Wie en wat komt in aanmerking voor BAR?
Wat komt in aanmerking?
Door de Brexit hebben veel organisaties aanpassingen moeten doen om competitief te blijven en om hun weg te vinden binnen de nieuwe (markt)situatie.
Met deze oproep steunen we projecten waarbij een directe link met de negatieve gevolgen van de Brexit aantoonbaar is, en die voldoen aan de staatssteunregels.
Enkele voorbeelden:
- ontwikkelen van een nieuwe logistieke oplossing
- aanpassen van de bevoorradingsketen
- werkingskosten voor grens- en douanefaciliteiten
- investeringen met betrekking tot grens- en veiligheidscontroles
- trajecten met betrekking tot certificering, etikettering, markering
- kosten in verband met de opleiding van werknemers of de aanwerving van extra personeel voor het beheer van de nieuwe douaneformaliteiten
Wat komt niet in aanmerking?
- projecten met betrekking tot verplaatsing van activiteiten (relocation)
- btw-kosten
Wie komt in aanmerking?
De BAR-reserve richt zich tot ondernemingen, organisaties en overheidsentiteiten die een negatieve economische impact ondervinden ten gevolge van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Brexit).
Om voor de BAR-subsidie in aanmerking te komen, moeten bedrijven en organisaties kunnen aantonen dat zij vóór de Brexit een (handels)relatie met het VK hadden. De Europese Commissie hanteert 31/01/2020 als datum waarop het VK de Europese Unie heeft verlaten. Organisaties die voordeel halen uit de Brexit, de financiële sector en projecten met betrekking tot verplaatsing van activiteiten (relocation) komen niet in aanmerking voor deze subsidie.
In principe komen organisaties uit elke sector in aanmerking die een negatieve impact kunnen aantonen en voldoen aan onderstaande voorwaarden.
Organisatie wordt gebruikt als overkoepelende term voor onder andere elk type onderneming, overheidsentiteiten, vzw’s, sectorfederaties...
Om steun te kunnen genieten dient een organisatie over een aanvaardbare rechtsvorm te beschikken (Art. 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun). Deze rechtsvormen zijn:
- Onderneming: de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met rechtspersoonlijkheid en een economische activiteit en die over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen beschikt.
- Overheidsentiteit: een overheidsbestuur, -instelling of een organisatie met een duidelijk afgebakende opdracht van publieke dienstverlening binnen het Vlaamse Gewest respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap, die voor de toepassing van dit besluit handelt vanuit die opdracht.
Enkele voorbeelden:
- Een exporteur van melkproducten die na de Brexit aanvullende certificaten voor zijn producten moet regelen om zaken te kunnen blijven doen in het VK
- Een onderneming die na de Brexit extra mensen in dienst moest nemen om de nieuwe douaneformaliteiten af te handelen
- Een exporteur van bloemen die na de Brexit omzetdaling ondervond als gevolg van de langere transittijd
- Een onderneming die extra kosten heeft om een werkvergunning te krijgen voor Britse medewerkers naar Vlaanderen als dat al vóór de Brexit in een dienstverleningscontract was vastgelegd
- Een organisatie die reizen van en naar het VK aanbiedt en die klanten heeft verloren door de nieuwe reisvereisten na de Brexit
- Een textielhandelaar die zijn bedrijfsvoering moet aanpassen vanwege oorsprongsregels
- Een culturele organisatie met projecten (vb werkbezoeken, netwerking-events, deelname aan evenementen en festivals) in het VK die door de Brexit moeilijker zijn geworden
Wie komt niet in aanmerking?
- Organisaties die voordeel halen uit de Brexit. Bijvoorbeeld: bedrijven die hun marktaandeel in het VK vergroten dankzij de Brexit
- De financiële sector
- Organisaties die zich in één van de volgende rechtstoestanden bevinden:
- ontbinding
- stopzetting
- faillissement
- vereffening
- Holdings, management-, of patrimoniumvennootschappen
- Ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen
- Ondernemingen in moeilijkheden
- Kredietinstellingen en financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België
- Ondernemingen die op het moment van de subsidieaanvraag een insolventieprocedure, vermeld in artikel I.22, 1°, van het Wetboek van economisch recht, hebben lopen of gedagvaard zijn door de RSZ als vermeld in de VKBO
- Ondernemingen die niet beschikken over een geregistreerd kassasysteem conform artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 2bis van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen