Gewijzigde maatregelen

Via dit systeem betalen werkgevers in bepaalde sectoren (horeca, detailhandel, sport, broodbakkerijen, kappers, bioscopen, enz) enkel een patronale bijdrage van 28% boven op het loon van flexi-jobbers. De gewone socialezekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing zijn dus niet van toepassing op het flexi-loon. Brutoloon en nettoloon zijn gelijk.

Sinds 1 januari 2024 is dit systeem uitgebreid naar een reeks nieuwe sectoren, waaronder kinderopvang, onderwijs, voeding, sector voor vervoer en logistiek, begrafenisondernemingen, autosector, sport- en cultuur, evenementen, verhuissector, autorijscholen en vormingscentra, vastgoedsector en land- en tuinbouw. Voor onder meer flexijobbers in het onderwijs, de kinderopvang of als redder zijn wel de nodige opleidingen of diploma’s vereist. De volledige lijst met uitbreidingen is te vinden op de website van RSZ in de 'Administratieve instructies > Tussentijdse instructies 2023/4 >Uitbreiding flexi-arbeid en nieuwe regelingen. Dit werd bekrachtigd met de Programmawet van 22 december 2023 (29 december 2023 in het Belgisch Staatsblad). Voor de sectoren die in de programmawet het voorwerp uitmaken van een uitbreiding van het systeem, kunnen de sociale partners er ook later voor opteren om de flexi-jobs volledig of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).

Hier vind je informatie over subsidies voor laadpalen, elektrische wagens en andere emissievrije transportmiddelen, gecombineerd vervoer en andere vormen van duurzame bedrijfsmobiliteit.

Vanaf 1 januari 2024 moeten emissievrije voertuigen die maximaal 4,25 ton wegen tijdelijk geen kilometerheffing betalen. Een On Board Unit (OBU) blijft wel verplicht. Ook andere emissievrije voertuigen genieten van een gunstmaatregel, die met de jaren zal afnemen. Meer informatie kan je raadplegen op Tijdelijke vrijstelling betalingsverplichting voor emissievrij vrachtvervoer.

Om duurzaam woon-werkverkeer te bevorderen bestaan er voor de werkgever verschillende fiscale voordelen en subsidies van de Vlaamse overheid (Pendelfonds).

Om werkgevers aan te moedigen om de verhoogde fietsvergoeding toe te kennen, wordt er een tijdelijke fiscale compensatie voorzien in de vorm van een belastingkrediet. Wie dus vrijwillig de fietsvergoeding binnen zijn onderneming verhoogt, kan vanaf 1 januari 2024 ook een compensatie van deze kost bekomen. Het gaat om een compensatie van de fietsvergoedingen toegekend voor de verplaatsingen tijdens de periode van 1 januari 2024 tot eind 2026 en die ten laatste op 31 december 2027 worden toegekend. Het belastingkrediet geldt voor het verschil tussen de fietsvergoeding toegekend op een bepaald tijdstip tussen 1 januari 2024 en 31 december 2026 en de referentiefietsvergoeding toegekend op 1 juni 2023, met een minimum van € 0,18 per kilometer. De compensatie wordt beperkt tot maximaal € 0,05 per kilometer. Een overzicht van de voorwaarden vind je in deze maatregel.

Ook de overheid erkent het belang van sporten en bewegen en voorziet daarom (financiële) ondersteuning aan investeringen en innovatie in deze sector alsook initiatieven op het werk. Hierbij alvast een aantal steunmogelijkheden waarop ook ondernemers een beroep kunnen doen.

1. In 2024 lanceert de Vlaamse overheid slechts één oproep tot subsidiëring van bovenlokale sportinfrastructuur. Indienen kan tot uiterlijk 31 maart 2024. Meer informatie op de website van Sport Vlaanderen Subsidies bovenlokale sportinfrastructuur. 2. Omdat sportevenementen mensen aanzetten tot sporten geeft Sport Vlaanderen onder bepaalde voorwaarden een subsidie bij de organisatie van Bepaalde sportevenementen. De tweede indiendatum is uiterlijk tegen 15 maart 2024 voor sportevenementen die plaatsvinden vanaf 1 juli 2024 tot uiterlijk 31 december 2024 en die nog niet hadden ingediend in de eerste ronde. 

Bedrijven die willen investeren in intellectuele eigendomsrechten kunnen een beroep doen op subsidies en fiscale voordelen.

Via de IE-vouchers kunnen kmo's een terugbetaling vragen van de kosten voor het registreren van merken, modellen, octrooien en kwekersrechten. Er zijn 3 soorten vouchers: 1. één voor merken en modellen waarbij maximum 75% (met een maximum van € 1.000) van de taksen voor de regionale en Europese merk- en/of modelregistraties (50% voor internationale aanvragen) teruggevorderd kan worden; 2. één voor octrooien met een maximale terugvordering van 75% van de taksen en - nieuw in 2024 - is dat er ook een terugbetaling mogelijk is van 50% van de juridische kosten voor het opstellen en indienen van de Europese octrooiaanvraag. Het maximum van deze voucher is € 3.500. 3. Een laatste voucher is er voor de terugvordering van maximum 75% voor de aanvraag- en onderzoekstaksen van Europese kwekersrechten. De vouchers kunnen aangevraagd worden tot 6 december 2024 of tot uitputting van het budget. Meer informatie en aanvragen via SME-Fund.