De binnenstad programmeren vanuit filosofie Griekse Agora
Centrumgebieden in transitie
Centrumgebieden staan onder druk. Veranderingen in consumentengedrag, online winkelen, nieuwe beleidsprioriteiten en stijgende vastgoedprijzen zorgen voor leegstand en een afname van levendigheid. Het traditionele model, waarin retail domineert, biedt niet langer voldoende houvast. De vraag rijst: hoe maken we centrumgebieden toekomstbestendig? Het antwoord schuilt in een meer veelzijdige benadering van de binnenstad. Het Nederlandse platform De Nieuwe Winkelstraat (DNWS) lanceerde in december 2024 een publicatie die inzichten geeft volgens de filosofie van de Griekse Agora.
De moderne Agora
Agora?
De Griekse Agora is een historisch concept uit het oude Griekenland en verwijst naar een open ruimte die diende als het sociale, politieke en economische centrum van een stad. Het woord ‘agora’ komt van het Griekse werkwoord ‘ageirein’, wat ‘verzamelen’ betekent. Het was letterlijk een verzamelplaats waar mensen elkaar ontmoetten voor handel, debat, rechtspraak en sociale interactie.
Waardecreatie via bredere functiemix
Net zoals in het oude Griekeland moet volgens het nieuwe rapport van DNWS terug meer de focus komen te liggen op een brede mix van functies enerzijds maar anderzijds ook op het aanmoedigen van ontmoeting in de kern. Het rapport gaat dieper in op drie sectoren die waarde kunnen toevoegen aan een centrum en ook bijdragen aan de ontmoetingsfilosofie: kunst & cultuur, ambachtelijke ondernemingen en zorg. Voor elke sector worden de ruimtelijke, sociale en financiële wensen, eisen en haalbaarheid onderzocht. Ook de kansen worden in het rapport uitvoerig besproken. In dit artikel vatten we die kansen kort samen.
Kunst & cultuur
De waarde van functies binnen de sector kunst & cultuur is voor centrumgebieden groot. Ze stimuleren ontmoeting, creëren identiteit, laten een eenvoudige wisselwerking toe met andere functies zoals horeca of retail, ze zijn van nature gericht op de kernen en ook de activiteiten zelf zijn vaak kwaliteitsboosters. Maar de sector beschikt doorgaans zelf niet over grote financiële middelen, de stakeholdersgroepen zijn omvangrijk in aantal en er is over het algemeen geen strategische aanpak bij vestigingskeuzes. Door de afhankelijkheid van externe financiering en vestigingsplaatskeuze ligt de grootste kans voor een lokaal bestuur in het verweven van deze functies. Ze kunnen als verbinder optreden door stakeholders bij elkaar te brengen in het kader van bijvoorbeeld projectontwikkelingen.
Cultuurmaker in Den Bosch
In de Nederlandsche gemeente Den Bosch werd bijvoorbeeld een cultuurmakelaar aangesteld die deze opdracht moet vervullen. Het takenpakket is bovendien ruimer dan enkel de invulling van panden. Ook in de openbare ruimte liggen kansen om samen met de kunst- en cultuursector te experimenteren en te ondernemen.
Cult Biz in Oostende
In de stad Oostende werd het initiatief Cult Biz gelanceerd in augustus 2024. Het is een samenwerking van het Economisch Huis Oostende en cultuurcentrum De Grote Post met als doel de culturele sector te verbinden met ondernemers in de vorm van een netwerk. Vanuit dit netwerk moet inspiratie en ook concrete actie ontstaan om de maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.
Ambachten en makers
De sector van ambachtelijke ondernemingen en makers heeft op zich al een activiteit die waarde toevoegt aan product of dienstverlening. Het vakmanschap zorgt bovendien voor een bepaalde sfeer en karakter wat de belevingswaarde van de activiteiten verhoogt. De sector heeft een sterke link met de lokale gemeenschap en is ook commercieel georiënteerd. Ze bedienen zowel de inwoners van het centrum als bezoekers van daarbuiten. Er zijn zowel in Nederland als in Vlaanderen een aantal overkoepelende organisaties die ambachten en makers in de kijker zetten. Maar op lokaal niveau is de organisatiegraad meestal eerder beperkt. De ondernemers zelf zijn doorgaans eerder kleinschalig waardoor financiële middelen voor bijvoorbeeld dure locaties eerder beperkt zijn. Je ziet ze vaak opduiken in de zijstraten van hoofdwinkelstraten of in zones buiten de centra. Voor lokale besturen ligt de kans bij het uitwerken van een duidelijk beleid dat onderscheid maakt tussen verweefbare en niet-verweefbare activiteiten. Beide moeten voldoende ruimte kunnen krijgen volgens het principe van het juiste bedrijf op de juiste plaats. Door het wegnemen van financiële drempels, het inperken van mogelijke hinder en het begeleiden van de makers bij een vestigingskeuze zullen verweefbare bedrijven gemakkelijker de weg naar het centrum vinden. Door deze activiteiten te clusteren breng je ondernemers met vakkennis en creativiteit samen.
NYMA-Nijmegen
In het Vasim-gebouw in Nijmegen worden sinds 2000 zowel kunstenaars als makers aangetrokken op basis van een tijdelijke bruikleenovereenkomst. Het NYMA-project kwam tot stand door een samenwerking met verschillende partijen en de gemeente als initiator. De aanwezigheid van een onafhankelijke kwartiermaker die een verbindende rol opnam is een grote meerwaarde.
