeld op de limitatieve technologieënlijst. Bij de steunaanvraag in de applicatie wordt het subsidiebedrag automatisch berekend op basis van de ingevulde gegevens.
Hoe wordt het netto steunpercentage bepaald?
Het netto steunpercentage wordt voor iedere technologie vooraf bepaald op basis van de vermelde meerkost van de essentiële componenten, het type investering, de grootte van de onderneming en de ecoklasse:
- De meerkost (ook wel ‘extra investering’ genoemd) wordt berekend door de ecologie-investering te vergelijken met een standaardinvestering die in technisch opzicht vergelijkbaar is en eenzelfde productiecapaciteit heeft, maar die niet dezelfde milieuvoordelen heeft ten opzichte van de ecologie-investering.
- Het type investering: technologieën krijgen een ander steunpercentage toegewezen afhankelijk van de categorie waartoe ze behoren volgens de Europese Algemene Groepsvrijstellingverordening (bijv. milieubescherming of energie-efficiëntie).
- De grootte van de onderneming wordt bepaald via de Europese kmo-definitie. Bij de ecologiepremie+ krijgen kleine en middelgrote ondernemingen een hoger steunpercentage dan grote ondernemingen.
- Een technologie kan vallen onder ecoklasse A en B. Tot welke ecoklasse de technologie behoort, maakte onderdeel uit van een berekening dat gebeurt via de ReCiPe Endpoint methode gebaseerd op een LCIA (Levenscyclus Impact Analyse) en de beleidsprioriteit.
Maximale steun
De totale steun bedraagt maximaal 1 miljoen euro per onderneming voor een periode van drie jaar. Die periode start vanaf de eerste goedgekeurde steunaanvraag.
In één steunaanvraag kan een onderneming meerdere investeringen opnemen. Een onderneming kan meerdere steunaanvragen indienen. Als je verschillende steunaanvragen samen indient, geldt voor alle investeringen dezelfde startdatum.