Duurzaam woon-werkverkeer steun

Laatst gewijzigd op 30 sep 2024 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
ondernemingen & organisaties
Voor wat
investeringen & uitgaven voor duurzamere mobiliteit
Subsidies/(Para)Fiscale voordelen
bedrag varieert per oproep/steunmaatregel

Wat houdt de maatregel in

Om duurzaam woon-werkverkeer te bevorderen bestaan er voor de werkgever verschillende fiscale voordelen en subsidies van de Vlaamse overheid.

1. Zelfstandigen kunnen genieten van een verhoogde aftrek van 120% voor kosten die specifiek zijn gedaan of gedragen om het gebruik van de fiets door de personeelsleden voor hun verplaatsingen tussen hun woonplaats en hun plaats van tewerkstelling aan te moedigen.
2. Werkgevers kunnen een vergoeding uitbetalen aan werknemers die (een deel van) hun woon-werkverkeer met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven of de speed pedelec) afleggen.
3. Om werkgevers aan te moedigen om de verhoogde fietsvergoeding toe te kennen, wordt er een tijdelijke fiscale compensatie voorzien in de vorm van een belastingkrediet.
4. Het Pendelfonds van de Vlaamse overheid subsidieert projecten die een duurzaam woon-werkverkeer bevorderen. Dit verloopt via oproepen.
5. Om werkgevers te stimuleren om de terugbetaling van treinabonnementen te verhogen is er een nieuw tijdelijk belastingkrediet op komst. Zie rubriek 'Steun voor treinabonnement'.

Bekijk ook Duurzame bedrijfsmobiliteit: steun in de Subsidiedatabank.

Fiscale aftrek voor kosten vervoer verplaatsing personeel

Zelfstandigen kunnen genieten van een verhoogde aftrek van 120% voor kosten die specifiek zijn gedaan of gedragen om het gebruik van de fiets door de personeelsleden voor hun verplaatsingen tussen hun woonplaats en hun plaats van tewerkstelling aan te moedigen. Voor deze categorie komen de kosten in aanmerking in de mate dat ze gedaan of gedragen zijn om:

  • een onroerend goed te verwerven, te bouwen of te verbouwen, bestemd voor het stallen van (elektrische) fietsen of speed pedelecs (high speed e-bike) tijdens de werkuren van de personeelsleden of voor een kleedruimte of sanitair, al dan niet met douches;
  • (elektrische) fietsen of speed pedelecs (high speed e-bike) en hun toebehoren te verwerven, te onderhouden en te herstellen, die ter beschikking worden gesteld van de personeelsleden.

Deze kosten zijn fiscaal aftrekbaar voor 120% in plaats van de normale 100%.

Wanneer de kosten bestaan uit afschrijvingen van de materiële vaste activa die in aanmerking komen, wordt het aftrekbare bedrag per belastbaar tijdperk verkregen door het normale afschrijvingsbedrag van die periode te verhogen met 20%. Fietsen worden afgeschreven met minimaal drie vaste annuïteiten.

Meer informatie kan je terugvinden in artikel 64ter, WIB 92 en Commentaar van art. 64ter, WIB 92 in de databank Fisconetplus van FOD Financiën.

Opgelet! Deze aftrek wordt afgeschaft vanaf aanslagjaar 2026 (inkomstenjaar 2025), Zie Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1), artikel 2 (BS 29 mei 2024). Deze afschaffing gebeurt naar aanleiding van het invoeren van een verhoogde thematische investeringsaftrek voor investeringen in o.a. fietsen en fietsinfrastructuur (aldus de toelichting bij het Wetsontwerp).

(Para)fiscale vrijstellingen voor het gebruik van de (bedrijfs)fiets

Werkgevers kunnen een vergoeding uitbetalen aan werknemers die (een deel van) hun woon-werkverkeer met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven of de speed pedelec) afleggen.

Vanaf 1 januari 2024 bedraagt de fietsvergoeding, vrijgesteld van fiscale en sociale bijdragen, € 0,35 per effectief met de fiets afgelegde kilometer. Er werd echter ook een maximumbedrag vastgelegd van € 2.500 per kalenderjaar (deze bovengrens werd verhoogd tot € 3.5000 vanaf 1 januari 2024 (zie Koninklijk besluit van 15 mei 2024 tot wijziging van de bedrijfsvoorheffing). Dit maximum geldt per werkgever en per werknemer. Wordt het maximumbedrag overschreden, dan wordt het deel van de fietsvergoeding dat het grensbedrag overschrijdt, beschouwd als loon.

