Wie kan van deze subsidie gebruik maken en waar moet je rekening mee houden?
Elke organisatie met rechtspersoonlijkheid kan een EFRO-project indienen. Projecten kunnen worden uitgevoerd door de indiener (promotor) of door een consortium (promotor en copromotoren), indien het staatssteunregime dit toelaat. Uitsluitend (co)promotoren kunnen kosten indienen die voor subsidies in aanmerking komen.
Het is een belangrijke voorwaarde dat jouw EFRO-project aansluit op een klimaatplan (SEAP) van het lokaal bestuur waar het project uitgevoerd wordt. Dit klimaatplan moet goedgekeurd zijn door de gemeenteraad. Samenwerking met andere lokale besturen binnen het project wordt aanbevolen. Deze hoeven zelf niet over een klimaatplan te beschikken. Projecten kunnen zowel uitgevoerd worden door lokale besturen als door andere organisaties, zolang voldaan is aan de voorwaarde van inpasbaarheid in een klimaatplan van een lokaal bestuur.
Daarnaast moet het EFRO-project ook aansluiten op het mobiliteitsplan van de lokale overheid waar het EFRO-project wordt uitgevoerd.
Het SEAP, en het mobiliteitsplan vormen verplichte bijlages bij het indienen van een EFRO-project.
Welke kosten komen in aanmerking?
Binnen deze oproep zijn de kostenrubrieken investeringen, werking, externe prestaties, personeel en overhead voorzien. De kosten die voor het EFRO-project in aanmerking komen, zijn vaak ook afhankelijk van het staatssteunregime. Als het project onder de staatssteunregels valt, mogen in geen geval al onomkeerbare activiteiten (werken, aanstellen aannemer,…) worden uitgevoerd of kosten worden gemaakt vóór indiening in het E-loket.
Meer informatie over de kostenrubrieken is terug te vinden in de Programmahandleiding.
Financiering
Projecten moeten beschikken over een sluitend financieel plan. Bij projectindiening moeten minimaal de cofinancieringsaanvragen toegevoegd worden, indien er sprake is van externe financiers. Ook de eigen bijdrage van de partners (zowel van promotor als van copromotoren) en eventueel het privaat karakter ervan (indien de staatssteunregels dit noodzakelijk maken), moeten aangetoond worden.
Uitbetaling van EFRO-steun is uitsluitend mogelijk op basis van gemaakte en bewezen kosten. Het project moet dus in eerste instantie in staat zijn om de projectkosten zelf voor te financieren. Vooraleer een project kan goedgekeurd worden, zal de kredietwaardigheid van de (co)promotor aangetoond moeten worden.
Indicatoren
Voor deze oproep zijn volgende indicatoren van toepassing geacht. Bij de opmaak van een projectvoorstel vragen we om een onderbouwde en realistische raming te maken van de bijdrage van jouw project tot deze indicatoren, waar projectspecifiek relevant. Deze waarden worden tijdens de uitvoering van het project gemonitord.
Resultaat of Output | Indicator Code | Naam Indicator |
---|---|---|
Output | RCO 58 | Ondersteunde specifieke fietsinfrastructuur |
Output | SOI 24 | Aantal weggewerkte knelpunten gericht op multimodaliteit voor goederenverkeer |
Output | SOI 25 | Aantal ondersteunde demonstraties en pilots die leiden tot verbeterde stedelijke mobiliteit |
Output | RCO 60 | Steden en gemeenten met nieuwe of gemoderniseerde gedigitaliseerde stadsvervoerssystemen |
Resultaat | RCR 64 | Jaarlijks aantal gebruikers van specifieke fietsinfrastructuur |
Resultaat | SRI 01 | Aantal mensen dat gebruik maakt van verbeterde stedelijke mobiliteit |
Resultaat | SRI 02 | Bijkomend tonnage dat duurzaam wordt vervoerd |
Binnen welke termijn moet een project gerealiseerd zijn?
De projectduur bedraagt in principe maximaal 3 jaar voor investeringsprojecten. Investeringsprojecten zijn projecten die voor méér dan 50% uit investeringskosten bestaan .
Projecten die onderhevig zijn aan de staatssteunregels mogen in geen geval starten vóór indiening in de het E-loket.