Ruimte voor bedrijvigheid - Leidraad voor lokale besturen
Deze publicatie in opdracht van het Agentschap Innoveren & Ondernemen om schepenen en ambtenaren lokale economie te ondersteunen in het ontwikkelen van een bedrijfshuisvestingsbeleid.
De leidraad bevat handvaten om de huidige bedrijvigheid en het bestaande aanbod aan bedrijfsruimte in kaart te brengen, maar ook om de toekomstige vraag en aanbod aan bedrijfsruimte te onderzoeken. Vanuit de bepaling van zijn specifieke sterktes en zwaktes, kan de gemeente prioriteiten naar voren schuiven en acties uitrollen, al dan niet i.s.m. anderen en afhankelijk van de rol die ze wenst te vervullen. Ook wat dat betreft, wenst de leidraad te inspireren en te informeren.
De missie van de leidraad is volbracht wanneer het de lokale besturen aanzet om het thema bedrijfshuisvesting op de gemeentelijke agenda te plaatsen, daarbij weloverwogen keuzes worden gemaakt en de gemeente in staat is op een doelmatige manier met partners –zowel publieke als private- samen te werken.
Bijlagen
Studie: raming van de behoefte aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest
Agentschap Innoveren en Ondernemen staat in voor de onderbouwing van de ruimteclaim voor economische activiteiten, de monitoring van de vraag naar en het aanbod aan bedrijventerreinen, de beleidsopgave die hieruit voortspruit voor het beleidsdomein zelf maar ook voor de signaalfunctie naar de bevoegde planningsinstanties. Met deze studie wenst de Dienst Ruimtelijke Economie de benodigde ruimte voor economie te onderbouwen en te monitoren. De studie bestaat uit drie onderdelen: het analyserapport, het eindrapport, de technische handleiding. De bijhorende tabellen kunnen worden opgevraagd bij de Dienst Ruimtelijke Economie.
Studie: raming van de behoefte aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest – analyserapport
Het eerste deel van de studie, het analyserapport, geeft in de eerste plaats een beschrijvende analyse van de huidige situatie op vlak van economie en bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest. In een eerste hoofdstuk wordt de vraagzijde van naderbij bekeken. Er wordt vooral ingegaan op de algemene evoluties van de economie in het Vlaams Gewest. Dit via het analyseren van de evoluties op gebied van tewerkstelling en vergunningen van vloeroppervlakte voor industriële activiteiten. Daarna wordt dieper ingegaan op de aanbodzijde: hoeveel oppervlakte aan bedrijventerreinen is er in het Vlaams Gewest, welke spreiding nemen zij in, wat is hun morfologie, wat is het aandeel dat niet in gebruik is,... Ten slotte wordt dieper ingegaan op het snijvlak van deze vraag- en aanbodzijde: de huidige situatie op bedrijventerreinen zelf qua activiteiten, tewerkstelling, oppervlakte-inname en marktdynamieken.
Studie: raming van de behoefte aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest – eindrapport
In het tweede deel van de studie, het eindrapport, wordt op basis van de analyses een methodiek uitgewerkt en vervolgens de ruimtevraag voor bedrijventerreinen in Vlaanderen geraamd. De keuze van de verschillende methodologische stappen wordt gemotiveerd.
Studie: raming van de behoefte aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest: Technische handleiding
Het derde deel van de studie beschrijft hoe de methodiek kan toegepast worden. De methodiek kan gebruikt worden op verschillende ruimtelijke schaalniveaus. In de eerste plaats uiteraard op Vlaams niveau maar evengoed op lagere niveaus zoals de provincie of een subregio. De technische handleiding legt stap voor stap uit hoe de raming kan gebeuren. Er worden drie varianten uiteengezet om het model aan te passen op subregionaal niveau, gaande van een snelle raming tot een grondige subregionale analyse.