Ook de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets door de werkgever in het voordeel van zijn werknemer geniet van een vrijstelling van belasting.

De bedrijfsfiets is voor de werkgever 100% fiscaal aftrekbaar, op voorwaarde dat je medewerker de fiets gebruikt voor zijn of haar woon-werkverkeer. Als werkgever hoef je hierop dus geen belastingen te betalen. Ook voor de werknemer is het dan een volledig van belastingen vrijgesteld sociaal voordeel. 

Deze vrijstelling van RSZ-bijdragen en belastingen geldt ongeacht het type fiets. Zowel stadsfietsen, gewone elektrische fietsen (tot 25 km/uur), speed pedelecs (tot 45 km/uur), mountainbikes, racefietsen, bakfietsen, ... komen in aanmerking. 

Meer informatie kan je terugvinden op de website van de RSZ en website van FOD Financiën.

Belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding

Om werkgevers aan te moedigen om de verhoogde fietsvergoeding toe te kennen, wordt er een tijdelijke fiscale compensatie voorzien in de vorm van een belastingkrediet. Wie dus vrijwillig de fietsvergoeding binnen zijn onderneming verhoogt kan vanaf 1 januari 2024 ook een compensatie van deze kost bekomen. 
Het gaat om een compensatie van de fietsvergoedingen toegekend voor de verplaatsingen tijdens de periode van 1 januari 2024 tot eind 2026 en die ten laatste op 31 december 2027 worden toegekend.

Je kan dit belastingkrediet toekennen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de kost van de fietsvergoeding moet gedragen worden door de werkgever;
  • de verhoging van de fietsvergoeding is niet het gevolg van een indexering;
  • de vrijwillige verhoging van de fietsvergoeding geldt onbeperkt in tijd;
  • de verhoging moet worden vastgelegd in een ondernemings-cao, het arbeidsreglement of een individuele overeenkomst. 

Het belastingkrediet geldt voor het verschil tussen de fietsvergoeding toegekend op een bepaald tijdstip tussen 1 januari 2024 en 31 december 2026 en de referentiefietsvergoeding toegekend op 1 juni 2023, met een minimum van € 0,18 per kilometer. De compensatie wordt beperkt tot maximaal € 0,05 per kilometer.

Als de werkgever reeds een compensatie krijgt via Belastingkrediet voor de fietskilometervergoeding toegekend in toepassing van cao nr. 164, wordt enkel het surplus van de verhoogde fietsvergoeding gecompenseerd door het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietsvergoeding.

Om hiervan te genieten moet je een document toevoegen aan de aangifte in de inkomstenbelasting (vennootschappen en rechtspersonen). Voor eenmanszaken volstaat het om dit document ter beschikking te houden van de fiscus. Het modelattest dat je hiervoor kan gebruiken vind je terug in de Circulaire 2024/C/56.

Meer informatie in de Wet van 22 december 2023 houdende diverse fiscale bepalingen (1) en de Circulaire 2024/C/56 over het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding

Pendelfonds

Het Pendelfonds van de Vlaamse overheid subsidieert projecten die een duurzaam woon-werkverkeer bevorderen. Projecten die tot doel hebben om het aantal autoverplaatsingen op het vlak van woon-werkverkeer te verminderen kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring uit het fonds. Er worden geregeld oproepen gelanceerd. Momenteel loopt er geen oproep. 

De vorige Pendelfondsoproep richtte zich op projecten die de verbinding tussen het openbaar vervoer en de werkplek verbeteren, én op projecten die het gebruik van nabijgelegen fietssnelwegen stimuleren. Bedrijven en organisaties die een project wilden indienen, konden van 18 september tot 18 oktober 2023 een dossiernummer aanvragen. Hierna volgde dan de procedure van de projectaanvraag, met ondersteuning van het Provinciaal Mobiliteitspunt (PMP). Er was tijd tot 18 januari 2024 om de subsidieaanvraag te vervolledigen. Hoe meer een ingediend project valt onder de focus van de oproep, hoe hoger de score van het project en hoe meer kans op subsidiëring.

