Flexi-jobs: voordelig tewerkstellen

Laatst gewijzigd op 19 sep 2024 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
particulieren & ondernemingen
Voor wat
tewerkstelling in diverse sectoren
RSZ & fiscaal voordeel
brutoloon = nettoloon (enkel RSZ-bijdrage van 28%)

Bekijk ook deze pagina op de VLAIO website Bijverdienen, flexi-job of zelfstandige in bijberoep?

Wat houdt de maatregel in

Via het systeem van flexi-jobs betalen werkgevers in bepaalde sectoren enkel een patronale bijdrage van 28% boven op het loon van flexi-jobbers. De gewone socialezekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing zijn dus niet van toepassing op het flexi-loon. Brutoloon en nettoloon zijn gelijk.

1. Sinds 1 januari 2024 is dit systeem uitgebreid naar een reeks nieuwe sectoren, waaronder kinderopvang, onderwijs, voeding, sector voor vervoer en logistiek, begrafenisondernemingen, autosector, sport- en cultuur, evenementen, verhuissector, autorijscholen en vormingscentra, vastgoedsector en land- en tuinbouw. Voor onder meer flexijobbers in het onderwijs, de kinderopvang of als redder zijn wel de nodige opleidingen of diploma’s vereist. De volledige lijst met uitbreidingen is te vinden op de website van de RSZ in de 'Administratieve instructies' > Tussentijdse instructies 2023/4 > Uitbreiding flexi-arbeid en nieuwe regelingen. Dit werd bekrachtigd met de Programmawet van 22 december 2023 (29 december 2023 in het Belgisch Staatsblad). 
2. Voor de sectoren die het voorwerp uitmaken van een uitbreiding van het systeem, konden de sociale partners er voor opteren om de flexi-jobs volledig of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out). Sinds 1 april 2024 kozen onder meer de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector met hoofdactiviteit kinderopvang voor een opt-in, net als het gemeenschaps- en vrij gesubsidieerd onderwijs. Ook zijn flexijobs mogelijk in de sport- en cultuursector en de binnenscheepvaart. Volgende sectoren kozen om de flexi-job regeling geheel of gedeeltelijk op te schorten voor hun sector (opt-out): het paritair comité voor de landbouw (PC 144), het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (PC 145), met uitzondering van de subsector aanleggen en onderhouden van parken en tuinen, het paritair comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC 323)  voor wat betreft de dienstboden. Hierover is meer te lezen op de website van de RSZ in de 'administratieve instructies' > Flexi-jobs - opt-in en opt-out.

Wie komt in aanmerking

Werkgevers

Enkel de sectoren met volgend paritair comité nummer kunnen van dit systeem gebruik maken:

  • 118 - paritair comité voor de voedingsnijverheid, enkel voor de werkgevers van wie de activiteit tot de volgende subsectoren behoort:
    • industriële en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de consumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij (118.03)
    • Brouwerijen en mouterijen (118.07)
    • Drankennijverheid (118.08)
    • Groentenijverheid (118.09)
    • Vruchtennijverheid (118.10)
    • Vleesnijverheid (118.11)
    • Zuivelproducten (118.12)
    • Chocoladefabrieken - suikerbakkerij (118.14)
    • Aardappelverwerkende nijverheid (118.21)
    • Aardappelschilbedrijven (118.22)
  • 119 - handel in voedingswaren
  • 140.01 - paritair subcomité voor de autobussen en autocars, uitsluitend voor de werkgevers die tot de werkgeverscategorie 85 behoren
  • 140.05: paritair subcomité voor de verhuizing, uitsluitend voor de werkgevers die tot de werkgeverscategorie 84 behoren
  • 201 - zelfstandige kleinhandel
  • 202 - kleinhandel in voedingswaren
  • 202.01 - middelgrote levensmiddelenbedrijven
  • 223 - het nationale paritair comité voor de sport
  • 302 - horecasector
  • 303.03 - het paritair subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen
  • 304 - het paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf (= podiumkunsten) met uitsluiting van artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies
  • 311 - grote kleinhandelshandelszaken
  • 312 - warenhuizen
  • 314 - kappersbedrijf en de schoonheidszorgen
  • 330 - het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten (ook bepaalde publieke zorginstellingen). Een aantal taken worden hier uitgesloten. Zie Administratieve instructies > Flexi-job 

Ook de uitzendsector kan hiervan genieten indien de werkgever ressorteert onder één van voorgaande paritaire (sub)comités.

Sinds 1 januari 2024 is het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgebreid naar een aantal nieuwe sectoren; onder meer naar garagebedrijven, autorijscholen en de vastgoedsector. Een volledige lijst van deze sectoren kan je vinden op de website van de RSZ in de Administratieve instructies > Tussentijdse instructies 2023/4 >Uitbreiding flexi-arbeid en nieuwe regelingen

Sinds 1 april 2024 kozen onder meer de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector met hoofdactiviteit kinderopvang voor een opt-in, net als het gemeenschaps- en vrij gesubsidieerd onderwijs. Ook zijn flexijobs mogelijk in de sport- en cultuursector. Volgende sectoren kozen om de flexi-job regeling geheel of gedeeltelijk op te schorten voor hun sector (opt-out): het paritair comité voor de landbouw (PC 144), het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf (PC 145), met uitzondering van de subsector aanleggen en onderhouden van parken en tuinen, het paritair comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (PC 323) voor wat betreft de dienstboden. Hierover is meer te lezen op de website van de RSZ in de 'administratieve instructies' > Flexi-jobs - opt-in en opt-out.  

