Marktkraam met gebreide mutsen

Organisatie van ambulante activiteiten en kermissen

Organisatie van kermisactiviteiten

Iedereen is ooit naar de kermis geweest. De ene is er gek op, voor de andere hoeft het misschien niet. Eén ding staat wel vast: de kermis is heel oud en van alle tijden.

De kermis is een levende en dynamische traditie. Ze is voortdurend in beweging en past zich op verschillend manieren aan, zodat het steeds weer nieuwe generaties weet aan te spreken. Het is een waar volkscultureel gegeven, ingebakken in het sociaal weefsel. Miljoenen mensen gaan jaarlijks naar de kermis om mensen te ontmoeten of om oude bekenden terug te zien. De sfeer, de attracties en de typische lekkernijen zijn belangrijke redenen om naar de kermis te gaan.

Werkplaats immaterieel erfgoed

Lokale besturen hebben een cruciale rol bij het organiseren van kermisactiviteiten. Een gemeente is vaak zelf de initiatiefnemer en organisator. Kermissen zijn de ideale kapstok om andere lokale activiteiten aan te koppelen: braderieën, jaar-, feest-, avond- en rommelmarkten. De kermis brengt iedereen in een gemeente of stad op de been en kan verbindend werken.

Om ervoor te zorgen dat de kermis in de toekomst ook voor de volgende generaties gewaarborgd is, is het belangrijk dat een gemeente bij het nemen van beleidsmatige beslissingen met betrekking tot het kermisaanbod rekening houdt met het bewaken van de cultuur en de tradities van traditionele kermissen. Zowel foorreizigers als de lokale besturen hebben baat bij een succesvolle kermis die goed georganiseerd is.

In 2024 werd de wetgeving aangepast om meer administratieve vereenvoudiging en rechtszekerheid aan foorreizigers te bieden. Het is aan de lokale besturen en de foorreizigers om deze vernieuwde regelgeving optimaal te benutten. Dialoog en samenwerking tussen gemeenten en foorreizigers zullen dit alleen maar versterken.

Veelgestelde vragen

  • 1

    Kermisactiviteiten kunnen uitgeoefend worden als de onderneming beschikt over:

    • Een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de kermisactiviteit toelaat;
    • Een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de kermisactiviteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico’s;
    • Een bewijs van inschrijving bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) met vermelding van het kentekennummer van zijn kermisattractie of kermisvestiging of van het voertuig dat de kermisattractie of de kermisvestiging vervoert;
    • Een bewijs dat aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid wordt voldaan wanneer voeding wordt verkocht (registratie, erkenning of toelating van het FAVV);
    • Een risicoanalyse, opstellingsinspectie, onderhoudsinspectie en periodiek nazicht wanneer het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron, betreft;
    • Een risicoanalyse, inspectieschema en onderhoudsschema wanneer het een attractie met speeltoestellen zonder aandrijving betreft.
  • 2

    Op dit moment zijn de meest voorkomende NACE-codes, zoals vastgesteld door Statbel, voor deze activiteiten:

    • 93.211 Exploitatie van kermisattracties;
    • 56.102 Eetgelegenheden met beperkte bediening in kramen en stalletjes voor onmiddellijke consumptie.

    Ga vooral na of de activiteiten overeenstemmen met de definitie van een kermisactiviteit. Soms kan dat ook binnen de NACE-codes 47.810 (markt- en straathandel in voedings- en genotmiddelen), 56.301 (andere drinkgelegenheden) of andere passen.

    Vanaf 1 januari 2025 wordt geleidelijk aan overgestapt naar nieuwe NACE-codes. In dat nieuwe systeem zijn de meest voorkomende NACE-codes voor kermisactiviteiten:

    • 93.291 Exploitatie van kermisattracties
    • 56.120 Activiteiten van mobiele eetgelegenheden
    • 56.309 Andere drinkgelegenheden
  • 3

    Voor een persoon die in het buitenland gevestigd is, gelden dezelfde voorwaarden als een persoon gevestigd in Vlaanderen. Via de btw-administratie kan die buitenlandse persoon zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen regelen. In sommige gevallen moet deze buitenlandse ondernemer over een beroepskaart beschikken.

  • 4

    De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris mogen op basis van de regelgeving ambulante en kermisactiviteiten het identiteitsbewijs van deze personen opvragen. Zo kan je bij het toewijzen of innemen van een standplaats of steekproefsgewijs controleren of de correcte persoon aanwezig is.

  • 5

    Neen. Sinds de wetswijziging in 2017 is een gemeente niet langer verplicht om haar ontwerp van reglement voor advies voor te leggen aan de Vlaamse minister bevoegd voor Economie. Ook moet het definitieve reglement niet meer aan VLAIO worden bezorgd. Gezien de openbaarheid van bestuur kan het gemeentelijk reglement te allen tijde worden opgevraagd.

    Je kan nog steeds juridisch advies bij VLAIO vragen via reglementen@vlaio.be.

  • 6

    Aanvragen voor een standplaats kan de gemeente of de concessiehouder onder meer weigeren op wettelijke gronden, gebaseerd op de wetgeving van de kermisactiviteiten zoals:

    • Wanneer de verkoop van bepaalde producten en diensten of categorieën van producten of diensten tijdens de uitoefening van de kermisactiviteiten de openbare orde of volksgezondheid, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Boek IX van het Wetboek van economisch recht, in het gedrang brengen.
    • Geen inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen hebben die de kermisactiviteit toelaat of de bijhorende documenten die niet in orde zijn of niet conform de wetgeving worden gebruikt.
    • De modaliteiten uit een gemeentelijk reglement niet worden gerespecteerd.

