Wie komt in aanmerking voor de oproep gebiedsregisseurs?

De subsidie wordt toegekend aan één gemeente, die tevens verantwoordelijk is voor de aanvraag. Het project heeft betrekking op het uitgiftebeleid of de herstructurering van een cluster van bedrijventerreinen in minstens twee gemeenten of in een nieuwe fusiegemeente voor zover er meerdere aanbieders of terreinbeheerders betrokken zijn.

De gebiedsregisseur die het mandaat of de opdracht heeft van de verschillende betrokken gemeenten voor de organisatie van het bovenlokaal uitgiftebeleid of de herstructurering van een cluster van bedrijventerreinen kan de hoedanigheid hebben van:

• Personeelslid van een gemeente;
• Personeelslid van een intercommunale;
• Personeelslid van een POM of provincie;
• Externe dienstverlener.

Aan welke voorwaarden moet een project voldoen om deze steun te genieten?

Projectvoorstellen moeten volledig, ontvankelijk en gegrond zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie. Een dossier wordt volledig geacht wanneer de gevraagde informatie bij ‘Stap 2: projectgegevens’ van de aanvraagprocedure (zie handleiding) effectief wordt opgeladen.

Ontvankelijkheidscriteria:

• Het voorstel is tijdig en volledig ingediend door de burgemeester, de algemeen directeur of een daartoe gemachtigd personeelslid van de gemeente;
• Het voorstel is ingediend via de daartoe voorziene applicatie van VLAIO;
• Het voorstel heeft betrekking op een welbepaalde tijdsperiode met een maximum van 5 jaar;
• Het voorstel geeft aan wie instaat voor de cofinanciering van de gebiedsregisseur.

Gegrondheidscriteria:

• Er bestaat een door de betrokken gemeente gevalideerde visie op het uitgiftebeleid of op de herstructurering van (een significant deel van) de cluster van bedrijventerreinen;
• De betrokken gemeenten en in voorkomend geval de andere publieke bedrijventerreinbeheerders hebben zich geëngageerd in een intentieovereenkomst afspraken te maken en te honoreren in functie van een adequate gebiedsregie;
• De gekozen afbakening van de cluster van bedrijventerreinen heeft een logische en hanteerbare samenhang in functie van het uitoefenen van gebiedsregie.

Aan deze drie gegrondheidscriteria worden geen scores toegekend. Ze zullen enkel beoordeeld worden als voldoende of onvoldoende.

Een voldoende hoog gerangschikt projectvoorstel:

De rangschikking van de ontvankelijk en gegrond verklaarde projectvoorstellen gebeurt hiërarchisch volgens het aantal terreinbeheerders dat zich engageert voor de gebiedsregie. Binnen elke subgroep gebeurt een quotering volgens twee prioriteitscriteria:

• De oppervlakte van de cluster van bedrijventerreinen die het voorwerp uitmaken van een uitgifte- of herstructureringsvisie, waarbij de cluster met de grootste oppervlakte het maximum van 50 punten krijgt; de andere indieners krijgen een score toegekend volgens de verhouding van de totale oppervlakte ten opzichte van de best gerangschikte.
• Het procentuele oppervlakte-aandeel van de niet-beheerde bedrijventerreinen zoals gekend bij VLAIO, voor 50 punten, waarbij de cluster met het grootste aandeel niet-beheerde terreinen het maximum van 50 punten krijgt; de andere indieners krijgen een score toegekend volgens de verhouding van de totale oppervlakte ten opzichte van de best gerangschikte.

Ook de prioriteitscriteria moeten beschreven worden in de motivatienota.