De Vitrine

Samenwerken als sleutel tot toekomstbestendige centrumgebieden

De uitdaging: een gezamenlijke aanpak

Centrumgebieden staan voor complexe uitdagingen: leegstand, de opkomst van e-commerce en veranderende verwachtingen van bezoekers en bewoners. Hoe zorgen we ervoor dat centrumgebieden relevant blijven? Zowel in Vlaanderen als Nederland zet men in op samenwerking als oplossing. In Vlaanderen werd via het collectieve leertraject ‘Samenwerking-Visie-Centrummanagement’ een lans gebroken voor samenwerking als hefboom voor veerkrachtige steden. In Nederland biedt het handboek "Samen werkt!" een blauwdruk voor centrumorganisaties van de toekomst.

Van visie tot actie in Vlaanderen

Tijdens het collectieve leertraject ‘Samenwerking-Visie-Centrummanagement’, een initiatief van VLAIO, kwamen experts en beleidsmakers samen om te reflecteren op hoe samenwerking kan dienen als hefboom voor een duurzame stedelijke toekomst.

Een gedeelde visie als fundament

Samenwerking is een krachtig middel, maar het is alleen effectief als het steunt op een heldere visie. Het traject benadrukte het belang om vanuit een gedeeld doel naar concrete acties te werken. Centrummanagement, vaak genoemd als een vorm van samenwerking, is slechts één van de vele mogelijke manieren om een centrumgebied toekomstbestendig te maken. De rol van samenwerking werd in het traject gekaderd binnen een groter ecosysteem waarin ook informatie, juridisch kader, strategie en instrumentarium cruciale elementen zijn. Samen bepalen deze aspecten hoe verschillende dimensies van een bedrijvige kern worden aangestuurd.

Van losse verbanden naar structurele samenwerking

Samenwerking in handelskernen is niet nieuw. Historisch vonden ondernemers elkaar in dekenijen, gilden, handelsverenigingen of adviesraden. Deze organisaties richtten zich vaak op praktische zaken zoals het organiseren van braderijen of eindejaarsacties. Hoewel waardevol, waren deze verbanden vaak vrijblijvend, afhankelijk van een kleine groep trekkers en al zeker niet ingebed in een strategisch kader. Bovendien veranderde het profiel van ondernemers. Waar handelaars vroeger vaak boven hun zaak woonden en sociaal betrokken waren, zien we nu een toename van filialisering en een afname van lokale binding. De beperkingen van deze informele samenwerkingen werden duidelijk:

  • Vrijwilligheid leidde vaak tot vrijblijvendheid.
  • Een kleine kern van trekkers raakte uitgeput zonder opvolging.
  • Financiering was elk jaar onzeker en werd steeds meer afhankelijk van bijdragen van stad of gemeente.
  • De veranderende samenstelling van winkelkernen en een stijging in leegstand drukten op het draagvlak.
  • De consument verandert maar ook de ondernemer verandert
Bron: CityD | Mathias Declerck

Een bredere coalitie van partners

Vandaag is er een nieuw besef: een veerkrachtige binnenstad vraagt samenwerking tussen alle belanghebbenden, van ondernemers en lokale overheden tot vastgoedeigenaren en bewoners.

  • Ondernemers zijn een cruciale groep, al voelen niet alle ondernemers zich vertegenwoordigd door bestaande verenigingen.
  • Lokale overheden hebben een sleutelrol met hun bevoegdheden over mobiliteit, vergunningen, toerisme en openbare ruimte. Een breed draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie is essentieel.
  • Vastgoedeigenaren dragen bij aan de uitstraling en sfeer van de binnenstad. Zowel investeerders als eigenaar-gebruikers moeten mee betrokken zijn in het verhaal.
  • Bewoners en bezoekers – vaak ongeorganiseerd – bepalen met hun ervaringen en keuzes mede het succes van de binnenstad. Goede communicatie is essentieel om hen te betrekken bij gezamenlijke initiatieven.
  • Vertegenwoordigers van diensten, cultuur, kunst, verenigingen of andere belangrijke stakeholders blijven nog te vaak ongehoord maar zijn wel essentieel om verweving na te streven.

