Gewijzigde maatregelen

Ondernemingen kunnen voor de uitvoering van bepaalde investeringen een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen aftrekken van de belastbare winst. Vooral de verhoogde aftrekken zijn belangrijk: onder andere voor energiebesparende investeringen, beveiliging, digitale investeringen en milieuvriendelijke investeringen in O&O.

We hebben al eerder gemeld dat voor boekjaren vanaf 1 januari 2024 de definitie van kleine vennootschap werd aangepast. In principe wordt er gekeken naar twee boekjaren: wanneer er meer dan één van deze criteria wordt overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar. Hiervan wordt éénmalig afgeweken voor boekjaren die afsluiten na 31 december 2023. Voor één keer moet er enkel gekeken worden of de cijfers van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de criteria overschrijden (zie Wet van 15 mei 2024, artikel 145 en de informatie over de Fiscale definitie op deze VLAIO pagina). 

Om duurzaam woon-werkverkeer te bevorderen bestaan er voor de werkgever verschillende fiscale voordelen en subsidies van de Vlaamse overheid (Pendelfonds).

1. De Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1) die zopas werd gepubliceerd (BS 29 mei 2024), regelt ook het nieuwe tijdelijke belastingkrediet (zie Steun voor treinabonnementen > Nieuw tijdelijk belastingkrediet 2. Ondertussen werd ook het Koninklijk besluit van 15 mei 2024 tot wijziging van de bedrijfsvoorheffing gepubliceerd met de verhoging van de bovengrens in het kader van de fietsvergoeding (verhoging tot € 3.500 per werkgever en per werknemer) (zie (Para)fiscale vrijstellingen voor het gebruik van de (bedrijfs)fiets).

Om ondernemers te ondersteunen voorziet de federale overheid dat bepaalde kosten voor meer dan 100% fiscaal aftrekbaar zijn. Hierbij lichten we er een aantal toe.

Zelfstandigen en vrije beroepen kunnen genieten van een verhoogde aftrek tot 120% voor werkgevers die in het kader van het woon-werkverkeer van hun personeelsleden in een fietsenstalling voorzien (al dan niet met kleedruimten en douches) of bedrijfsfietsen aankopen (inclusief herstellen en onderhouden). Deze aftrek wordt afgeschaft vanaf aanslagjaar 2026 (inkomstenjaar 2025) naar aanleiding van het invoeren van een verhoogde thematische investeringsaftrek voor investeringen in o.a. fietsen en fietsinfrastructuur (zie ook de Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1), artikel 2 (BS 29 mei 2024).

Ondernemingen kunnen voor de uitvoering van bepaalde investeringen een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen aftrekken van de belastbare winst. Vooral de verhoogde aftrekken zijn belangrijk: onder andere voor energiebesparende investeringen, beveiliging, digitale investeringen en milieuvriendelijke investeringen in O&O.

1. De Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1) werd ondertussen gepubliceerd (BS 29 mei 2024). Deze wet hervormt de investeringsaftrek (Hoofdstuk 1) en zal van toepassing zijn op vaste activa die vanaf 1 januari 2025 worden verkregen of tot stand gebracht. Zodra de vier investeringslijsten van de verhoogde thematische aftrek beschikbaar zijn brengen we je hiervan op de hoogte via deze nieuwsbrief. Een korte toelichting van deze hervorming kan je al vinden in deze maatregel. 2. Via het Bericht in verband met de investeringsaftrek (BS van 30 april 2024), worden jaarlijks de percentages bekendgemaakt. Zoals verwacht zijn de tarieven van de verhoogde aftrekken gedaald t.o.v. vorig jaar. De informatie werd reeds verwerkt in deze maatregel.

Via de innovatieaftrek (of aftrek voor innovatie-inkomsten) kunnen netto-inkomsten voortvloeiend uit een aantal intellectuele eigendomsrechten voor 85% vrijgesteld worden van vennootschapsbelasting. Slechts 15% is belastbaar. Dit zorgt voor een effectieve belastingdruk over deze inkomsten van maximum circa 4%.

Als er onvoldoende belastbare winst is om de innovatieaftrek toe te passen, mag het niet-afgetrokken gedeelte overgedragen worden naar de volgende belastbare tijdperken. De Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (1), artikel 24, die zopas werd gepubliceerd (BS 29 mei 2024), voegt daar nu een extra overdrachtsmogelijkheid aan toe. Ook al is er voldoende belastbare winst, dan kan een vennootschap ervoor kiezen om de (overgedragen) innovatieaftrek niet (geheel of gedeeltelijk) toe te passen maar de aftrek om te zetten in een niet-terugbetaalbaar belastingkrediet voor innovatie-inkomsten. Dit nieuwe belastingkrediet voor innovatie-inkomsten wordt verrekend met de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners/vennootschappen. Het bedrag van het belastingkrediet is gelijk aan het bedrag van de innovatieaftrek die niet (geheel of gedeeltelijk) in mindering werd gebracht, vermenigvuldigd met het gewone tarief van de vennootschapsbelasting. Deze mogelijkheid gaat in vanaf aanslagjaar 2025.