Info voor projectindieners

Cofinanciering

De steun die je voor je projectvoorstel vanuit EFRO ontvangt, bedraagt over het algemeen ongeveer 50% of 60% van de projectkosten. De overige financiering dien je als projectpartner zelf aan te dragen. Projectpartners kunnen daar eventueel voor aankloppen bij publieke of private sponsors, meestal andere overheden. In functie van hun (beleids)prioriteiten en financiële draagkracht gaan deze laatsten al dan niet op dergelijke vragen in.

Let op: er wordt meestal verwacht dat je als projectpartner ook zelf via eigen middelen aan de uitvoering van het project bijdraagt. Ook tellen Interreg-middelen en eventuele publieke cofinanciering(en), anders dan in programma’s die rechtstreeks door de Europese Commissie beheerd worden, mee voor het bepalen van staatssteunplafonds.

Voor eventuele cofinanciering vanuit de Vlaamse overheid kan je, afhankelijk van het thema van jouw Interreg-projectvoorstel, aankloppen bij de (meest) bevoegde minister.

De lijst van Vlaamse ministers en hun bevoegdheden vind je op www.vlaanderen.be/vlaamse-regering.

Ook de Vlaamse provincies voorzien in mogelijkheden tot cofinanciering van Interreg-projecten. 

Specifiek voor O&O&I projecten of projecten met een ondernemerschapsbevorderend karakter, kunnen cofinancieringsaanvragen worden gericht aan:

Matthias Diependaele
Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Innovatie en Industrie, Buitenlandse Zaken, Digitalisering en Facilitair Management
Kabinet Martelaarsplein
Martelaarsplein 19
1000 Brussel

Een kopie van cofinancieringsvragen voor dit soort projecten dient aan VLAIO te worden bezorgd. Dit ter attentie van:

Vlaamse Overheid
VLAIO
Mark Andries
administrateur-generaal
Koning Albert II laan 15 bus 331
1210 Brussel

Over het algemeen levert het agentschap voor elke aanvraag een advies aan de minister.

Er is geen specifiek formulier voor een cofinancieringsaanvraag: een gemotiveerde brief (al dan niet aangevuld met bijlagen) in combinatie met de projectaanvraag in zo finaal mogelijke vorm volstaan.

Er gelden ook enkele basisprincipes. Enkel de volgende thema’s/topics kunnen in aanmerking komen voor cofinanciering: primair O&O&I topics, secundair ondernemerschap(bevorderende) topics met in beide gevallen sterke link tot ondernemingen.

De budgettaire ruimte is zeer beperkt: enkel de echt goede dossiers met grote meerwaarde kunnen in aanmerking komen.

Vanuit financieel oogpunt moet de hefboom maximaal spelen: er wordt niet meer dan 20% gecofinancierd en – daar waar ze mee co-financieren - ook niet meer dan lokale instanties (provincie-stad-gemeente-andere) zelf bereid zijn om te cofinancieren.

Eventuele aanvragen worden door VLAIO beoordeeld op basis van een aantal beoordelingscriteria. Neem deze zeker door, zodat je kan inschatten of je kans maakt op cofinanciering en breng deze in rekening bij het schrijven van je cofinancieringsaanvraag.