Oproep walstroom

Wie en wat komt in aanmerking voor de oproep walstroom?

Welke ondernemingen komen in aanmerking? 

De volgende ondernemingen komen in aanmerking voor een subsidie:

  1. North Sea Port Flanders; 
  2. Haven van Antwerpen - Brugge; 
  3. Haven Oostende; 
  4. de ondernemingen die aan één van de volgende voorwaarden voldoen: 
    1. de onderneming is een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent; 
    2. de onderneming is een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht; 
    3. de onderneming is een buitenlandse onderneming met een statuut dat gelijkwaardig is aan het statuut, vermeld in punt 4, a) en b). 

De onderneming beschikt over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest. 

De onderneming is op de indieningsdatum van de subsidieaanvraag geen onderneming in moeilijkheden zoals vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, en heeft geen procedure lopen op basis van Europees, nationaal of regionaal recht waarbij toegekende steun wordt teruggevorderd. 

Alleen ondernemingen die voldoen aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest komen in aanmerking. De onderneming blijft aan deze regelgeving voldoen tot vijf jaar na de beëindiging van de subsidiabele uitgaven. 

Een administratieve overheid zoals vermeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State of een buitenlandse vergelijkbare administratieve overheid heeft op de indieningsdatum van de subsidieaanvraag geen dominerende invloed op de ondernemingen, vermeld in artikel 4, 4°. Er is een vermoeden van dominerende invloed als de onderneming voor 50% of meer van het kapitaal, de inbreng of de stemrechten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de voormelde administratieve overheid. 

Het vermoeden van dominerende invloed kan weerlegd worden als de onderneming kan aantonen dat de administratieve overheid, vermeld in het eerste lid, in werkelijkheid geen dominerende invloed uitoefent op het beleid van de onderneming. De minister neemt een beslissing over dit vermoeden. 

Welke investeringen komen in aanmerking? 

De uitgaven voor de aanleg, installatie, verbetering of uitbreiding van een walstroominstallatie die hoofdzakelijk wordt gebruikt door zeeschepen in een zeehaven in Vlaanderen.  

Deze uitgaven kunnen het volgende omvatten: 

  • de laadinfrastructuur en de bijbehorende technische uitrusting, waaronder vaste, mobiele of drijvende installaties; 
  • de installatie van of verbeteringen aan elektrische of andere componenten, waaronder elektrische kabels en energietransformatoren, die nodig zijn om de oplaad- of tankinfrastructuur aan te sluiten op het net, inclusief de uitgaven voor netverzwaring, of op een lokale productie- of opslaginstallatie voor elektriciteit of waterstof; 
  • de civieltechnische werken; 
  • de aanpassingen van gronden of wegen; 
  • de installatie-uitgaven en de uitgaven voor vergunningen die daarmee verband houden. 

De subsidiabele uitgaven starten op zijn vroegst op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend. De subsidiabele uitgaven starten binnen zes maanden na de beslissing tot toekenning van de subsidie en worden beëindigd vóór 1 juni 2026. 

De subsidie vervalt volledig als de subsidiabele uitgaven starten voor de dag, vermeld in het eerste lid. 

De investeringen blijven vijf jaar na de beëindiging van de uitgaven door de onderneming behouden. 

De subsidiabele uitgaven voldoen aan de bepalingen in de technische richtsnoeren “geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01) van de Europese Commissie. 

De volgende investeringen komen niet in aanmerking:

  • de investeringen die vroeger zijn geactiveerd en opgenomen in de afschrijvingstabel, en die verworven worden van: 
    • een onderneming waarin de subsidieaanvragende onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks participeert; 
    • een onderneming die rechtstreeks of onrechtstreeks participeert in de subsidieaanvragende onderneming; 
    • een verwante patrimoniumvennootschap; 
  • de investeringen die verworven worden van een zaakvoerder, een bestuurder of een aandeelhouder van de subsidieaanvragende onderneming; 
  • de investeringen die verband houden met niet-vervoergerelateerde activiteiten, industriële productiefaciliteiten, kantoren of winkels en havensuprastructuren.

Bijzondere vereisten Europese financiering 

Deze oproep wordt gefinancierd met middelen die de Europese Unie voorziet in het kader van RePowerEU. Dit betekent dat gesteunde projecten moeten voldoen aan een aantal bijkomende voorwaarden die door de Europese Unie opgelegd worden:  

  • Do no significant Harm: activiteiten die gefinancierd worden met EU-middelen moet voldoen aan het Do no significant Harm principe. Dit betekent dat deze projecten geen significante schade mogen veroorzaken aan zes milieudoelstellingen. De motivering dat deze oproep voldoet aan het DNSH-principe vind je in de DNSH-beoordeling. Als je project afwijkt van de elementen opgenomen in deze motivering dien je dit bij jouw aanvraag te melden.    
  • Respecteren van de milieuregelgeving: In de voorwaarden voor de steun zal meegegeven worden dat projectuitvoerders verplicht zijn de Nationale en Europese milieuregelgeving te respecteren, inclusief de bepalingen die betrekking hebben op gebruik en recyclage van batterijen. 
  • Communicatieverplichtingen: de Europese Unie legt aan begunstigden van EU-middelen specifieke communicatieverplichtingen op.
  • Verplichting aanleveren gegevens UBO-register: buitenlandse ondernemingen zijn verplicht om bij de indiening van de aanvraag een kopie van de gegevens van het UBO-register van het land waarin ze gevestigd zijn te voegen.  

Deze bijkomende voorwaarden zullen in de projectovereenkomsten opgenomen worden. 

Contact

Stuur bij voorkeur een e-mail naar VLAIO. Toch iets via de post bezorgen? Alle VLAIO-kantoren hebben voortaan één postadres.