Wie kan een aanvraag indienen?

De aanvraag moet ingediend worden door een samenwerkingsverband met minimaal 2 niet-verbonden kmo’s. Het partnerschap kan aangevuld worden met alle partners die nodig zijn om de keten ook na dit project te laten functioneren. 

Denk binnen het partnerschap goed na over de verschillende rollen van de partners:

Aanvrager

De aanvrager is degene die de aanvraag indient bij VLAIO. De aanvrager moet over rechtspersoonlijkheid beschikken, een inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen hebben, en een exploitatiezetel in het Vlaams Gewest. De aanvrager neemt een belangrijke rol in bij de opzet en uitvoering van het project. Daarnaast is de aanvrager hét aanspreekpunt voor VLAIO voor het project. Alle communicatie met betrekking tot het project, de subsidie, de rapportering, ... verloopt via de aanvrager. De aanvrager neemt een coördinerende rol op tussen de verschillende projectpartners. De aanvrager:  

• verzamelt de nodige informatie in het kader van de indiening van de aanvraag en rapportering van het project, 
• zorgt voor verspreiding van informatie van VLAIO naar de partners,
• ontvangt de subsidie en zorgt dat deze (deels) doorgestort wordt naar de andere projectpartners,
• zorgt  ervoor dat hierover duidelijke afspraken tussen de projectpartners zijn gemaakt.

Projectpartner

De projectpartners voeren het project (mee) uit. De projectpartner levert een inhoudelijke bijdrage aan het project door minstens menskracht in te zetten en staat mee in voor de kennisverspreiding over het project. De projectpartner is onrechtstreeks medebegunstigde van de subsidie (en krijgt dus een deel van de subsidie doorgestort van de aanvrager). Voor projecten binnen deze oproep kan het gaan om partners uit de sociale economie zoals maatwerkbedrijven, of semi-publieke actoren die diensten van algemeen en economisch belang opnemen zoals intercommunales.

Onderaannemer

De onderaannemer is een partij die tegen betaling aan marktconforme tarieven een werk uitvoert of dienst levert die nuttig is voor het project, maar die verder geen sturende of uitvoerende rol opneemt in de uitvoering van het project. De onderaannemer wordt aangestuurd door de aanvrager of een projectpartner. Binnen de projectpartners is consensus over de keuze en opdrachtomschrijving van de onderaannemer. Binnen deze oproep kunnen organisaties zoals sectorfederaties, kennisinstellingen, … die over relevante en noodzakelijke kennis beschikken, enkel als onderaannemer ingezet worden.

Welke diensten komen in aanmerking?

Het kan uitdagend, duur en complex zijn om een samenwerking en gemeenschappelijk circulair business model op te zetten. Het uitwerken van zo’n gemeenschappelijk businessmodel en de concrete implementatie ervan zijn daarom steunbaar via dit instrument.

Daarnaast zijn er vaak veel randvoorwaarden voor mogelijke partners en is er verkennend onderzoek nodig om na te gaan of er een match is. Bijvoorbeeld:

• bij het afnemen van een reststroom van een andere organisatie moet bekeken worden of de stroom effectief geschikt is en hoe de organisatie de nodige acties kan nemen om de reststroom aan te leveren (kwaliteitscontrole, verpakking, investeringen, …).
• bij de shift van een verkoopmodel naar een product-as-a-service model moet er op een nieuwe manier samengewerkt worden met logistieke partners (just-in-time logistiek, onderhoud, …) en moet er op een andere manier gefinancierd worden (prefinanciering, …).

Omdat elk project een andere aanpak zal vereisen, wordt voorzien dat een breed pallet aan acties en activiteiten mogelijk is. Het kan hierbij onder meer gaan om een combinatie van meerdere van de activiteiten in onderstaande niet-exhaustieve lijst:

• Behoeften en uitdagingen begrijpen: voer diepgaande gesprekken, enquêtes of workshops uit om inzicht te krijgen in de behoeften, uitdagingen en kansen van elke ketenpartner. Begrijp wat hen motiveert (of niet) om deel te nemen aan het circulaire ketenproject.
• Gemeenschappelijke doelen vaststellen: werk samen met ketenpartners om gemeenschappelijke doelen te formuleren voor het circulaire ketenproject. Deze doelen moeten betrekking hebben op duurzaamheid, circulaire praktijken en gezamenlijke voordelen.
• Pilootprojecten faciliteren: start met kleine pilootprojecten om de haalbaarheid van circulaire praktijken te testen. Dit kan helpen om risico's te minimaliseren en succesverhalen te genereren die andere belanghebbenden kunnen inspireren.
• Circulaire businessmodellen ontwikkelen: werk samen met bedrijven om circulaire businessmodellen te ontwerpen en te implementeren, zoals leasing, refurbishment services, product-as-a-service, etc.
• Data en informatie delen: onderzoek systemen om gegevens te delen over grondstoffen, processen, recycling en milieu-impact. Dit kan transparantie vergroten en samenwerking ondersteunen.
• Proof of concepts uittesten tussen bedrijven.
• …

Wat komt niet in aanmerking voor deze steun?