Wijzigingen aan Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

De juridische basis van de 'Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing' voor werkgevers die in de periode tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020 minstens één ononderbroken maand gebruik maakten van het stelsel van Tijdelijke werkloosheid werd gepubliceerd in de Wet van 15 juli 2020 (Hoofdstuk 1). 

Om de loonlasten te verminderen werd beslist om een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing toe te kennen aan werkgevers die in de periode tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020 minstens één ononderbroken maand gebruik maakten van het stelsel van Tijdelijke werkloosheid.
De maatregel is enkel van toepassing in juni, juli en augustus 2020. De vrijstelling zal 50% bedragen van het positieve verschil tussen de bedrijfsvoorheffing van de referentieperiode mei en de bedrijfsvoorheffing van de maanden juni, juli en augustus. Meer informatie in het Wetsontwerp houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III) dat werd aangenomen op 9 juli 2020, te raadplegen op de kamer.be (parlementair document 55K1390).

Om de loonlasten te verminderen werd door het Kernkabinet beslist om een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing toe te kennen aan werkgevers die in de periode tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020 minstens één ononderbroken maand gebruik maakten van het stelsel van Tijdelijke werkloosheid.
De maatregel is enkel van toepassing in juni, juli en augustus 2020. De vrijstelling zou 50% bedragen van het positieve verschil tussen de bedrijfsvoorheffing van de referentieperiode mei en de bedrijfsvoorheffing van de maanden juni, juli en augustus. Deze maatregel moet nog verder juridisch worden uitgewerkt en is dus nog niet operationeel. We houden je op de hoogte. Zie www.premier.be/nl/akkoord-kern-10-over-steunmaatregelen-voor-de-koopkracht-van-de-belgen-en-de-sectoren-moeilijkheden.

Vanaf 1 januari 2020 werden een aantal van deze gedeeltelijke vrijstellingen verhoogd: 1. Werkgevers uit de bouw- en aanverwante sectoren moeten vanaf dit jaar 18% (vorig jaar 6%) van de bedrijfsvoorheffing op de lonen van de tewerkgestelde werknemers in ploegverband op werven, niet doorstorten aan de fiscus. 2. Werkgevers uit de privé sector en kennisinstellingen kunnen van een vrijstelling van doorstorting van 80% genieten op de lonen van bepaalde onderzoekers. Voor een aantal bachelordiploma's werd de vrijstelling dit jaar opgetrokken van 40% tot 80% (evenwel beperkt tot 25 of 50% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma).

Deze gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting wordt enkel toegestaan voor welbepaalde gevallen. Zo zijn er reeds vrijstellingen voor: vergoedingen voor gepresteerd overwerk, bezoldigingen in de koopvaardij-, bagger- en sleepvaartsector, bezoldigingen van onderzoekers, bezoldigingen in de sector van de zeevisserij, vergoedingen voor ploegenarbeid en nachtarbeid, bezoldigingen van bepaalde sportbeoefenaars én bezoldigingen betaald in de profit- en non-profit sector (IPA-korting). Voor elk van deze gevallen gelden verschillende voorwaarden en vrijstellingsregels.