Gewijzigde maatregelen

Via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) wordt er steun verleend aan de Vlaamse land- en tuinbouwsector door duurzame investeringen te stimuleren om de structuur van de land- en tuinbouwbedrijven te verbeteren, hun rendabiliteit te verzekeren en de kostprijs te verminderen. Via het 'Europees partnerschap voor innovatie' wordt er ook innovatiesteun voorzien voor samenwerkingsverbanden.

Er werd een oproep Steun voor investeringsprojecten voor duurzame verwerking en afzet van landbouwproducten gelanceerd ter bevordering van keteninnovatie in de agrovoedingssector en ter versterking van de positie van de landbouwer in de keten. Groepen van landbouwers en ondernemingen actief in de primaire verwerking van landbouwproducten die een investering plannen die een economische meerwaarde betekent voor de landbouwer als leverancier van de te verwerken landbouwproducten en die de agrovoedingsketen duurzamer maakt, kunnen van 3 juni tot en met 16 september 2024 een projectsubsidie van 40% aanvragen.

Trividend financiert en ondersteunt impact ondernemers met een duidelijke visie om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Ze focust op 3 doelgroepen: creatie van sociale tewerkstelling, circulaire oplossingen en sociale innovatie. Ze biedt financiering aan onder de vorm van achtergestelde en converteerbare leningen en participaties.

Het maximum bedrag dat bij Trividend geleend kan worden, is opgetrokken naar € 300.000. Als er daarbij een beroep wordt gedaan op co-financiering van het Sociaal Investeringsfonds (SIFO) betekent dit dat het totale maximum bedrag op € 600.000 komt te liggen.

Ondernemingen kunnen voor de uitvoering van bepaalde investeringen een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen aftrekken van de belastbare winst. Vooral de verhoogde aftrekken zijn belangrijk: onder andere voor energiebesparende investeringen, beveiliging, digitale investeringen en milieuvriendelijke investeringen in O&O.

We hebben al eerder gemeld dat voor boekjaren vanaf 1 januari 2024 de definitie van kleine vennootschap werd aangepast. In principe wordt er gekeken naar twee boekjaren: wanneer er meer dan één van deze criteria wordt overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar. Hiervan wordt éénmalig afgeweken voor boekjaren die afsluiten na 31 december 2023. Voor één keer moet er enkel gekeken worden of de cijfers van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de criteria overschrijden (zie Wet van 15 mei 2024, artikel 145 en de informatie over de Fiscale definitie op deze VLAIO pagina). 

Om duurzaam woon-werkverkeer te bevorderen bestaan er voor de werkgever verschillende fiscale voordelen en subsidies van de Vlaamse overheid (Pendelfonds).

1. De Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1) die zopas werd gepubliceerd (BS 29 mei 2024), regelt ook het nieuwe tijdelijke belastingkrediet (zie Steun voor treinabonnementen > Nieuw tijdelijk belastingkrediet 2. Ondertussen werd ook het Koninklijk besluit van 15 mei 2024 tot wijziging van de bedrijfsvoorheffing gepubliceerd met de verhoging van de bovengrens in het kader van de fietsvergoeding (verhoging tot € 3.500 per werkgever en per werknemer) (zie (Para)fiscale vrijstellingen voor het gebruik van de (bedrijfs)fiets).

Om ondernemers te ondersteunen voorziet de federale overheid dat bepaalde kosten voor meer dan 100% fiscaal aftrekbaar zijn. Hierbij lichten we er een aantal toe.

Zelfstandigen en vrije beroepen kunnen genieten van een verhoogde aftrek tot 120% voor werkgevers die in het kader van het woon-werkverkeer van hun personeelsleden in een fietsenstalling voorzien (al dan niet met kleedruimten en douches) of bedrijfsfietsen aankopen (inclusief herstellen en onderhouden). Deze aftrek wordt afgeschaft vanaf aanslagjaar 2026 (inkomstenjaar 2025) naar aanleiding van het invoeren van een verhoogde thematische investeringsaftrek voor investeringen in o.a. fietsen en fietsinfrastructuur (zie ook de Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1), artikel 2 (BS 29 mei 2024).