Kritische succesfactoren voor samenwerking

Samenwerking staat of valt met een aantal cruciale randvoorwaarden:

  • Gelijkwaardigheid: Alle partijen, van handelaars tot bewoners, moeten zich gehoord voelen. Het mag niet zo zijn dat een kleine groep de agenda bepaalt. Dat vraagt om gestructureerde communicatiekanalen waarin diverse belangen gelijkwaardig kunnen worden besproken. Door participatieprocessen te organiseren, kunnen alle belanghebbenden bijdragen aan de gezamenlijke visie en acties.
  • Structurele middelen: Een duurzaam beleid vraagt een langetermijnvisie met structurele financiering. Ad hoc-begrotingen ondermijnen continuïteit en brengen initiatieven in gevaar. Structurele middelen kunnen worden gewaarborgd door vaste budgetten binnen de gemeentelijke begroting, fondsen vanuit samenwerkingsafspraken, of door het aantrekken van externe financiering. Dit zorgt ervoor dat plannen op lange termijn haalbaar blijven.
  • Flexibiliteit: Naast handel moeten ook andere functies zoals wonen, diensten en socio-culturele voorzieningen een plek krijgen in de binnenstad. Ook de vertegenwoordigers van deze diensten moeten een stem krijgen.
  • Actiegerichtheid: Een visie moet gekoppeld worden aan concrete acties met duidelijke deadlines. Zonder een duidelijke tijdlijn en verantwoordelijkheden blijft een visie vaak een papieren werkelijkheid. Door middel van actieplannen met meetbare doelen kunnen resultaten continu worden gemonitord en bijgestuurd waar nodig.

Verhelderend bordspel

Belangrijke uitdagingen binnen samenwerking is om constructief te blijven, compromissen te maken en creatieve oplossingen te bedenken. Om dit te doen moet er een goed wederzijds begrip zijn van de verschillende kaders waarbinnen alle stakeholders opereren. Hiervoor moeten de stakeholders met elkaar in dialoog. Om dit te faciliteren werd daarom tijdens één van de collectieve leertrajecten een bordspel geïntroduceerd. Het spel ‘Bouwen aan een sterke binnenstad’ werd aanvankelijk ontwikkeld door het Platform Binnenstadsmanagement maar ondertussen bestaat ook een Vlaamse variant van het bordspel. Elke deelnemer vertegenwoordigt een verschillend type stakeholder: vastgoedeigenaar, gemeente, handelaar, horeca-uitbater, culturele organisatie, bewoner, enzovoort. Net zoals in de echte wereld moet je in het spel samen investeren, budgetten bewaken, kennis opbouwen, vraagstukken oplossen of interventies doen. Aan de hand van opdrachten gaan de partijen met elkaar in gesprek en wisselen zij hun ideeën en verwachtingen uit over rollen, taken, verantwoordelijkheden en organisatiestructuren. Door in de rol van een andere stakeholder te kruipen komen waardevolle inzichten boven die constructiviteit en actiegerichtheid ten goede komen. Het doel is het centrumgebied naar een hoger niveau te tillen.

Nederlandse organisatiemodellen op maat 

Het werkboek Samen werkt! is een initiatief van de Nederlandse organisatie De Nieuwe Winkelstraat en schetst een aantal organisatiemodellen voor centrumorganisaties. Elk organisatiemodel heeft andere kenmerken. Om het geschikte model te kiezen wordt een kwadrantverdeling gemaakt op basis van enerzijds de complexiteit van het centrumgebied en anderzijds op basis van de ambities van de organisatie. Enkele opvallende modellen zijn:

  • De Publiek-private samenwerkers: waar publieke en private partijen intensief samenwerken aan langetermijnambities. Het model is geschikt voor organisaties met bovengemiddelde tot zeer grote ambities.
  • De Koepelregisseurs: in dit model geschikt voor eerder complexe centrumgebieden met gemiddelde ambities ligt de focus op het vertegenwoordigen van individuele belangen via één gemeenschappelijke visie.
  • Langetermijndoeners: een model gericht op continuïteit en professionaliteit, geschikt voor complexe centrumgebieden.
  • De Bottom-Up bijdragers: ideaal voor minder complexe gebieden met beperkt ambitieniveau. Enthousiaste ondernemers dragen vrijwillig bij aan de uitvoering van activiteiten die één afgebakende ambitie moeten realiseren.

Aan de hand van ontwikkelingskaarten en een praktisch werkboek krijgen organisaties de juiste handvaten om aan de slag te gaan.  

Samenwerken is de toekomst

De toekomst van de Vlaamse kernen hangt nauw samen met de mate waarin samenwerking kan worden gefaciliteerd. Het vraagt een gezamenlijke inzet van ondernemers, lokale overheden, vastgoedeigenaren en bewoners om een veerkrachtige en aantrekkelijke kern te bouwen. Alleen door samen de handen uit de mouwen te steken, kunnen we de kernen klaarmaken voor de uitdagingen van morgen. Samenwerking kan georganiseerd en geprofessionaliseerd zijn. Maar ook bottom-up initiatieven moeten ruimte en steun kunnen krijgen zonder vast te lopen op te sterk regulerende kaders.

Delen:

Jouw mening:
0
0
0
0