Tijdelijke werkloosheid om economische redenen (overgangsmaatregel)

Laatst gewijzigd op 10 nov 2020 (Alle wijzigingen)
Geen aanvraag meer mogelijk

Samengevat

Voor wie
werkgevers
Voor wat
tijdelijke werkloosheid ingevolge coronavirus
Subsidie
verhoogde RVA-uitkering voor de werknemers

Wat houdt de maatregel in

Werkgevers die tijdelijk geen werk konden verschaffen aan hun werknemers, door een vermindering van de omzet, de productie, het cliënteel of het aantal bestellingen wegens het coronavirus, konden onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op dit systeem.

Deze overgangsmaatregel liep tot eind 2020. 
De Federale Regering heeft op 6 november 2020 beslist om de vereenvoudigde procedure voor tijdelijke werkloosheid opnieuw in te voeren voor alle werkgevers en werknemers (arbeiders en bedienden) van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021. Hierdoor kan kan vanaf die datum alle tijdelijke werkloosheid te wijten aan het coronavirus opnieuw worden beschouwd als Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona

Tijdelijke werkloosheid - arbeiders

Wat houdt de maatregel in

Als onderneming kan je een regeling van tijdelijke werkloosheid ingevolge werkgebrek invoeren indien je het personeel niet kan blijven tewerkstellen volgens het bestaande arbeidsritme. 

    2 regimes

    In functie van het werkgebrek, kan je een regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid invoeren.

    Volledige schorsing
    Maximum tot eind 2020

    geen enkele werkdag

    8 weken in plaats van 4 weken

    Gedeeltelijke arbeid
    Maximum tot eind 2020
    minder dan 3 werkdagen per week 18 weken in plaats van 3 maanden
    ten minste 3 werkdagen per week geen beperking volgens de wet *
    minder dan 1 werkweek op 2 (ten minste 2 werkdagen tijdens de gewerkte week) 18 weken in plaats van 3 maanden
    1 volledige werkweek op 2 geen beperking volgens de wet *

    * De periode mag niet langer zijn dan 12 maanden.

    Wie komt in aanmerking
    Omvang steun

    De werknemers kunnen genieten van een RVA-uitkering van 70% van hun begrensd gemiddeld loon, met een maximum van € 105,9523 bruto per dag of € 2.754,76 per maand. 

    Op het bedrag van de tijdelijke werkloosheidsuitkering wordt normaal een bedrijfsvoorheffing van 26,75% ingehouden. Dit percentage wordt voor de uitkeringen die betrekking hebben op de periode vanaf mei 2020 tot en met
    december 2020 werd verlaagd tot 15%.

    Werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld wegens werkgebrek op grond van economische oorzaken, hebben ook recht op een supplement van minstens € 2 ten laste van de werkgever (of van het fonds voor bestaanszekerheid), naast hun werkloosheidsuitkering voor elke werkloosheidsdag.

    Aanvraagprocedure

    De gewone procedure is hier terug geldig:

    • Elektronische mededelingen tijdelijke werkloosheid moeten terug worden verstuurd naar de RVA (voorafgaandelijke mededeling van de voorziene werkloosheid en mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag).
    • Controleformulieren C3.2A moet worden afgeleverd aan de werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld en deze moeten ingeschreven worden in het validatieboek.
    • Eventueel moet er een ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’ worden verstuurd (bv. wanneer de werknemer voor de eerste keer tijdelijk werkloos gesteld of indien de contractuele arbeidsduur wijzigt)
    • Na het einde van elke maand moet er een ASR-scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden’ worden verstuurd (zie infobladen E22).
    Opgelet

    De voorwaarden zijn enkel van toepassing bij het ontbreken van een sectoraal KB waarin de bedrijfssectoren hun eigen regels hierover hebben vastgelegd. Deze sectorale bepalingen kunnen gaan over de duur van de schorsing en/of de voorwaarden om de werknemers te informeren. Ze zijn van toepassing, zelfs als ze strikter zijn dan de bepalingen van de wettelijke regeling. Contacteer je Sociaal Verzekeringsfonds voor meer informatie. 

    Meer informatie

    Tijdelijke werkloosheid – bedienden

    Wat houdt de maatregel in

    Als onderneming kan je een regeling van tijdelijke werkloosheid ingevolge werkgebrek invoeren indien je het personeel niet kan blijven tewerkstellen volgens het bestaande arbeidsritme. 