Sinds 1 juli 2024 is daarnaast het paritair comité voor de begrafenisondernemingen (PC 320) uitgesloten uit het stelsel van de flexi-jobs. De uitsluiting geldt niet voor de "gelegenheidswerknemers" in deze sector. Met ingang van 1 juli 2024 zijn flexi-jobs wel mogelijk binnen "het paritair comité voor de binnenscheepvaart (PC 139)". 

Werknemers

Als werknemer moet je in het derde kwartaal dat aan de flexi-job voorafgaat, minstens 4/5 gewerkt hebben. Elk kwartaal opnieuw gebeurt de beoordeling of de werknemer onder het stelsel van flexi-jobs mag werken. 

Er is een wachttijd voor werknemers die vier kwartalen voor de geplande flexi-job van een voltijdse job naar een 4/5e baan overschakelen. Zij kunnen pas vanaf het derde kwartaal na deze wijziging een flexi-job uitoefenen.

Sinds 1 januari 2018 is deze regeling ook toegankelijk voor wettelijk gepensioneerden, dit zonder tewerkstellingsvoorwaarden.

De werknemer kan alleen worden tewerkgesteld in het kader van een flexi-job als hij tijdens dezelfde periode niet wordt ingeschakeld in het kader van een arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever. Dit geldt ook als er een uitzendkantoor instaat voor de tewerkstelling als flexi-jobber.

Omvang steun

Via het systeem van flexi-jobs betalen de werkgevers enkel een bijzondere werkgeversbijdrage van 28% boven op het loon van flexi-jobbers. De gewone socialezekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing (vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing) zijn dus niet van toepassing op het flexi-loon. Brutoloon en nettoloon zijn gelijk. Voor niet-gepensioneerde flexi-jobbers geldt de vrijstelling van belastingen en sociale bijdragen tot € 12.000 per belastbaar tijdperk (met ingang van aanslagjaar 2025). Het deel dat bij hen deze grens overschrijdt zal belast worden als gewone bezoldiging tegen de progressieve tarieven. De berekeningen van de belastingen zullen via de gegevens van de fiche 281.10 geautomatiseerd gebeuren. Het bedrag van € 12.000 wordt niet geïndexeerd.

Flexi-jobbers hebben sinds 1 januari 2024 minstens recht op het sectorale baremaloon voor de uitgeoefende functie. Voor prestaties vanaf 1 januari 2024 is er geen specifiek flexiloon meer. Alleen voor flexiwerk in de horecasector geldt nog een specifiek flexiloon (bedrag sinds 1 mei 2024: minstens € 12,29, incl. flexi-vakantiegeld).

Als in een bepaalde sector geen baremaloon bestaat voor de functie die de flexi-jobber uitoefent, wordt het minimale basisuurloon van de flexi-jobber bepaald op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI).

In alle sectoren geldt dat het flexiloon (inclusief vergoedingen, premies en voordelen) sinds 1 januari 2024 niet méér mag bedragen dan 150% van het minimale basisloon. Een sector-cao kan een ander maximum dan die 150% vaststellen.

Hierover is meer te lezen op de website van de RSZ - 'Alle thema's > Flexi-jobs - Welk loon betaalt u voor een flexi-job? 

De-minimis

Deze lastenverlaging valt onder de toepassing van de Europese de minimis-regelgeving. Hierdoor mag de de-minimissteun aan bedrijven over drie jaar gespreid niet meer dan € 300.000 bedragen. Voor meer info zie www.vlaio.be/de-minimis.

Aanvraagprocedure

Een tewerkstelling in het kader van een flexi-job gebeurt steeds op kwartaalbasis. Elk kwartaal opnieuw moet beoordeeld worden of de werknemer onder het stelsel van flexi-jobs mag werken.

Belangrijk is dat je als werkgever voor elke flexi-jobwerknemer over een raamovereenkomst beschikt (uitgezonderd voor uitzendkrachten). Dit is een schriftelijke overeenkomst waarin enkele verplichte zaken vermeld staan, zoals de identiteit van beide partijen, het flexi-loon en de jobinhoud. Zowel werkgever als werknemer dienen deze te tekenen. Naast de raamovereenkomst is er de arbeidsovereenkomst, die zowel schriftelijk als mondeling kan zijn. Deze wordt per tewerkstelling afgesloten.

Meer informatie kan je terugvinden in deze folder op de website van de RSZ.

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank.

Contact

Voor vragen over de raamovereenkomst, de flexi-overeenkomst en het loon kan je terecht bij de FOD WASO.

Meer informatie over deze maatregel kan je ook terugvinden op de RSZ-website in de Administratieve instructies RSZ > Flexi of je kan contact opnemen met het RSZ contactcenter. 

Informatie over de fiscale voordelen kan je terugvinden in de FAQ- Flexi-jobs meerdere sectoren, de FAQ - Horeca-Flexi-jobs en overuren en de Circulaire 2024/C/41 op Fisconetplus of je kan contact opnemen met de FOD Financiën.

Afdeling / Dienst
Contactcenter
Adres
Victor Hortaplein 11 1060 Brussel België
Telefoon
Afdeling / Dienst
Contactcenter
Adres
Koning Albert II-laan 33 bus 25 1030 Brussel België
Telefoon