Wie kan indienen voor de pilootoproep transitiecontract klimaatsprong 2024?
Update 17/1/2025
De oproep transitiecontract klimaatsprong 2024 richt zich tot ondernemingen met industriële vestigingen met grote CO2-emissies in Vlaanderen.
Aan welke voorwaarden moet de onderneming die steun aanvraagt voldoen?
De steun wordt enkel toegekend aan ondernemingen:
- Met een directe CO2-uitstoot van minimaal 10.000 ton/jaar in het kalenderjaar 2022 van de vestiging waar de investering zal plaatsvinden.
- Voor investeringen in een vestiging in het Vlaamse Gewest
Dit kan zowel in een bestaande, actieve vestigingseenheid overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen zijn, of in een nog op te richten vestigingseenheid. - Die niet in moeilijkheden (OIM) zijn volgens de Europese regels (Algemene Groepsvrijstellingsverordening - AGVV) op het moment van steuntoekenning. Ook op het moment van voorinschrijving mag de onderneming geen OIM zijn. Als de onderneming die steun aanvraagt volledig onafhankelijk is van andere ondernemingen en geen deel uitmaakt van een groep, dan wordt de OIM-status louter op niveau van de onderneming (stand-alone) bepaald. Als ondernemingen verbonden zijn, dan moet aanvullend ook een OIM-bepaling op groepsniveau gebeuren.
De volgende ondernemingen zijn uitgesloten van steun:
- Ondernemingen met als hoofdactiviteit elektriciteitsproductie. Ondernemingen die als hoofdactiviteit elektriciteitsproductie (NACE-code 35.1) uitoefenen, komen niet in aanmerking voor steun, tenzij in samenwerkingsverbanden voor toepassingen op industriële sites. Samenwerkingsverbanden zijn de projecten waarbij warmte geleverd wordt voor gebruik in industriële processen van een andere onderneming. De bron van de warmte mag niet afkomstig zijn van de restwarmte van de eigen energieopwekking.
- Ondernemingen die een openstaande onbetwiste schuld hebben bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) of het Fonds voor Innoveren en Ondernemen of die een procedure op basis van Europees recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.
- Ondernemingen die zich in één van volgende rechtstoestanden bevinden:
- ontbinding
- stopzetting
- faillissement
- vereffening
- Overheidsinstanties en ondernemingen waarin een administratieve overheid een dominerende invloed heeft. Een dominerende invloed wordt vermoed als 50% of meer van het kapitaal of de stemrechten van deze onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks in handen van een administratieve overheid zijn. Dit vermoeden kan enkel worden weerlegd als de onderneming kan aantonen dat de administratieve overheid in werkelijkheid geen dominerende invloed uitoefent op het beleid van de onderneming.
Derde partijfinanciering
Als de investeringen door een derde partij uitgevoerd worden, gelden volgende bijkomende voorwaarden:
- Een prestatiecontract wordt gesloten tussen betrokken partijen betreffende de financiering, het ontwerp, de bouw, de uitbating of het onderhoud van de investering.
- De steunaanvraag bevat een verklaring op eer van de aanvrager en de eindgebruiker van de warmte (indien dit verschillende partijen zijn) waarin deze partijen verklaren dat de aanvrager de subsidie mag aanvragen en ontvangen en ook zal instaan voor het nakomen van de verplichtingen van de subsidieovereenkomst. De steun wordt steeds aan de aanvrager toegekend.
- De steun wordt berekend op basis van de toepasselijke kosten, zoals gefactureerd door de installateur of leverancier, ongeacht de partij die deze lasten finaal draagt of van de voordelen ervan geniet.
- De investering wordt ingezet voor het leveren van warmte voor gebruik in industriële processen van een onderneming met een andere hoofdactiviteit dan elektriciteitsproductie waarbij de bron van de warmte niet afkomstig mag zijn van de restwarmte van elektriciteitsopwekking.
- De eindgebruiker van de warmte heeft geen openstaande onbetwiste schuld bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) of het Fonds voor Innoveren en Ondernemen en heeft geen procedure op basis van Europees recht lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd op het moment van steuntoekenning.
- De eindgebruiker van de warmte bevindt zich niet in één van de volgende rechtstoestanden op het moment van indiening of van steuntoekenning:
- ontbinding;
- stopzetting;
- faillissement;
- vereffening.
Welke investeringen komen in aanmerking voor steun?
Voor de pilootoproep transitiecontract klimaatsprong 2024 komen enkel investeringen in bepaalde types grootschalige elektrische boilers en warmtepompen in aanmerking voor steun.
Voor deze technologieën gelden de volgende, bijkomende technische randvoorwaarden:
Elektrische boilers
- Ombouw van bestaande boilers op locatie is niet toegelaten.
- Een minimum geïnstalleerd thermisch vermogen van 2 MWth is vereist.
- De e-boiler wordt ingezet om warmte in de vorm van warm water, stoom, thermische olie of andere vloeistoffen te produceren.
- De opgewekte warmte wordt aangewend in een proces met een vereiste toepassingstemperatuur van ten minste 100°C.
- De opgewekte warmte mag niet geheel of gedeeltelijk voor klimatisatie van (bedrijfs)gebouwen aangewend worden.
- Voor e-boilers wordt de steun beperkt tot 3.300 vollasturen per productiejaar. Bijkomende vollasturen komen niet voor steun in aanmerking.
Warmtepompen
- Voor een gesloten warmtepomp: de warmtepomp heeft een thermisch vermogen van minimaal 500 kWth en een COP-waarde van minimaal 2,3 en maximaal 10.
- Voor een open warmtepomp (MVR): de warmtepomp heeft een thermisch vermogen van minimaal 500 kWth en een COP-waarde van minimaal 2,3 en maximaal 12.
- De opgewekte warmte mag niet geheel of gedeeltelijk voor klimatisatie van (bedrijfs)gebouwen aangewend worden.
- Voor warmtepompen wordt de steun beperkt tot 3.000, 5.500 of 8.000 vollasturen per productiejaar, afhankelijk van de technologiekeuze. De steun is tevens beperkt tot de vollasturen waarbij de warmtebron volledig uit rest- of omgevingswarmte bestaat.
Welke investeringen komen niet in aanmerking voor steun?
De volgende investeringen komen niet in aanmerking voor steun:
- Investeringen die voorheen al zijn geactiveerd vóór de begunstigde (of een derde partij in het geval van een samenwerking) ze aankocht. Het moet met andere woorden om nieuwe investeringen gaan.
- Investeringen die wettelijk verplicht zijn of werden opgelegd in een (omgevings-)vergunning.
Hieronder vallen onder andere investeringen om te voldoen aan:- Europese, nationale of Vlaamse normen of regelgeving;
- verplichtingen in het kader van het energie- en klimaatbeleid Vlaanderen (bv. energieplan, energie-audit, energieprestatieregelgeving,...). Bijkomende verplichtingen aangegaan in het kader van een energiebeleidsovereenkomst (EBO) worden omwille van het vrijwillig karakter van een EBO niet als een wettelijk verplichte investering beschouwd.
- voorwaarde opgenomen in een (omgevings-)vergunning.
- Investeringen waarvoor een andere vorm van investeringssteun wordt verleend door een Europese, nationale of regionale overheid.
- Investeringen die reeds gestart zijn. Als startdatum van de investeringen geldt hetzij de aanvang van de bouwwerkzaamheden met betrekking tot de investering, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging die de investering onomkeerbaar maakt.