Lutgartsite Beringen
Na de verhuis van de Sint-Lutgartschool in 2017 greep het lokaal bestuur de kans om de gebouwen te gebruiken als creatieve hotspot voor iedereen die wil ondernemen, creëren en beleven. De Lutgartsite bevindt zich direct naast het centrum en maakt er ook verbinding mee. Jonge of startende ondernemers kunnen er op een laagdrempelige manier hun concept uittesten. Daarnaast is er ook plaats voor ontmoeting, jeugd, cultuur en sport.
Zorgsector
De zorgsector is enorm omvangrijk en kent veel nichedomeinen. Zeker op de grens van nodige medische zorg en preventieve welzijnszorg ontstaan veel concepten die ook een commerciële insteek hebben. De organisatiegraad van de sector is groot maar tegelijkertijd ook versnipperd en sterk uiteenlopend. Alle zorgaanbieders hebben één grote gemene noemer die van belang kan zijn voor de centrumgebieden. Ze genereren allemaal grote bezoekersstromen. Denk maar aan de bezoekersaantallen van woonzorgcentra, drukbezochte huisartspraktijken, noodzakelijke uitleenpunten voor (para)medisch materiaal of de populariteit van alternatieve zorgverleners. De meningen zijn vaak nog verdeeld over welke functies wel of niet thuishoren in de klassieke winkelstraten. Vanuit de filosofie van de moderne Agora zijn er dan geen limieten en is het verwevingsprincipe primordiaal. De grootste kans voor lokale besturen ligt dan misschien wel het uitdragen van een visie en beleid die dit principe onderschrijft. Het is bovendien een maatschappelijke prioriteit om zorg bereikbaar te maken voor iedereen. Op niveau van grotere projectontwikkelingen is het de taak van de lokale overheid om de complementariteit met functies zoals bijvoorbeeld horeca te bewaken.
Wijkwinkelcentrum De Groote Wielen in Rosmalen
Een voorbeeld die het belang van de zorgsector aantoont is de ontwikkeling van wijkwinkelcentrum De Groote Wielen in Rosmalen. Aanvankelijk werd zo’n 8.000 m² bruto winkelvloeroppervlakte vooropgesteld. Dit plan werd onder invloed van een veranderende markt bijgesteld. Het centrum opende in september 2024 met twee supermarkten (samen goed voor 4.500 m² bruto winkelvloeroppervlakte), zeven winkels, drie horecazaken en een kapsalon. De overige ruimte werd ingenomen door de zorgsector met onder meer een huisarts, gezondheidscentrum, een praktijk voor fysiotherapie, een apotheek en een tandarts.
Verheydenstraat Dilbeek
De Verheydenstraat was enkele decennia geleden een belangrijke winkelstraat. Dienstverleners, horeca of andere functies waren er amper te bespeuren. Anno 2024 verdwenen een aantal winkels en zijn er andere functies zoals zorgactiviteiten bijgekomen. Je kan er onder meer een tandartspraktijk, een afdeling van het radiologiecentrum van UZ Brussel, een flink uitgebreide apotheek en een hoorcentrum vinden. De leegstand in de Verheydenstraat is zeer beperkt. Omdat deze functies zich in belangrijke mate richten op een ouder publiek die niet altijd even goed te been is; speelde de aanwezigheid van uitgebreide parkeermogelijkheden een belangrijke rol in de vestigingsplaatskeuze.
Werken aan de transitie via 10 speerpunten
Het rapport formuleert 10 speerpunten die kunnen helpen bij de transitie naar een bredere invulling van de kern:
- Doorbreek de retaildominantie: zorg voor een mix van functies die zowel economische als sociale waarde toevoegen. Centrumgebieden met een bredere functiemix hebben 30% minder leegstand dan traditionele winkelgebieden.
- Organisatie op huisvestingsvraagstukken: ondernemers en vastgoedeigenaars vinden elkaar doorgaans vrij goed. Andere sectoren blijven nog te vaak buiten die netwerken en verdienen ondersteuning om hun huisvestingsvraagstukken beter te beantwoorden.
- Ontwikkel functieflexibel: veel functies, zoals ambachten en culturele initiatieven, hebben behoefte aan betaalbare en aanpasbare ruimtes. Gemeenten en vastgoedbeheerders spelen hierin een cruciale rol.
- Van retailbeleid 2.0 naar retailbeleid 3.0: visies die nog opgebouwd zijn op basis van verouderde inzichten verdienen een actualisatie.
- Van compact centrum naar brede binnenstad: het inkrimpen van kernwinkelgebieden werd vaak de laatste jaren vaak als oplossing gezien. Maar vitale binnensteden met een brede programmatie vereisen niet minder maar net meer ruimte. Het clusteren van activiteiten binnen de brede binnenstad verdient dan wel de juiste aandacht.
- Van Gouden Driehoek naar Gouden Cirkel: het concept van ondernemers, vastgoedeigenaars en de gemeenten als gouden driehoek moet uitgebreid worden met andere stakeholders zodat een gouden cirkel ontstaat.
- Ga voor professioneel opdrachtgeverschap: door coöperatief te werken vanuit een professionele structuur wordt de kans verhoogd dat vastgoedprojecten naar wens gerealiseerd worden.
- Niet alleen ‘experts’ maar ook meer ‘kwartiermakers’: om van theoretische ambities en actieplannen naar uitvoering te gaan kan een kwartiermaker een verschil maken door mensen écht te gaan verbinden en ze aan te sporen tot actie.
- Benader vastgoedpartijen open en actief: vermijd vooroordelen en ga uit van een aanpak die alle soorten vastgoedpartijen op maat aanspreekt via dialoog.
- Attitude is essentieel - voor iedereen: omdat het een veranderingsproces betreft moet het gaan om een gedeelde ambitie voor iedereen. Dat kan enkel ontstaan door iedereen kans te geven specifieke belangen constructief mee aan tafel te brengen.