Wie komt in aanmerking voor energiesteun 2?
Update 24 april 2023
Algemene voorwaarden
Energiesteun 2 kan worden aangevraagd door ondernemingen die voldoen aan de volgende voorwaarden.
De onderneming:
- is een natuurlijk persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, een vennootschap, vereniging of stichting met rechtspersoonlijkheid van privaat recht of een buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut met minstens één werkende vennoot of een personeelslid ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). De vereniging en de stichting moeten een commerciële activiteit uitoefenen en minstens één personeelslid ingeschreven hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)
- is uiterlijk op 1 oktober 2021 opgestart, zoals vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)
- heeft uiterlijk op 1 oktober 2021 een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest, zoals opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)
- had in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 minstens € 7.500 aan kosten voor aardgas en elektriciteit in haar Vlaamse vestigingen. Indien de onderneming werd opgericht tussen 1 januari 2021 en 30 september 2021 worden de minimale energie-uitgaven pro rata berekend voor het kalenderjaar 2021.
- kende een EBITDA-daling in het eerste kwartaal van 2023 EN leed een operationeel verlies in het eerste kwartaal van 2023 of kende een daling van minstens 50% van de EBITDA in het eerste kwartaal van 2023 ten opzichte van de referentie-EBITDA (één vierde van de EBITDA in kalenderjaar 2021). Indien de onderneming werd opgericht tussen 1 januari en 30 september 2021 wordt de EBITDA van het kalenderjaar 2021 pro rata berekend. De negatieve EBITDA of EBITDA-daling in het eerste kwartaal 2023 dient te worden geattesteerd door een erkende externe accountant, een bedrijfsrevisor of een gecertificeerde accountant.
Wat is de EBITDA?
De EBITDA is de inkomsten vóór aftrek van rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie met uitzondering van eenmalige bijzondere waardeverminderingen. Raadpleeg de FAQ (veelgestelde vragen) voor de berekening van de EBITDA. Het operationeel verlies van de onderneming is gedefinieerd als de negatieve EBITDA.
Steun aanvragen voor één of meerdere Vlaamse bedrijfstakken
Een energie-intensieve onderneming met een strikt positieve referentie-EBITDA die op ondernemingsniveau geen EBITDA-daling van minstens 50% heeft maar wel een daling van de EBITDA van minstens 40%, kan steun aanvragen voor één of meerdere Vlaamse bedrijfstakken van de onderneming.
Ook indien de totale meerkost van de energie-uitgaven voor elektriciteit en aardgas van de onderneming niet minstens 50% van de EBITDA-daling bedraagt maar de onderneming wel een EBITDA-daling heeft van minstens 40% in het eerste kwartaal van 2023 ten opzichte van de referentie-EBITDA, kan ze een steunaanvraag indienen voor één of meerdere bedrijfstakken van de onderneming indien deze aan alle voorwaarden voldoen.
De bedrijfstak komt enkel in aanmerking als hij voldoet aan volgende voorwaarden:
- de onderneming kende een daling van de EBITDA van minstens 40% in het eerste kwartaal van 2023
- de onderneming heeft een omzet van minstens € 40 miljoen in het kalenderjaar 2021
- elke betrokken bedrijfstak heeft uiterlijk op 1 oktober 2021 actieve vestigingen in het Vlaamse Gewest volgens de Kruispuntbank van Ondernemingen
- elke betrokken bedrijfstak heeft een omzet van minstens 20 miljoen euro in het kalenderjaar 2021
- elke betrokken bedrijfstak heeft een operationeel verlies in het eerste kwartaal van 2023
- de in aanmerking komende meerkost van elke betrokken bedrijfstak bedraagt minstens 50% van het operationeel verlies in het eerste kwartaal van 2023
Het maximale steunbedrag voor ondernemingen die een steunaanvraag indienen voor een bedrijfstak bedraagt 75% van het steunplafond voor energie-intensieve ondernemingen uit steuncategorie b en steuncategorie c.
De volgende ondernemingen zijn uitgesloten
- ondernemingen die zich in een niet-actieve rechtstoestand bevinden ingevolge faillissement, vereffening, stopzetting of ontbinding;
- ondernemingen die zowel in het boekjaar 2019 als in het boekjaar 2021 een negatief eigen vermogen hadden;
- kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België;
- ondernemingen waar een administratieve overheid, als vermeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, of een buitenlandse vergelijkbare administratieve overheid, over een dominerende invloed beschikt;
- ondernemingen die als hoofdactiviteit elektriciteits- of warmteproductie (NACE-codes 35.1 of 35.3) uitoefenen. Onder hoofdactiviteit wordt verstaan de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder de RSZ- of btw-NACE-code en die meer dan 50% van de omzet van 2021 vertegenwoordigt.