De subsidie bedraagt maximaal de helft van de kosten die aan de projectuitvoering verbonden zijn, met een maximum van € 200.000 wanneer een bedrijf alleen indient. Dit maximum bedrag verhoogt naargelang het project door twee of meer bedrijven wordt ingediend: € 250.000 voor 2 bedrijven, € 300.000 voor 3 bedrijven, € 350.000 voor 4 en € 400.000 voor 5 of meer bedrijven. De projectduur is minimaal 2 en maximaal 4 jaar.

Meer informatie kan je nalezen op pendelfonds.be.

Steun voor treinabonnement

Huidige regelingen

Om werknemers aan te moedigen om de trein te nemen naar het werk bestaan er verschillende tussenkomsten:

  • Derdebetalersregeling: In deze regeling neemt de werkgever 80% van de kosten op zich en de federale overheid 20%. als de werknemers de trein nemen naar het werk met een NMBS-abonnement of NMBS/MIVB-abonnement (van minstens 1 maand) in 2e klas. 
    Als werkgever sluit je een derdebetalersovereenkomst af met de NMBS waarbij je 80% van de prijs van het abonnement voor je rekening neemt. De federale overheid neemt 20% van de prijs. Werkgevers uit de privésector zijn op dit moment niet verplicht om dit 80/20-systeem toe te passen, tenzij in het paritair (sub)comité van de sector waartoe ze behoren een CAO werd gesloten die de toepassing van het 80/20-systeem voorschrijft. 
  • CAO nr. 19/9:  Werkgevers die vallen onder deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn wettelijk verplicht om voor ca. 56% tussen in de kosten van een treinabonnement tussen te komen (zie cao nr. 19/9). Vanaf 1 juni 2024 wordt dit verhoogd tot 71,8% in het kader van CAO nr. 19/11.
  • Ook bij sommige andere CAO's kan de werkgever een forfaitaire tegemoetkoming geven aan hun werknemers

Meer informatie kan je vinden op de website van de NMBS Derdebetalersysteem.

Nieuw belastingkrediet

Om werkgevers te stimuleren om de terugbetaling van treinabonnementen te verhogen werd er een nieuw tijdelijk belastingkrediet gelanceerd.

Heb je als werkgever geen derdebetalersovereenkomst afgesloten en je belooft minstens 71,8 % van de kosten van het NMBS-abonnement te dragen, dan zal de federale overheid nog eens voor 7,5 % tussenkomen waardoor de werknemer uiteindelijk slechts 20,7 % betaalt.

Dit belastingkrediet is van toepassing op de tussenkomsten van de werkgever die worden betaald of toegekend in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027.

Meer informatie in de Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1) (BS 29 mei 2024/ Hoofdstuk 5) en de toelichting in het Wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen (Parlementair Document 55K3865).

De Testkaravaan: duurzame vervoersmiddelen uittesten

Zowel de provincies West-Vlaanderen als Oost-Vlaanderen kennen het initiatief 'De Testkaravaan'. Hiermee kunnen bedrijven en hun werknemers gratis verschillende duurzame vervoersmiddelen uitproberen gedurende 3 weken. Voorbeelden hiervan zijn een speed pedelec, elektrische fiets, plooifiets, bakfiets of fietskar. Ook deelfietsen kunnen worden uitgetest. Meer informatie is te vinden via de respectievelijke linken. Vlaams-Brabant biedt met de Fietstest een soortgelijk initiatief voor pendelaars. In de provincie Antwerpen kunnen bedrijven uit de Vervoerregio Antwerpen (excl. Antwerpen en districten) fietsen testen via het project De Pendelproeverij. Voor bedrijven in de stad Antwerpen (incl. districten) is er een testvloot via Slim naar Antwerpen

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.

De-minimis

Sommige subsidies vermeld op deze pagina vallen onder de toepassing van de Europese de minimis-regelgeving. Hierdoor mag de de-minimissteun aan bedrijven over drie jaar gespreid niet meer dan € 300.000 bedragen. 

Dit is o.m. het geval voor een aantal maatregelen van het Pendelfonds.

Voor meer info zie www.vlaio.be/de-minimis.