Wat is het steunpercentage en welke kosten worden aanvaard?
Hoeveel bedraagt het subsidiepercentage?
Het standaard steunpercentage voor een GREEN-project is aangegeven in onderstaande tabel (investeringen die passen binnen de thema’s ‘elektrificatie’ en ‘verbetering van de energie-efficiëntie’ vallen hier zeker onder):
kmo | grote onderneming | |
Ecoklasse A | 40% | 30% |
Ecoklasse B | 30% | 20% |
Enkel in geval van de productie van hernieuwbare energie zijn er hogere steunpercentages voorzien (dit is voor sommige, maar niet alle investeringen binnen het thema ‘vergroening’ het geval):
kmo | grote onderneming | |
Ecoklasse A | 55% | 45% |
Ecoklasse B | 45% | 35% |
Het steunpercentage wordt toegepast op de ecologische meerkost en resulteert in het steunbedrag.
De totale steun bedraagt maximaal 1 miljoen euro per onderneming voor een periode van drie jaar. Die periode start vanaf de eerste goedgekeurde steunaanvraag. In één project kan een onderneming meerdere investeringen opnemen. Een onderneming kan meerdere projecten indienen. Als je verschillende projecten samen indient, geldt voor alle investeringen dezelfde startdatum.
* Projecten die een hoge kosteneffectiviteit (KE) behalen (hoge milieubaten per geïnvesteerde euro, KE ≥ 1,5) behoren tot ecoklasse A.
** Projecten die een lagere (maar nog steeds voldoende) kosteneffectiviteit behalen (KE < 1,5 maar > 0) behoren tot ecoklasse B.
Tot welke ecoklasse je behoort, maakt onderdeel uit van de beoordeling. Deze berekening gebeurt via de ReCiPe Endpoint methode gebaseerd op een LCIA (Levenscyclus Impact Analyse).
Welke kosten worden aanvaard?
De totale projectkosten om je investering te realiseren moeten minimum € 50.000 bedragen om in aanmerking te komen. Niet alle kosten hiervan worden aanvaard.
Projectkosten
Een project moet voldoende omvangrijk zijn om in aanmerking te komen voor GREEN-investeringssteun. Dit wordt bepaald op basis van de projectkosten. Deze omvatten alle kosten die nodig zijn om het project uit te voeren. De kosten voor voorstudie, engineering, investeringen, installatie en infrastructuurkosten moeten samen minstens € 50.000 bedragen.
Voor de meeste projecten volstaat het om enkel de aanvaarde kosten te begroten. Projecten die enkel op basis van de aanvaarde kosten de investeringsdrempel niet halen, dienen ook de andere componenten van de projectkosten begroten.
Aanvaarde kosten
Zoals geïllustreerd in figuur 1 omvatten de aanvaarde kosten de volgende componenten:
- engineeringskosten: berekeningen en dimensioneringen van de gekozen technologie
- investeringskosten: de effectieve kost van het nieuwe toestel
- installatiekosten: de kosten om de installatie te plaatsen
Hierbij worden enkel gefactureerde (externe) kosten aanvaard.
De investeringen moeten afgeschreven worden conform de boekhoudwetgeving en minstens over een termijn van 3 jaar.
Niet-aanvaarde kosten
Zoals geïllustreerd in figuur 1, omvatten de niet-aanvaarde kosten de volgende componenten:
- voorstudie: analyse van technische en/of economische haalbaarheid van mogelijke technologieën, impact op de omgeving, … Ook kosten voor het aanvragen van vergunningen, subsidies, … worden niet aanvaard
- operationele kosten: de verbruikskosten van het nieuwe toestel (bijvoorbeeld elektriciteit, chemicaliën, …)
- infrastructuurwerken: kosten voor het optrekken van gebouwen, funderingen, riolering, wegen, andere civiele technieken, nieuwe hoog-/midden-/laagspanningscabine inclusief bekabeling, ...
- interne kosten (lonen)
De afbraak van de oude installatie en aanpassingen aan bestaande warmte- of waterleidingen komen niet in aanmerking voor steun. Nieuwe leidingen worden als kosten aanvaard tot vóór het verdeelnet (het verdeelnet zelf wordt niet als kost aanvaard).
Ecologische investering - standaardinvestering = ecologische meerkost
Steunbedrag = ecologische meerkost x subsidiepercentage
De ecologische meerkost
De ecologische meerkost is het verschil in kostprijs (exclusief btw) tussen de ecologische investering (noodzakelijk voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden) en de standaardinvestering. We passen het steunpercentage toe op de ecologische meerkost. Dit resulteert in het steunbedrag.
Een standaardinvestering is een investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is en eenzelfde productiecapaciteit heeft, maar die niet dezelfde milieuvoordelen heeft. Voorbeeld: de investering in een industriële warmtepomp kan worden vergeleken met een condenserende aardgasketel (=standaardinvestering).
Voor bedrijven of activiteiten die VLAREM plichtig zijn, zijn de standaardinvesteringen de investeringen die nodig zijn om aan de VLAREM-regelgeving te voldoen.
Voor de bepaling van de standaard technologie wordt naast de bestaande regelgeving ook rekening gehouden met informatie uit literatuur, contacten met sectorfederaties, experten inschattingen, bedrijfsspecifieke informatie, contacten met producenten en leveranciers, …