Subregionaal speerpuntenbeleid in Vlaanderen
Een eerste deel van de studie poogt het materiaal rond ‘strategische economische activiteiten’ te verzamelen en te reduceren tot een bruikbare set. Op een exploratieve manier wordt in kaart gebracht waar de ‘strategisch economische activiteiten’ zich in Vlaanderen bevinden. Een tweede deel van de studie tracht de slimme specialisaties binnen Vlaanderen, die in verschillende contexten werden ontwikkeld, in enkele consistente ruimtelijke beelden te synthetiseren. Er wordt dus gezocht naar een ruimtelijke typologie en synthese. In de laatste fase zullen er vanuit de voorgaande onderzoekstappen beleidsaanbevelingen voor de verruimtelijking van het Nieuw Industrieel Beleid vanuit een subregionaal perspectief worden geformuleerd.
Vestigingsgedrag van bedrijven in Vlaanderen, een analyse in functie van het ruimtelijk economisch beleid
Dit onderzoek werd uitgevoerd in de context van het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen (STOIO) onder het thema ‘Economische Geografie’. Er werd gevraagd om in functie van het ruimtelijk economisch beleid het vestigingsgedrag van bedrijven in Vlaanderen diepgaand te analyseren en van hieruit suggesties te doen voor een aangepast beleid inzake de segmentering van bedrijfslocaties. De analyse gebeurde op basis van de enquête die in functie van het Strategische Plan Ruimtelijke Economie (SPRE) werd uitgevoerd.
Strategisch Plan Ruimtelijke Economie – eindrapport
Het SPRE had als taak de niet altijd gemakkelijke relatie tussen economie en ruimte in beeld te brengen en een wetenschappelijk visie voor Vlaanderen uit te werken. Op deze basis wordt het mogelijk om ruimtelijk-economische thema’s beleidsmatig op een coherente manier te benaderen. Het SPRE heeft op dit terrein ongetwijfeld baanbrekend werk verricht.
Dit eindrapport bevat originele analyses van relevant statistisch materiaal en van een uitgebreide bevraging bij de Vlaamse bedrijven omtrent hun netwerking en hun vestigingsplaatsvoorkeuren. In de analyses wordt ingegaan op de positie van Vlaanderen in een West-Europese context, het economisch en geografisch functioneren van de Vlaamse netwerkonderneming, de ruimtelijk-economische structuur van Vlaanderen en de dynamiek hierin, het belang van de plattelandseconomie en de behoefte aan economische ruimte in Vlaanderen.
Studie naar de aard en vestigingsproblematiek van problematische ruimtevragers
Zeven sectoren met een problematische ruimtevraag werden in dit onderzoek nader onderzocht. Deze zeven sectoren werden geïdentificeerd in overleg met opdrachtgever en stuurgroep van de opdracht. Volgende sectoren kwamen naar voren als zijnde „problematische ruimtevragers‟: garages; afvalverwerkers; producenten van bouwmaterialen; TOP‟s (tijdelijke opslagplaatsen voor (verontreinigde) grond) en slibbewerkers; grondwerkers; tuincentra; biomassa-installaties.
Op basis van gesprekken met sectorvertegenwoordigers werd inzicht gekregen in de problematiek bij de zoektocht naar geschikte ruimte. De onderzoeksopdracht behelsde het opmaken van een socio-economische karakterisering van de sectoren, het inschatten van de ruimtevraag (kwantitatief en kwalitatief), en het formuleren van aanbevelingen.
Ruimtelijk-economisch onderzoek
Gids: tools bij bedrijfshuisvestingsbeleid
In deze gids - een aanvulling op de publicatie ‘Ruimte voor bedrijvigheid. Een leidraad voor lokale besturen.’ - geven we een overzicht van een aantal tools die je kunnen helpen bij de ontwikkeling van een bedrijfshuisvestingsbeleid.
De gids is opgevat als een stappenplan dat gevolgd kan worden om tot een breed gedragen beleid op vlak van bedrijfshuisvesting te komen. Bij elke stap staan tools vermeld die kunnen helpen bij de analyse van de huidige situatie in jouw gemeente, bij het opstellen van een visie en bij de realisatie van de visie. Op het einde van de gids wordt een kort overzicht gegeven van de verschillende tools die doorheen de gids te vinden zijn.