Nog te vervangen

Je statuut als zelfstandige

Je statuut als zelfstandige

In tegenstelling tot een werknemer moet je als zelfstandig ondernemer zelf je sociale zekerheid in orde brengen. Elke zelfstandige, bestuurder, werkende vennoot, zaakvoerder (behalve bij een onbezoldigd mandaat), … moet zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. De aansluiting kan ten vroegste 6 maanden voor het begin van de activiteit en moet ten laatste bij de start. De aansluiting houdt in dat je onder het sociaal-fiscale statuut van een zelfstandige valt.

Je sociale bijdragen

Je betaalt de sociale bijdragen per kwartaal aan je sociale-verzekeringsfonds. Bij het begin van elk kwartaal krijg je een afrekening van je sociale-verzekeringsfonds voor de bijdragen van dat kwartaal. Dat bedrag moet je voor het einde van het kwartaal op de rekening van het sociale-verzekeringsfonds storten. De kwartalen beginnen op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober.

De sociale bijdragen die je moet betalen, worden berekend op basis van je belastbaar jaarinkomen. Dat zijn alle inkomsten die je over een volledig jaar had, na aftrek van alle kosten die je hebt gemaakt. Welke sociale bijdragen je moet betalen, hangt ook af van je sociaalfiscaal statuut. 

Je definitieve bijdragen worden berekend op de inkomsten die je in datzelfde jaar had. Maar doordat je beroepsinkomsten van dat datzelfde jaar pas een of twee jaar later door de fiscus worden vastgesteld, kan je sociale verzekeringsfonds je definitieve bijdragen uiteraard pas bepalen zodra het je inkomsten voor het bijdragejaar kent. Daarom betaal je tot dan voorlopige bijdragen aan je sociale verzekeringsfonds. Die worden berekend op de inkomsten van drie jaar voordien.

Welke sociaal-fiscale statuten bestaan er?

Een sociaal-fiscale statuut houdt bepaalde sociale zekerheidsrechten en plichten in. Deze rechten en plichten verschillen naargelang het statuut. Er zijn verschillende statuten:

Lees ook meer over je sociale statuut, rechten en plichten in onze brochure 'Je eigen zaak. Starten met kennis van zaken.'

Schijnzelfstandigheid 

Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer twee partijen op zelfstandige basis samenwerken, maar waarvan één partij, de uiteindelijke schijnzelfstandige, in werkelijkheid zijn prestaties uitoefent onder het gezag van de andere partij.  Om na te gaan of er sprake is van schijnzelfstandigheid worden vier criteria getoetst:

  • de vrije wil van de partijen, d.w.z. de partijen zijn vrij in de keuze van hun samenwerkingsvorm 
  • de vrijheid om de arbeidstijd te organiseren : de zelfstandige komt en gaat wanneer hij wil. Hij moet zich niet houden aan een strikte werktijdregeling, moet geen verlof aanvragen, hoeft zijn afwezigheden niet te verantwoorden bij ziekte en dergelijke.  Opmerking: de verplichting om tijdens bepaalde uren te werken wegens commerciële of organisatorische redenen en de verplichting om het tijdsgebruik te geven aan de opdrachtgever zijn wel toegelaten en geen indicatie van schijnzelfstandigheid. 
  • de vrijheid om zelf het werk te organiseren  
  • de mogelijkheid om hiërarchische controle uit te oefenen : de zelfstandige wordt niet gecontroleerd door de opdrachtgever. Uiteraard mag de opdrachtgever wel een controle uitoefenen op de geleverde prestaties, maar er mag hierin niet verwezen worden naar sancties zoals die staan opgenomen in een arbeids- of bediendencontract

Als één van deze vier criteria niet in orde is, dan is er sprake zijn van schijnzelfstandigheid.  Is je statuut onduidelijk?  Laat de Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie dan je arbeidsrelatie beoordelen. Deze commissie zal beslissen of je een werknemer of zelfstandige bent. 

Heeft deze informatie je geholpen?
Gelieve aan te geven waarom niet: