Is jouw onderneming een kmo?
Hoe moet de kmo-definitie geïnterpreteerd worden?
Belang van de kmo-definitie
Kleine en middelgrote ondernemingen vormen volgens de Europese unie de motor van de Europese economie. Daarom verdienen kmo’s de volle aandacht van het EU-beleid. Bepaalde steunprogramma’s zijn daarom enkel toegankelijk voor kmo’s en kmo’s krijgen vaak een verhoogd steunpercentage.
Basiscriteria
Een kmo is een zelfstandig bedrijf met minder dan 250 werknemers (uitgedrukt in voltijdse equivalenten – VTE). Ook heeft een kmo een jaaromzet van maximum € 50 miljoen óf een balanstotaal van maximum € 43 miljoen.
Een kleine onderneming (ko) is een zelfstandig bedrijf met minder dan 50 werknemers. Ook heeft een ko een jaaromzet van maximum € 10 miljoen of een balanstotaal van maximum € 10 miljoen.
Een middelgrote onderneming (mo) is een zelfstandig bedrijf met 50 werknemers of meer en minder dan 250 werknemers. Ook heeft een mo een jaaromzet van maximum € 50 miljoen óf een balanstotaal van maximum € 43 miljoen.
Een onderneming gaat over naar een nieuwe hoedanigheid ko (kleine onderneming), mo (middelgrote onderneming) of go (grote onderneming) wanneer ze twee opeenvolgende boekjaren (niet) voldoet aan de criteria. In geval van overname of fusie beoordeel je de groepsstructuur na het moment van de transactie van de aandelen en reken je enkel met het laatst afgesloten boekjaar.
Zelfstandigheid
In bepaalde gevallen moeten voor de berekening van deze criteria ook de gegevens van andere ondernemingen meegeteld worden (“consolidatie”). Dit is het geval wanneer de onderneming geen zelfstandig bedrijf is.
Een bedrijf verliest zijn zelfstandigheid wanneer er één (of meer) “partneronderneming” of “verbonden onderneming” is (zijn).
Wat zijn partnerondernemingen?
Partnerondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie – direct of samen met één of meer verbonden vennootschappen – bestaat van 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten.
Wanneer in de groepsstructuur investeerders 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten hebben, lees dan meer informatie hieronder bij 'Investeerders als aandeelhouders'.
Wat zijn verbonden ondernemingen?
Verbonden ondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie – direct of via een andere onderneming – bestaat van meer dan 50% van het kapitaal of de stemrechten.
Wanneer in de groepsstructuur natuurlijke personen aandeelhouder zijn in meerdere vennootschappen, lees dan deze informatie hieronder bij 'Natuurlijke personen als aandeelhouder'.
Bepaling grootte onderneming op groepsniveau
Ondernemingen die een geconsolideerde jaarrekening opstellen, kunnen de grootte van de onderneming op groepsniveau bepalen aan de hand van de jaarrekening op het hoogst geconsolideerde niveau. Om de grootte te bepalen moeten ze de basiscriteria toepassen op de geconsolideerde jaarrekening. Wanneer de onderneming geen geconsolideerde jaarrekening publiceert maar deze wel opstelt voor intern gebruik, kan deze ook worden gebruikt, mits attestering van een bedrijfsrevisor of (gecertificeerd) ITAA accountant.
Wanneer er geen geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld, moet de optelsom gemaakt worden van de drie basiscriteria (VTE, omzet en balanstotaal) van de onderneming met deze van zijn partner- en verbonden ondernemingen. Ingeval van partnerondernemingen moeten hierbij hun waarden opgeteld worden na toepassing van hun deelnemingspercentage. Bij verbonden ondernemingen moeten de betrokken waarden integraal in rekening worden gebracht. We raden sterk aan om onze berekeningstool te gebruiken.
Voorbeeld: Wanneer A een deelnemingspercentage heeft van 40 % in B en een deelnemingspercentage van 80 % in C, is B een partneronderneming van A en C een verbonden onderneming van A. De grootte van A is dan op de drie criteria: A + 40 % van B + 100 % van C. Dit moet zowel voor het personeelstotaal, de omzet als het balanstotaal worden berekend.
Zeggenschap
Indien het zeggenschap afwijkt van het deelnemingspercentage is het zeggenschap tevens van belang. Onder zeggenschap wordt verstaan de mogelijkheid om feitelijk of op basis van een juridische hoedanigheid beslissende invloed uit te oefenen. Indien het zeggenschap in de ondernemingen in je groep niet in overeenstemming is met het deelnemingspercentage op basis van kapitaal, dien je in de aanvraag te preciseren voor welke ondernemingen dit het geval is.
Natuurlijke personen als aandeelhouder
Een groep natuurlijke personen die in onderling overleg handelen (bijv. met familiebanden of die samen in een andere onderneming de meerderheid bezitten) wordt als één natuurlijke persoon geteld. Indien een natuurlijke persoon of een dergelijke groep gezamenlijk, meer dan 50% van het kapitaal of de stemrechten bezit in (een) andere onderneming(en) buiten de groep, dan dien je deze ondernemingen mee op te nemen. Hierbij dien je tevens aan te geven of deze onderneming(en) al dan niet op dezelfde markt of op verwante markten actief is(zijn). Markten zijn verwant wanneer de producten of diensten complementair of onderling inwisselbaar zijn (= horizontale integratie), dan wel deel uitmaken van een andere stap uit de productieketen (= verticale integratie). In voorkomend geval dien je de betrokken ondernemingen en de verwante markten te preciseren. Deelnemingen van natuurlijke personen van 50 % of minder dan 50% in (een) andere onderneming(en) buiten de groep dienen niet vermeld te worden.
Investeerders als aandeelhouder
VLAIO maakt een onderscheid tussen zuivere en gemengde investeerders. Een zuivere investeerder heeft uitsluitend als ondernemingsdoel het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen, die ex-ante geen deel uitmaken van eenzelfde groep. Een gemengde investeerder heeft niet uitsluitend als ondernemingsdoel het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen, en heeft naast financiële ook (industriële/administratieve) exploitatie (producten, diensten) activiteiten. Tot deze groep behoren eveneens gemengde investeerders, die afhangen van een industriële groep, waarbij de investering in een andere onderneming een bijkomende activiteit vormt bovenop hun kernactiviteit.
Voor zuivere investeerders geldt er een uitzondering op het zelfstandigheidcriterium voor een deelnemingspercentage tussen 25 en 50%. Deze uitzondering impliceert dat een onderneming nog altijd zelfstandig is, indien een zuivere investeerder tussen 25 en 50% van het kapitaal of de stemrechten van die onderneming bezit.
Een zuivere investeerder behoort tot één van deze vier categorieën, vermeld in onderstaand overzicht:
- Openbare participatiemaatschappijen,
- Durfkapitaalmaatschappijen
- Business angels (participatie mag bij business angels niet hoger dan € 1,25 miljoen zijn).
- Institutionele investeerders, inclusief regionale ontwikkelingsfondsen
Dezelfde uitzondering op het zelfstandigheidscriterium voor een deelnemingspercentage tussen de 25 en 50% geldt voor volgende categorieën van investeerders:
- Universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk m.i.v. universitaire spin-off fondsen
- Autonome lokale overheden met een jaarlijkse begroting van minder dan € 10 miljoen en met minder dan 5.000 inwoners.