    Ze kan het, indien van toepassing, ook weigeren op grond van andere wetgeving, bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, voedselveiligheid enz. Echter, zij moet zorgen dat de weigering niet indruist tegen de principes van de Europese Dienstenrichtlijn.

  • 7

    Voor elke openbare kermis moet de gemeente of de concessionaris een plan van de standplaatsen opmaken en bijhouden. Het plan van de standplaatsen, ook vaak het kermisplan genoemd, is een onderdeel van het gemeentelijk reglement.

    De wet legt geen vormvereisten op. Belangrijk is dat de informatie over de standplaatsen duidelijk, ondubbelzinnig en volledig is en niet leidt tot interpretaties.

  • 8

    Ja. Als de gemeente of de concessionaris een standplaats op een openbare kermis definitief opheft, moet ze een minimumopzegtermijn van 12 maanden respecteren als de houder zijn abonnement definitief verliest. Als de abonnementhouder bij een verhuis zijn oorspronkelijke plaats definitief verliest maar het abonnement behoudt, bedraagt de minimumopzegtermijn 6 maanden. In geval van absolute noodzakelijkheid (bijvoorbeeld dringende wegenwerken of instructies van de brandweer) zijn voormelde opzegtermijnen niet van toepassing.

  • 9

    Ja. De gemeente is vrij via het reglement (eventueel apart retributiereglement) het standgeld te bepalen.

  • 10

    Een standplaats met abonnement kan worden overgedragen als aan drie voorwaarden voldaan is:

    • De overnemer is houder van een inschrijving in de Kruispuntbank van Onderneming die de kermisactiviteit toelaat en het bewijs levert waaruit blijkt dat hij in orde is met de verplichte documenten (verzekering, DIV, FAVV, veiligheidsattesten);
    • De overnemer zet de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater verder op de overgedragen standplaats, tenzij het gemeentelijk reglement een wijziging van specialisatie of technische specificatie toestaat;
    • Als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.

    Een overgedragen standplaats kan binnen het eerste jaar na de overdracht niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.

  • 11

    Neen. Het is niet vereist dat de overlater zijn kermisactiviteiten stopzet. Op die manier kunnen foorreizigers hun activiteiten geleidelijk afbouwen.

  • 12

    Ja. Zo zijn startende foorreizigers niet direct genoodzaakt een hele zaak over te nemen maar kunnen geleidelijk hun zaak uitbouwen.

  • 13

    Ja. In tegenstelling tot de openbare kermissen is er geen minimumopzegtermijn voorzien in de wet. Zij zal de opzegtermijn en modaliteiten in haar gemeentelijk reglement moeten opnemen.

  • 14

    De gemeente kan de organisatie van een openbare kermis in concessie geven aan een private organisator. Deze openbare kermis moet vermeld worden in het gemeentelijk reglement. De organisator van en de deelnemers aan deze kermis moeten alle verplichtingen uit de wetgeving en het gemeentelijk reglement volgen.

    De private organisator kan ook de toestemming aan de gemeente vragen om een private kermis te organiseren. Dan moet het als organisator niet de wettelijke toewijzingsmodaliteiten voor een standplaats volgen. Dat lijkt eenvoudiger, maar vergeet niet dat daarmee ook de wettelijke rechten van de foorreiziger (abonnementen, hun stilzwijgende verlenging, overdracht van een standplaats, enz.) niet van toepassing zijn.

  • 15

    In een gemeentelijk reglement kan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid krijgen om de plaatsen, dagen en uren van de openbare kermissen te bepalen en de bijhorende plannen van de standplaatsen te wijzigen.

    De individuele beslissingen over een foorreiziger neemt de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris.

  • 16

    Als een standplaats vrijkomt door een afwezigheid, moet de stad of gemeente deze standplaats toewijzen volgens de wettelijke criteria op basis van alle ingediende kandidaturen. De vervanger die de foorreiziger aanbracht kan een van deze kandidaten zijn.

  • 17

    Een register van kandidaturen wordt niet opgelegd door de wetgeving op de kermisactiviteiten. Voor de stad of gemeente kan een lijst van geïnteresseerde foorreizigers wel een hulpmiddel zijn om hen aan te spreken, bijvoorbeeld bij vrijkomende standplaatsen. Merk wel op dat ook andere foorreizigers, die niet op zo’n lijst staan, zich ook steeds kandidaat mogen stellen voor een vrijkomende standplaats.

  • 18

    De blauwe zone wordt courant gebruikt in de volksmond, maar staat niet letterlijk in de wetgeving op de kermisactiviteiten. Men verwijst met de blauwe zone naar de standplaatsen op een openbare kermis die voor de duur van die kermis worden toegewezen. Dergelijke standplaatsen zijn een uitzondering op de regel die alleen bij absolute noodzakelijkheid (bijvoorbeeld omdat de standplaats op privaat domein gelegen is) of bij hernieuwing van de kermis door de introductie van een nieuwe kermisactiviteit kan ingeroepen worden.

  • 19

    Nee, een standplaats in de blauwe zone kan alleen toegewezen worden voor de duur van die kermis.

  • 20

    Door de Vlaamse wetgeving kan een stad of gemeente op elk moment de documenten van een foorreiziger controleren en – waar nodig – ingrijpen. Tegelijkertijd brengen deze bepalingen een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee. Het is dan ook belangrijk om daar als stad of gemeente even bij stil te staan en een gepast en werkbaar systeem voor de controles uit te werken. Digitalisering, bijvoorbeeld via de tool Merke, kan daar mogelijk bij helpen.