    2 regimes

    In functie van het werkgebrek, kan je een regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid invoeren.

    Volledige schorsing
    Maximum tot eind 2020

    geen enkele werkdag

    24 weken in plaats van 16 weken

    Gedeeltelijke arbeid
    Maximum tot eind 2020
    ten minste 2 werkdagen per week 34 weken in plaats van 26 weken
    Wie komt in aanmerking

    Bij de klassieke regeling moet het gaan om een onderneming in moeilijkheden. Bij de overgangsmaatregel gelden echter volgende versoepelde voorwaarden:  

    • de onderneming moet een substantiële daling van ten minste 10% van de omzet of de productie hebben in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2019;
    • de onderneming moet 2 vormingsdagen per maand aanbieden aan de getroffen bedienden.
    • de onderneming moet gebonden zijn door een sectorale cao, een ondernemingscao of een ondernemingsplan.
      • sectorale cao:
        • In dit kader werd op 18 maart 2020 een aanvullende cao (cao nr. 147) gesloten die van toepassing is op de ondernemingen waarin een dergelijke cao/ondernemingsplan ontbreekt. Ze geldt tot en met 30 juni 2020, maar zal waarschijnlijk worden verlengd;
        • een overzicht van de sectorale cao's kan je raadplegen worden in de module "CAO zoeken" op de website werk.belgie.be.
      • als de onderneming niet verbonden is door een collectieve arbeidsovereenkomst in de sector, dan moet er dus een collectieve arbeidsovereenkomst of  een ondernemingsplan neergelegd worden bij de griffie van de Algemene Directie Collectieve betrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg. De documenten moeten aantonen dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Een kopie van het plan moet ook worden bezorgd aan de ondernemingsraad of, bij gebrek, aan de vakbondsafvaardiging.
      • Het formulier C106A-CORONA-OVERGANGSSTELSEL (zie www.rva.be > documentatie > formulieren) moet worden ingediend bij de RVA (per aangetekend schrijven versturen naar de dienst Tijdelijke werkloosheid van het werkloosheidsbureau van de RVA bevoegd voor het ambtsgebied waar de maatschappelijke zetel van uw onderneming gevestigd is ( voor een snellere behandeling ook best per email versturen).
    Omvang steun

    De werknemers kunnen genieten van een RVA-uitkering van 70% van hun begrensd gemiddeld loon, met een maximum van € 2.754,76 per maand. 

    Op het bedrag van de tijdelijke werkloosheidsuitkering wordt normaal een bedrijfsvoorheffing van 26,75% ingehouden. Dit percentage wordt voor de uitkeringen die betrekking hebben op de periode vanaf mei 2020 tot en met
    december 2020 werd verlaagd tot 15%.

    Werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld wegens werkgebrek op grond van economische oorzaken, hebben ook recht op een supplement van minstens € 2 ten laste van de werkgever (of van het fonds voor bestaanszekerheid), naast hun werkloosheidsuitkering voor elke werkloosheidsdag.

    Aanvraagprocedure

    De gewone procedure is hier terug geldig:

    • Elektronische mededelingen tijdelijke werkloosheid moeten terug worden verstuurd naar de RVA (voorafgaandelijke mededeling van de voorziene werkloosheid en mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag).
    • Controleformulieren C3.2A moeten worden afgeleverd aan de werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld en deze moeten ingeschreven worden in het validatieboek.
    • Eventueel moet er een ASR scenario 2 ‘Aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid of schorsing bedienden’ worden verstuurd (bv. wanneer de werknemer voor de eerste keer tijdelijk werkloos gesteld of indien de contractuele arbeidsduur wijzigt)
    • Na het einde van elke maand moet er een ASR-scenario 5 ‘Maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid of uren schorsing bedienden’ worden verstuurd (zie infobladen E55).
    Opgelet

    Er kan ook gekozen worden voor de klassieke regeling. Hiervoor moet de onderneming wel erkend zijn als onderneming in moeilijkheden (artikel 77/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten). De cao of het ondernemingsplan kan dan afgesloten worden voor een langere duur en de verbintenis om 2 vormingsdagen per maand aan te bieden is niet voorzien in deze regeling. De procedure kan je raadplegen in het infoblad E54 en E55.

      Meer informatie