- ondernemingen die op het moment van de steunaanvraag een insolventieprocedure hebben lopen of gedagvaard zijn door de RSZ zoals vermeld in de VKBO;
- ondernemingen die een openstaande onbetwiste schuld hebben bij VLAIO of het Fonds voor Innoveren en Ondernemen;
- ondernemingen die voor dezelfde steunperiode een andere steun onder de vorm van subsidies ontvangen van de Vlaamse overheid als tegemoetkoming voor sterk verhoogde energiekosten.
Bijkomende voorwaarden
Dividend uitkeren
Een onderneming die energiesteun 2 aanvraagt mag in de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 geen dividend uitkeren. Verkiest ze toch dividenden uit te keren, dan zal ze de ontvangen energiesteun integraal moeten terugbetalen.
Tijdelijke werkloosheid
Ondernemingen komen enkel in aanmerking voor steun indien zij over het volledige eerste kwartaal van 2023 niet meer dan 35% van het bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid ingeschreven personeel in koppen op tijdelijke werkloosheid zet. Als kop op tijdelijke werkloosheid wordt beschouwd het personeelslid dat iedere maand van de steunperiode 10 werkdagen of meer op tijdelijke werkloosheid werd gezet. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien de onderneming kan aantonen dat het op tijdelijke werkloosheid plaatsen van personeel te wijten is aan externe omstandigheden en niet aan de stijgende energieprijzen. Deze voorwaarde is ook niet van toepassing op ondernemingen met een maximale tewerkstelling van 10 personen op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO.
Gevestigd blijven in het Vlaamse Gewest
De steun kan enkel behouden blijven indien de activiteiten van de vestigingen, op basis waarvan de in aanmerking komende meerkost wordt berekend, gedurende vijf jaar na de uiterste indieningsdatum uitgeoefend blijven in deze vestigingen. Ingeval van een adreswijziging binnen het Vlaamse Gewest loopt de periode van vijf jaar door.
Indien de onderneming steun ontvangt voor een bedrijfstak, geldt deze voorwaarde voor de vestigingen van deze bedrijfstak.
Energiebeleidsovereenkomsten
Deze voorwaarde is enkel van toepassing op de ongeveer 500 grootste energieverbruikers binnen Vlaanderen.
De onderneming die voor minstens één vestiging behoort tot het toepassingsgebied van een energiebeleidsovereenkomst (VER- en niet-VER bedrijven) van 10 november 2022 komt enkel in aanmerking voor steun als alle vestigingen van de onderneming die behoren tot het toepassingsgebied van deze energiebeleidsovereenkomst toetreden en de voorwaarden ervan naleven gedurende de volledige looptijd ervan.
Cumulbepalingen
Strategische transformatiesteun
De energiesteun 2 is niet cumuleerbaar met strategische transformatiesteun aangevraagd in 2023. Ondernemingen kunnen in 2023 een STS-aanvraag indienen, maar deze wordt niet behandeld zolang de energiesteunaanvraag in behandeling is. Indien de aanvragende onderneming energiesteun ontvangt, wordt de STS-aanvraag onontvankelijk verklaard.
Voor superstrategische transformatiesteun, die steeds door de Vlaamse Regering beoordeeld moet worden, geldt een uitzondering.
Kmo-groeisubsidie
De energiesteun 2 is beperkt cumuleerbaar met steun in het kader van de kmo-groeisubsidie. Ondernemingen kunnen een kmo-groeisubsidie aanvragen, maar deze wordt niet uitbetaald zolang de energiesteunaanvraag in behandeling is. Vanaf de start van de steunperiode tot 12 maanden na het verlopen van de laatste steunperiode, wordt het ontvangen energiesteunbedrag in mindering gebracht van het maximale steunbedrag onder de kmo-groeisubsidie.
Een subsidie verleend door de Vlaamse overheid als tegemoetkoming voor sterk verhoogde energiekosten
De energiesteun 2 is niet cumuleerbaar met een subsidie als tegemoetkoming voor de sterk verhoogde energiekosten door een ander Vlaams agentschap of overheidsinstelling. Indien bij de uitbetalingsaanvraag blijkt dat de aanvrager ook een andere subsidie heeft aangevraagd zal de onderneming moeten kenbaar maken of ze voor de energiesteun kiest of voor voormelde subsidie.
Overbruggingslening energie
De energiesteun 2 is wel verenigbaar met de overbruggingslening energie.