De Vitrine

Groen voor iedereen via eenvoudige vuistregel bij stadsplanning

Hitte-eilandeffect

Door de klimaatverandering wordt het steeds warmer. Dit tekent zich vaak af in stedelijke gebieden die in de zomer gebukt gaan onder het zogenaamde hitte-eilandeffect. Dit betekent dat het in de stad zelf warmer wordt dan op plekken buiten de stad omdat bebouwing en verharding meer warmte vasthouden. Steeds meer steden en gemeenten raken er dan ook van overtuigd dat bomen en andere natuurelementen meer ruimte moeten krijgen binnen de stedelijke context. Vergroening zorgt niet enkel voor de broodnodige verkoeling in de stad. Stedelijke natuur is ook cruciaal voor de gezondheid, de levenskwaliteit en het welzijn van de stad en zijn inwoners. 

3-30-300

Cecil C. Konijnendijk, directeur van het Nature Based Solutions Institute en opleidingshoofd aan de University of British Columbia in Canada, introduceerde in 2021 de 3-30-300-vuistregel. Deze regel kan dienen als leidraad voor steden en gemeenten die meer stadsbomen en andere stedelijke natuur in hun wijken willen inbedden. De vuistregel stelt het volgende:

  • 3 bomen zichtbaar vanuit ieder huis. Daarbij gaat het bij voorkeur om inheemse bomen met een redelijke omvang. 
  • 30% groenbedekking per wijk. In wijken zou minstens 30% van de oppervlakte ‘bedekt’ moeten zijn door een bladerdek. Steden mikken best op een nog hoger percentage. 
  • 300 meter tot de dichtstbijzijnde groene ruimte. Niemand mag op meer dan 300 meter van een park wonen. Dit staat gelijk aan een wandeling van 5 à 10 minuten tot de dichtstbijzijnde groene ruimte. 

Van hitte-eiland naar groeneiland: een hele uitdaging!

De regel mag dan wel als vuistregel geponeerd worden, toch bevestigen academici dat het gaat om een wetenschappelijk onderbouwde tool die vooral overheden moet helpen bij het plannen én monitoren van stadsgroen. Onder meer de KU Leuven voerde uitgebreid onderzoek. De regel helpt overheden bijvoorbeeld om het stadsgroen per wijk in kaart te brengen en om beleidsbeslissingen te nemen opportuniteiten zich voordoen. Als er bijvoorbeeld een straat moet opengebroken worden in een wijk die maar voor 10% bedekt is met groen, kunnen er snelle winsten geboekt worden door in één beweging bijkomende bomen te planten. Het gaat echter niet om het aantal bomen, maar wel om de boomkroonbedekking. Dus ook de groeiplaatsen en bescherming van die groeiplaatsen is belangrijk. Aansluitend kan dan bijvoorbeeld overwogen worden om de straat waterdoorlatend te maken om het groen te laten floreren. 

Vergroening in Vlaanderen

De 3-30-300-regel werd in maart 2024 aangekondigd door Agentschap Natuur & Bos als nieuwe groennorm. De regel moet het ruimtelijk beleid een onderbouwd kwantitatief kader bieden om de verstedelijkte omgeving leefbaar te houden. Er is momenteel nog geen kwalitatief kader maar er bestaan wel handige hulpmiddelen. Voorbeelden daarvan zijn hier te vinden:

Project voor vergroening in Arnhemse wijken

De Nederlandse stad Arnhem is sinds begin 2024 aan de slag met de 3-30-300-regel en zette flink in op het vergroenen van de stad met als doel de stad klimaatbestendig te maken en leefbaar te houden. Aan de hand van onder andere luchtfoto’s werden de Arnhemse wijken en buurten in kaart gebracht om te bepalen of deze wijken al dan niet aan de regel voldoen. Uit de analyse bleek dat er in Arnhem nog verschillende knelpunten zijn. Het zijn plekken waar te weinig bomen staan of plaatsen waar de bomen nog te jong zijn en/of geen ideale groeiomstandigheden hebben. Op basis van deze analyses werd berekend hoeveel bomen en groene ruimte de stad nog nodig heeft. Wijken of gebieden die niet voldoen aan de 3-30-300 staan het hoogst op de agenda. Daarnaast kijkt de stad ook kritisch naar de gebruiksmogelijkheden van de groene ruimte en wil het de kwaliteit van het bestaande groen verbeteren zodat het geschikt is voor sport, recreatie en spel. 

Bewegend bos

Eén van de projecten in Arnhem die aansluit op de ambitie om de 3-30-300-regel op de volledige stad toe te passen, is het Bewegend Stadsbos. Dit mobiele bos, bestaande uit verrijdbare bakken met meerdere groepen bomen, laat inwoners en bezoekers tijdelijk ervaren hoe een vergroende en meer klimaatadaptieve ruimte eruitziet en wat de voordelen ervan zijn. Dit tijdelijke project wordt dan met de inwoners besproken om te zien of en hoe permanent groen kan geïnstalleerd worden. Het bos werd voor het eerst opgesteld op het Johnny van Doornplein in de binnenstad. Dit plein wordt binnenkort vernieuwd met veel kansen voor permanent groen. 

De 3-30-300-regel toepassen in jouw wijk of gemeente

Zie je even door de bomen het bos niet meer? Met deze stappen kun je de vergroening van jouw stad of gemeente inzetten.

  1. In kaart brengen van de gebieden met hoge bevolkingsdichtheid en lage socio-economische status
    Wijken met een hoge bevolkingsdichtheid en lage socio-economische status moeten prioritair behandeld worden omdat de impact van meer groen op gezondheid en welzijn hier hoger is dan elders. Het opdelen van het gebied helpt om de ontwikkeling van stadsgroen gerichter en doelmatiger te plannen. 
  2. In kaart brengen van de huidige groensituatie per wijk
    In deze stap wordt gekeken waar de nood aan groen het hoogst is. Het is voor de meeste gemeenten immers niet mogelijk om alle wijken in één beweging aan te pakken. Per wijk moet gekeken worden of er reeds voldaan wordt aan de 3-30-300-regel en, zo niet, hoe dringend de nood aan groen is. Wijken met de hoogste nood zijn prioritair. 
  3. Bepaling van de prioriteit per wijk 
    De bevolkingsdichtheid, socio-economische status en huidige groensituatie worden nu geïntegreerd bekeken. Op basis van stappen 1 en 2 kunnen nu de wijken bepaald worden waar de nood aan groen het hoogst is. Dit zijn de wijken met een hoge bevolkingsdichtheid, een lage socio-economische status en waar op dit moment niet aan de 3-30-300-regel wordt voldaan.  
  4. Houd rekening met openbare werken 
    Om dubbel werk te voorkomen, is het slim om de aankomende openbare werken in kaart te brengen. Op die manier wordt voorkomen dat eenzelfde straat twee keer wordt opengebroken. 
  5. Plan het groen in
    Natuurlijk zijn inheemse grote bomen goud/hout waard voor de stad, maar denk ook eens out of the box! Alles kan: plant een heus voedselbos aan in de stad, introduceer wadi’s in de gemeente om overstroming en droogte tegen te gaan, denk aan verticale tuinen en gevelplanten, maak straten en parkeerplekken waterdoorlatend, creëer landbouw in de stad en daktuinen … Met een beetje creativiteit en het nodige enthousiasme kan het allemaal!

Wil je nog meer weten of de 3-30-300-regel? Bekijk dan zeker volgende webinar gegeven door Cecil C. Konijnendijk. 

Delen:

Jouw mening:
0
0
0
0